5. Samenwerken en veel bidden
Predikanten G.W.S. Mulder en P.D. den Haan zien Gods leiding in de keuze van twee nieuwe zendingsvelden
Serie 'Nieuw zendingsveld' (5)
Door Hanneke van Eckeveld
Bid en werk. Dat heeft in de Commissie Nieuw Zendingsveld plaatsgevonden voordat twee nieuwe zendingsvelden werden gekozen. Ds. P.D. den Haan: 'Ik durf wel te zeggen: we kwamen daar niet zonder gebed.'
Het besluit om zendingswerk te beginnen in Senegal en Japan viel na grondig onderzoek en veel overleg. Daarnaast was er sprake van veel gebed om de leiding van de Heilige Geest. Ds. G.W.S. Mulder, voorzitter van het deputaatschap, en ds. P.D. den Haan, secretaris, kijken als lid van de Commissie Nieuw Zendingsveld (CNZ) terug op het hele proces.
Ds. G.W.S. Mulder en ds. P.D. den Haan
Hoe ging de CNZ te werk?
‘Veel verkennend werk is gedaan door directeur P. Eikelboom en missioloog Jan-Kees Kooijman’, vertelt ds. Mulder. ‘Ze verzamelden informatie en zochten veel zaken uit. Binnen de commissie gingen we daarover in gesprek: bezinnend, afwegend. Als we het niet wisten, gingen we niet om de moeilijkheden heen. We voelden ons juist gedrongen die moeilijke vragen van een antwoord te voorzien. Tussentijds hebben we in de vergaderingen van het Algemeen Bestuur de deputaten bijgepraat, want zij nemen het besluit. Terugkijkend heb ik ervaren dat we het commissiewerk echt samen hebben gedaan. Het is ook breed gedragen door het hele deputaatschap.’
Hoe ligt de verhouding tussen de persoonlijke mening en de taak van een deputaat?
‘Het is voor mij een worsteling geweest hoe je je opstelt in de vergadering’, reageert ds. Den Haan. ‘In hoeverre mag je je eigen mening inbrengen? Het gaat immers om de wil van de Heere. Wat wil Hij, en waar leidt de Heilige Geest ons naartoe? Het kan zijn dat de wil van de Heere de mening van een ander is. Ik vond dat geen vervelende worsteling. Het brengt steeds weer op de knieën met het gebed: ‘Heere, wijst U ons Uw weg.’ En hoewel we soms stevige discussies hadden, merkte ik dat we er allemaal op dezelfde manier mee bezig waren. Ik durf wel te zeggen: we kwamen daar niet zonder gebed.’
Mandaat
‘Het mandaat dat we van de Generale Synode hebben gekregen is duidelijk’, gaat ds. Mulder door. ‘Het is rechtstreeks uit de Bijbel af te leiden: dat we het Evangelie zullen brengen aan mensen die van de Naam van Christus nog niet hebben gehoord. Dát vraagt de kerk van ons, omdat de Heere dat heeft opgelegd. Eerlijk gezegd heb ik dat ook als een last ervaren. Het was onze opdracht, maar het is ook een persoonlijke verantwoordelijkheid. Breng ik het goede in om die hoge opdracht invulling te geven? Voor mij woog sterk de belofte dat de Heere Jezus terugkomt als alle volken het Evangelie hebben gehoord. Stel dat wij voor de wederkomst nog één zendingsveld zouden mogen kiezen, dan moeten we heel goed weten dat het echt dáár moet zijn.’
Leiding
‘In het proces hebben we de leiding van de Heilige Geest ervaren’, zegt ds. Den Haan. ‘Bij het besluit dat er nu ligt, zijn we gebracht.’
‘Dat heb ik ervaren toen Senegal naar voren kwam als zendingsland’, vult ds. Mulder aan. ‘Na moeilijke vragen en een biddende zoektocht gaf de Heere Senegal als een passend antwoord. Ik ervoer daarop vrede in het hart; verwondering over Zijn beleid. Maar we hebben veel landen moeten overslaan. Dat was moeilijk, ook voor het deputaatschap.’
‘Ja, dat doet pijn’, beaamt ds. Den Haan. ‘Als een land afvalt, betekent dat niet dat er geen geestelijke nood is en dat er geen onbereikte volken zijn. Ik heb dat sterk ervaren met Japan. Vanaf het eerste moment lichtte dat land op: meer dan 100 miljoen onbereikten. Japan bleef er lange tijd bij, maar uiteindelijk moesten we naar één land. Toen kwam Senegal eruit. Daar was ik het van harte mee eens. En toch bleef Japan wegen. Ik heb dat durven zeggen in de vergadering. Het bleek bij alle broeders te leven. We hebben het onderzoek naar Japan voortgezet en uiteindelijk koos het deputaatschap voor beide landen.’
‘En dat is bevestigd’, vervolgt ds. Mulder. ‘Het was verootmoedigend om zo snel na het besluit het getuigenis van de Heilige Geest op te merken in de benoeming van Jan-Kees Kooijman voor Japan.’
Hoe gaat het nu verder met de CNZ?
‘Die blijft voorlopig in stand’, vertelt ds. Den Haan. ‘De start op twee nieuwe velden vraagt verdere doordenking. Daarnaast blijft de opdracht van de Heere staan om heen te gaan onder de volken. Dat verdient onze voortdurende aandacht.’
‘We zijn als kerk door de Heere rijk gezegend’, zegt ds. Mulder. ‘Maar onze zendingswerkers staan aan de frontlinie. Dat mag een spiegel voor ons zijn. Kennen we die strijd aan het front, omdat we door Christus uit de klauwen van satan werden gered? Dan dragen we de nieuwe zendingsvelden en al het zendingswerk mee in ons gebed, dat kan niet anders.’
Dit artikel is verschenen in Paulus 394 - november 2024
Lees ook de andere artikelen in deze serie:
1) Miljarden mensen met een ziel
2) Met het oog op alle volken
3) Wonderlijke wegen
4) Drie filters en veel gesprek