Hoe een Mogofin-vrouw leert van Eva en Sara

Serie Vrouwen over Vrouwen (Guinee)

Het is echt een mooie Afrikaanse moeke, die me indringend aankijkt met haar zwarte ogen. Ze wil me graag duidelijk maken dat ze de lessen heel belangrijk vindt. Niet alleen deze lessen, maar álles!

Door Fennie Haase

Vandaag geef ik beide vrouwengroepen in Garama tegelijk onderwijs over aids. Daardoor krijgen de vrouwen kennis over de ziekte, hoe die aanwezig is in hun samenleving en wat zij kunnen doen om verspreiding tegen te gaan. Waarom gaat deze vrouw voor me staan en kijkt ze me zo doordringend aan nu ik dít onderwerp behandel?

In alle seculiere voorlichtingsmaterialen komt naast onthouding en trouw ook condoomgebruik aan de orde als een voorzorgsmaatregel tegen aids. De plaat hierover laat niets aan de verbeelding over. Voor mij is dat een dilemma; ik weet eigenlijk niet zo goed raad met dit advies. Maar ik ben erachter gekomen dat dát niet erg is: Ik kan de vrouwen het dilemma voorleggen en vragen hoe zij daar tegenover staan. Vervolgens kan ik er de bijbelse ethiek tegenaan leggen.
Bij de plaat zegt deze moeke gelijk: ‘Aa, nou zijn we aangekomen bij mooie leerstof!’
De andere vrouwen schieten in de lach. Ik antwoord in de trant van: ‘Ja, ja, en dát vind jij goed! Nou, dit onderdeel vind ik juist helemaal niet goed. Ik vind het helemaal niet leuk om jullie hier over te moeten vertellen. Maar ’t moet wel!’ Ik vertel er niet bij dat ik van een aidsverpleegkundige weet dat in omliggende dorpen zedeloosheid hoogtij viert.
Het is in deze les dat de Afrikaanse moeke naar me toekomt en me als het ware smekend wil duidelijk maken dat ze echt alles heel belangrijk vindt.

Waarom wil ik u over deze vrouw vertellen? Als ik haar moet typeren, zeg ik: goudeerlijk – ze neemt geen blad voor de mond. Schaamteloos – ze vertelt wat anderen absoluut niet zouden vertellen. Uitdagend – als ze voordoet hoe er gedanst wordt op bepaalde feestjes laat dat weinig aan de verbeelding over. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Maar er is meer. Deze vrouw is ook gevoelig voor de boodschap van het Woord.

De eerste bijbelse lesjes gingen over de schepping. Over God, Die alles onderhoudt en Die een nauwe relatie had met Zijn schepselen: Adam en Eva leefden in volkomen vrede met God en zij hoorden Zijn stem in de hof.
Toen kwam satan en verleidde de vrouw.
Het was helemaal niet nodig dat ze die boomvrucht zou eten, want er stonden meer dan voldoende, heel aantrekkelijke vruchtbomen in die volmaakt mooie tuin. Maar God had een eetverbod op één boom gegeven en daar een duidelijke straf op gezet: Zodra je daarvan eet, moet je sterven.
De vrouw liet zich verleiden… haar man ook.
Zo is alle slechtheid in de wereld gekomen. Bovenal is die slechtheid in ons hart gekomen. We weten niet meer wat goed is. We denken wel dat we goed kunnen doen, en misschien doen we dat tot op zekere hoogte ook wel, maar ons hart? God ziet wat er in ons hart is. 

Ooit stelde ik voor om tijdelijk meer lessen over ziekte en gezondheid te gaan geven. Maar dat wilden de vrouwen niet: de bijbelse lesjes waren veel belangrijker. Waarop ik hen, een beetje verbaasd, vroeg waarom ze die lessen zo belangrijk vonden.
Deze vrouw: ‘Fennie, werkelijk waar, sinds ik weet dat die slechtheid uit mijn hart komt, ben ik opgehouden om steeds maar weer wraak te zoeken.’
Het is waar, eerder als ik er langskwam, kon ze schetteren en ruzie maken. Dat zie ik bijna nooit meer. Maar… dit is iets wat ík haar niet heb verteld. Hoe komt ze aan die wijsheid?

Een tijd later is het onderwijs over Abraham aan de beurt. Een oude man, met een onvruchtbare vrouw, moest op reis en kreeg een belofte. Hij zou van Sara een eigen kind krijgen, maar ’t kind kwam maar niet. Terwijl God met dat kind de moederbelofte in stand houdt! Toen brak de tijd aan ze er echt te oud voor waren. De vrouwen hebben allemaal in spanning gezeten hoe het moest; die belofte terwijl ze al zo oud zijn en nog steeds kinderloos!
Als Abraham en Sara te horen krijgen dat ze over een jaar een zoon zullen krijgen, schieten ook deze vrouwen in de lach. Moet je je voorstellen dat die en die nog kinderen zouden krijgen! Zo oud! Zouden zij nog wel kinderen kúnnen verwekken? Ze betrekken het verhaal op hun eigen levens en op dat van de mensen om hen heen.
Abraham en Sara krijgen een kind; Izak. En dan komt God met die onmogelijke opdracht om zijn zoon te gaan offeren.
Als u de ogen van deze vrouwen had gezien! En in het bijzonder van de vrouw waarover ik u vertel. Zo groot, zo vol ontzetting, en een ingehouden lach: Wat moet ik híér nou toch van denken!? Hun reactie was, nog voor ze wisten hoe het zou aflopen: ‘Moet je je voorstellen, heb je eindelijk een kind gekregen en dan moet je dát kind ook nog gaan offeren! Ik zou nooit die gehoorzaamheid kunnen opbrengen! Daarvoor is geloof nodig.’
Toen de stem uit de hemel klonk en Abraham Izak niet hoefde te doden en er een ram in het struikgewas zat, kwam er weer rust in de ogen van de vrouwen.

Waarom wil ik u over deze Afrikaanse moeke vertellen? Ze is hartverwarmend open en eerlijk – een echte volksvrouw. Ruwe bolster, blanke pit. Zeker, ze is uitdagend, schaamteloos en zinnelijk. Maar zie ik niet juist bij haar de verhalen doorwerken? (Rom. 1: 16, Joh. 6: 45) Dat geeft hoop, vreugde, rust en veel verwachting.

*De vrouw op de foto in dit artikel is niet de vrouw over wie Fennie schrijft.

Eerder verschenen in Paulus 370 - januari 2020

Lees ook de andere artikelen in de serie Vrouwen over vrouwen.

Vlinder met gebonden vleugels (Albanië) - klik hier
Ware liefde (Ecuador) - klik hier
Lichtend licht (Oeganda) - klik hier
Eenvoud en toewijding (Cambodja) - klik hier