'Ieder mens staat onder gezag van het Woord'

De driehoek Woord, werker en wereld plaatst de Schrift boven zendeling en cultuur

Thema Woord, werker en wereld (1)

Door Jacoline van den Dool en Klarieke Otte

Leven naar Gods Woord ontstaat niet op één dag, ontdekte oud-evangelist Peter van Olst in Ecuador. Zendingswerk brengt een reformatie teweeg, en dat kost tijd. In dit proces kan de zendingswerker veel leren van de andere cultuur. Peter legt het uit aan de hand van de driehoek Woord, werker en wereld.

Een pas uitgezonden zendeling ziet ernaar uit om aan de slag te gaan. Eindelijk mag hij het Evangelie gaan brengen. Dan wordt hij ondergedompeld in de cultuur van het land. Onbegrijpelijk hoe de mensen hier leven. En omgekeerd begrijpen de inwoners niet wat die vreemdeling komt doen. Waarom zouden zij hun leefwijze opgeven? Is de traditie van deze buitenlander soms beter?
Ondanks onbegrip van beide kanten blijft de opdracht van de zendeling hetzelfde: predik het Evangelie aan alle creaturen. Als ambassadeur van Christus gaat een zendingswerker uit. Hij is geen verkondiger van de eigen cultuur of getuige van persoonlijke waarden, maar brengt Gods boodschap over. Dit is geen eenvoudige opdracht. Het vraagt cultuurstudie, zelfverloochening en volledige onderwerping aan het Evangelie.

Woord, werker en wereld
In de zendingswetenschap wordt de spanning tussen Evangelie, cultuur en zendingswerker uitgewerkt aan de hand van de driehoek Woord, werker en wereld. Het Woord staat bovenaan. Aan het Evangelie moet immers iedereen zich onderwerpen.
Mensen op het zendingsveld leven in hun eigen cultuur en worden in de driehoek aangeduid met ‘wereld’. Als de ‘wereld’ zich onderwerpt aan het Woord, is er sprake van bekering.
De zendingswerker heeft een eigen plaats in de driehoek. Zijn cultuur verschilt van de ‘wereld’. Hij is evenals alle mensen feilbaar en staat dus ook onder het gezag van het Woord. De zendingswerker is het Evangelie gehoorzaamheid verschuldigd.
Als laatste is er het gesprek, de uitwisseling van de boodschap tussen de zendingswerker en de mensen op het zendingsveld. Dit wordt in de driehoek de missionaire dialoog genoemd.

Zwart-witdenken
Peter van Olst was van 2005 tot 2016 evangelist in Ecuador. Daarna heeft hij in dienst van ZGG zorggedragen voor de uitgave van het boek Onverhinderd. Nu is hij godsdienstdocent aan Driestar Educatief.
De driehoek Woord, werker en wereld blijft hem boeien. ‘Vanuit mijn opvoeding was ik vertrouwd met de reformatorische cultuur en een zeker zwart-wit denken. Bij een christelijke gemeente in het buitenland werd ik me er als jongeman van bewust: ik leg deze kerk langs de meetlat. De meetlat van mijn zwart-witdenken, waarachter hoogmoed kan schuilgaan. Ik dacht dé waarheid te hebben, maar ontdekte dat in een andere cultuur ook waarheid is. Ik leerde zien dat de wereld ingewikkelder is, dat er ook veel grijstinten bestaan. Wel blijft vaststaan dat sommige dingen goed zijn, omdat God dit goed vindt, of fout omdat Hij het fout vindt.’
In het leven van Abraham komt ook zwart-witdenken voor. In Genesis 12 en 20 is de aartsvader tijdelijk in Egypte en Gerar. Hij vertelt twee keer dat Sara zijn zus is, in plaats van zijn vrouw. Hij gaat ervan uit dat er geen waarheid of oprechtheid in de buitenlandse cultuur te vinden is. In Genesis 20 valt op dat God niet rechtstreeks tot Abraham spreekt, maar via de heidense koning Abimelech. God wil een man gebruiken waar Abraham geen goed van verwachtte. De driehoek Woord, werker en wereld doorbreekt een hoogmoedige houding ten opzichte van anderen. Ieder mens staat namelijk onder gezag van het Woord. Bij het toepassen van de Bijbel in de praktijk van het leven kunnen mensen van elkaar leren.

Woord en wereld
Op het zendingsveld komt het Evangelie tot een volk met een eigen cultuur en waarden en normen. Peter: ‘In de Ecuadoraanse cultuur ontmoette ik goede zaken zoals de gemeenschapszin en het omzien naar elkaar. Gods Woord bevestigt het goede in een cultuur. Tegelijk zijn er ook zaken die zich niet verdragen met Gods Woord. Denk aan bijgeloof, ontrouw in relaties of corruptie. Op zondag stroomde de zondagsschool in Ecuador vol met kinderen, maar de kerk zelf was grotendeels leeg. De ouders waren naar de markt. Op zondag werken en winkelen zijn in Ecuador heel gewoon. Overspel en echtscheiding komen veel voor.
Het Woord vraagt om bekering. Van groot belang is dat de ommekeer bij een jonge zendingsgemeente van binnenuit vorm krijgt door de Bijbel te lezen en toe te passen. Gemeenteleden ontdekten onder andere de waarde van huwelijkstrouw en zondagsrust. Het Woord deed zijn werk en zondige gewoonten gingen langzaam wijken. Een gemeentelid vroeg zich af: ‘Als ik op zondag mijn timmermanszaak sluit, kan ik dan wel rondkomen?’ Hij sloot zijn winkel, in gehoorzaamheid aan het Woord en zijn inkomsten op andere dagen namen toe.’
Dit proces van ontdekken kost veel tijd en heeft onderwijs nodig. Peter wijst erop dat de Reformatie en de Nadere Reformatie ook niet op één dag plaats hadden. Eerst was er de reformatie van de leer, later van het leven. Zo ook op het zendingsveld. Als een cultuur geen zondagsrust kent, verandert dit niet van het ene op het andere moment. 

Woord en werker
Een zendingswerker neemt zijn eigen culturele en kerkelijke achtergrond mee naar het zendingsveld. Een traditie is iets om dankbaar voor te zijn, maar is niet onfeilbaar. Ongemerkt kan de boodschap van de Bijbel worden vermengd met eigen gedachten. Dat kan zomaar tussen het Woord en de wereld op het zendingsveld in gaan staan. Dit vraagt bewustwording en zelfverloochening.
De werker vertrekt een keer, maar het Woord blijft. Peter: ‘Jezus Zelf is het Woord, en Hij heeft het voor het zeggen in het leven van de zendeling. Ik moet laten zien aan de ander dat ik voor Hem buig, daar komt het op aan. Het Woord stelt mij en mijn cultuur onder kritiek, net zo goed als de andere cultuur. Dit maakt je positie steeds nederiger. Steeds opnieuw is het zoeken vanuit de Bron naar de betekenis van een bijbelgedeelte in de eigen situatie. Mijn tradities zijn niet van belang. Nodig is dat ik me aan het Woord onderwerp en dat mensen om me heen daar iets van zien.’
In de persoonlijke omgang met het Woord staat de werker dus open voor vermaning en correctie. Zo gaat hij naast de mensen staan en niet erboven.

Werker en wereld
In het contact tussen mensen is altijd sprake van twee partijen. In de driehoek Woord, werker en wereld heet dit de missionaire dialoog. Tussen de cultuur van het zendingsland en de cultuur van de zendingswerker zijn veel verschillen. Hoe gaat een werker op een respectvolle manier met de lokale bevolking in gesprek? 
Allereerst door te luisteren naar de mensen. Wat houdt hen bezig? Welke zaken zijn belangrijk in deze cultuur? De werker verdiept zich daarvoor in de taal en neemt ook diverse gebruiken over. Daarnaast is cultuurkennis belangrijk. Soms is het nodig Nederlandse gewoonten op te geven. In Ecuador is bijvoorbeeld veel alcoholverslaving. Een glaasje wijn drinken wordt gelijkgesteld aan een werelds leven. Als werker kon Peter zich beter onthouden van alcohol, zodat het geen hindernis werd in de dialoog. Leren van elkaar is een belangrijk gegeven in de missionaire dialoog. Het opent deuren en harten.
Peter: ‘Als werker moet je ontdekken wat een cultuur nodig heeft. Dat betekent jezelf openstellen om van de ander te leren, zonder vooroordeel. Ik kan van de mensen leren, en zij van mij. Het kader daarbij is Gods Woord. Treed de ander met kwetsbaarheid tegemoet, als iemand die zelf ook van genade moet leven, die elke dag de neiging heeft om te ontsporen. Gehoorzaam zijn aan het Woord is vaak een worsteling, voor de mensen op het zendingsveld en voor mij.’
Zo komt de zendingswerker niet op een voetstuk te staan. Het doel is immers dat het Evangelie gaat wortelen in de harten van mensen en in de cultuur.

Kern
In de confrontatie met een andere cultuur gaat een zendeling onderscheid maken tussen de kern en de randzaken van zijn eigen achtergrond. Wat is onopgeefbaar in het licht van Gods Woord? De kern kan hij doorgeven aan de jonge zendingsgemeente. De werker is ook gewend de Bijbel toe te passen in zijn eigen leven. Daarvan kunnen de mensen iets leren. Samen lezen ze een gedeelte. De werker vraagt hoe zij dit in praktijk kunnen brengen. Daarna kan hij de uitleg van zijn traditie laten horen. Samen bijbellezen is heel belangrijk. Zo ontstaan op het zendingsveld bepaalde gewoonten als antwoord op de Bijbel.
Daarbij is tussen de zendingswerker en de lokale bevolking steeds sprake van een wisselwerking: doorgeven en ontvangen. Peter geeft enkele voorbeelden: ‘Ik ontmoette het positieve van de Ecuadoraanse cultuur met betrekking tot familieverbanden en werd me  sterk bewust van het individualisme in Nederland. Ook de spontaniteit in het ontvangen van het Evangelie was opvallend. En in Ecuador sprak je met de buurman over de diepste zaken van je leven. Als wij dat in ons land overnemen, is het een vrucht van wederkerigheid. Durven we deze vruchten te ontvangen?’

Tot slot
In dit artikel zijn de drie zijden van de driehoek een beetje uit elkaar getrokken. Maar eigenlijk zijn deze niet los te zien. Ze haken steeds in elkaar. Het Woord doet kracht in het leven van zowel werker als wereld. Samen zijn ze in gesprek en leren ze van het Woord. En tenslotte kan het thuisfront ook leren
van de jonge zendingskerk.

Dit artikel is verschenen in Paulus 385 - januari 2023

Lees ook de andere artikelen over het thema Woord, werker en wereld:
(2) De Bijbel boven (Albanië)
(3) Gestempeld leven (Guinee)
(4) Vragen, luisteren, spreken (Cambodja)