Meewerken op maandag

Team in Guinee ondersteunt medisch werk met raad en daad


Een huisartspraktijk en spoedeisende hulp tegelijk. Daarmee is de kliniek in Garama te vergelijken. Hoe is deze medische post ontstaan? En op welke manier zijn zendingswerkers erbij betrokken? Bert en Willemiek de Wit vertellen.

Door Bert en Willemiek de Wit en Jacoline van den Dool

Als gast heeft het zendingsteam een plaats gekregen in de gemeenschap in Garama. Zo mogen zij meedenken, meeleven en meewerken bij veel activiteiten die de dorpsbewoners bezighouden. Als vanzelf zijn zij daarom ook betrokken geraakt bij de gezondheidspost, zonder de organisatie op zich te nemen.
Het idee voor de bouw van een kliniek leefde al langer in Garama. Eind 2007 moest een bevallende vrouw midden in de nacht weggebracht worden naar een kliniek. Deze bleek door een geweldige onweersbui bijna niet bereikbaar te zijn. Het nachtelijk avontuur liep gelukkig goed af voor moeder en kind. Maandenlang was dit voorval het gesprek van de dag. Er ontstond voldoende motivatie om de verantwoordelijkheid voor deze zaak als dorp op te pakken.
Vervolgens werkten de mannen uit het dorp één dag per week gedurende vier jaar op de maandagen aan de bouw. Een deel van de tijd en mankracht besteedden zij aan het uitvoeren van werk voor dorpsbewoners waarmee ze geld verdienden. De rest van de tijd en mankracht zetten ze in voor de daadwerkelijke bouwactiviteiten.

Beloften

Bert vertelt: ‘Als zendingsteam stimuleerden we de dorpsbewoners, gaven we adviezen en werkten we deels met de mannen mee op de maandagen. Het regionale hoofd van de gezondheidszorg vond de bouw van de kliniek een prachtig initiatief. In februari 2010 kwam zij op bezoek om het dorp te bemoedigen, waarbij ze drie beloften deed.’
Als het dorp het voor elkaar kreeg om de gezondheidspost af te bouwen zou ze persoonlijk de opening komen verrichten. Ook zou ze de kliniek opnemen in de gezondheidsstructuur van de overheid. Tenslotte zou ze in de post een gezondheidswerker plaatsen die onder de verantwoordelijkheid van de overheid zijn werk zou verrichten. Ze heeft zich aan haar woord gehouden. Binnen drie weken na de opening van de kliniek op 13 januari 2011 werd Sory Mansaré tot kliniekbeheerder benoemd in Garama. Sinds die tijd werkt hij daar zeer trouw.
Door de trouw en eerlijkheid van Mansaré heeft de post in de loop der jaren een goede naam opgebouwd. Niet alleen mensen uit het district Garama komen graag hier naartoe, maar ook mensen uit een veel wijdere regio weten van het bestaan en functioneren van de post in het dorp.

Ebola

Toen brak de ebola-epidemie uit. Ook in deze regio werden gevallen geregistreerd. De druk op de kliniek nam sterk toe. Een aantal andere posten kon niet openblijven vanwege het wantrouwen vanuit de bevolking of ontrouw van de werkers. De kliniek in Garama bleek veel te klein te zijn voor deze toestroom. Vertegenwoordigers van de Wereldgezondheidsorganisatie en Artsen zonder Grenzen kwamen wekelijks langs voor voorlichting en advisering. Zij eisten uitbreiding van de kliniek. Het dorp was daartoe wel bereid, maar vond het moeilijk om op zo’n korte termijn het benodigde geld te verzamelen. In overleg besloten Bijzondere Noden en ZGG om een gift voor materiaal te geven. De dorpsbewoners wisten uiteindelijk het gegeven bedrag te verdubbelen. Er was toen voldoende geld om een grote wachtruimte erbij te bouwen. In de nieuwe wachtruimte, ook te gebruiken als voorlichtingsruimte, is plaats voor zo’n 75 mensen. Bovendien is de kliniek zelf grondig verbouwd. In de gezondheidspost is er naast een consultatie- en onderzoeksruimte een behandelkamer, een bevalkamer en twee patiëntenkamers met in totaal vijf bedden.

Goede samenwerking

Het regionale hoofd hield op 13 januari 2016 een toespraak ter gelegenheid van de heropening van de kliniek. Daarin memoreerde zij dat alleen in Garama het aantal bezoekers enorm steeg gedurende de ebola-epidemie. Voor haar was dat een betekenisvol verschil. De oorzaak zocht zij in de goede samenwerking tussen de gezondheidswerkers en de dorpsbewoners. Ze sprak de gedachte uit dat Garama nu nog wel een kliniek heeft, maar dat dit in de nabije toekomst een ziekenhuis zou kunnen worden. Dit beaamden de dorpsbewoners met veel instemming.

Regentijd

Momenteel is de kliniek nog het best te vergelijken met een huisartspraktijk en een post voor spoedeisende hulp ineen. Mensen komen met allerlei klachten naar de post. Vooral heel basale gezondheidsproblemen komen aan bod. Per seizoen varieert dat sterk. In de regentijd is het het drukst vanwege malaria, luchtweginfecties en maag-darmproblematiek. Klachten waar mensen mee komen, zijn soms vrij onschuldig zoals verkoudheid en buikgriep. Andere patiënten hebben ernstige of verwaarloosde klachten, waaronder symptomen van malaria, hoge bloeddruk en ondervoeding.
Daarnaast worden diverse soorten wonden en huidinfecties behandeld. De oorzaak van de verwondingen is meestal een ongeluk tijdens transport of werk.
Een ander aandachtsgebied voor de kliniek is moeder- en kindzorg. De medewerkers zien verhoudingsgewijs vaak vrouwen met zwangerschapsklachten en ze assisteren bij veel bevallingen.
De kliniek is beperkt in het medicatie- en behandelaanbod; operaties worden dan ook niet uitgevoerd. Als blijkt dat er meer medische zorg nodig is, verwijzen zij de patiënten door naar het ziekenhuis in de stad.

Klamboe

Een van de taken van de werkers in de kliniek is het geven van voorlichting aan de aanwezige patiënten. Zo kan men hopelijk voorkomen dat besmettelijke ziekten zich verspreiden. Bovendien dragen de werkers kennis van bepaalde ziektebeelden over. Denk hierbij aan voorlichting over malaria en het voorkomen daarvan door bijvoorbeeld het gebruik van een klamboe. Andere onderwerpen van voorlichting zijn hygiëne en het belang van schoon drinkwater. Verder is er aandacht voor het belang van goede voeding voor kinderen, zodat ze niet ondervoed raken. Moeders leren bijvoorbeeld hoe je pap kunt bereiden op basis van lokale ingrediënten. Daardoor kunnen ze na de borstvoedingsperiode hun peuters zelf een volwaardige voeding aanbieden. De werkers geven ook informatie over kinderziektes en vaccinaties daartegen. In Garama is iemand aangesteld die onder andere de taak heeft om de dorpsoudsten in te lichten over vaccinatiedagen en dergelijke. Daardoor zijn de dorpen rond Garama tijdig op de hoogte en kunnen mensen van verder af ook gebruik maken van de diensten in de kliniek.

Breed inzetbaar

De eerste verantwoordelijkheid voor de dagelijkse zorg ligt bij de kliniekbeheerder. Hij heeft een medische opleiding achter de rug, vergelijkbaar met Nederlandse verpleegkundeopleidingen. Maar door de ervaring die een Guinese verpleegkundestudent tijdens zijn stage opdoet, is hij heel breed inzetbaar. Na diplomering wordt een student door de overheid geplaatst in een dorpskliniek zoals in Garama. Eerst werkt hij een aantal jaar samen met een ervaren persoon. Daarna kan hij een eigen post toegewezen krijgen. Zo werd Mansaré kliniekbeheerder in Garama. Sinds een jaar werkt Aloïse Christopher Keïta mee als duo-collega, waardoor hij meteen werkervaring opdoet. Keïta is een van de vier christelijke stagiaires die in de afgelopen tijd voor een kortere of langere periode in de kliniek hebben gewerkt. Drie van deze stagiaires hebben een islamitische achtergrond. Dat helpt hen in het contact met islamitische patiënten die met vragen rondlopen.

Huisvesting

Het ZGG-team is ondersteunend aanwezig voor deze twee werkers. Daarnaast bieden ze huisvesting aan de stagiaires. In noodsituaties rijden ze ‘s nachts naar het regionale ziekenhuis in Boké. Willemiek is voor een dag per week betrokken bij de moeder- en kindzorg in de kliniek. Zij richt zich vooral op ondervoeding bij kinderen van een tot drie jaar. Ze geeft ook medische begeleiding aan de ondervoede kinderen en geeft advies en voorlichting aan hun moeders. Op dit gebied is Fennie Haase zich ook aan het oriënteren. Zij begeleidt alfabetiseringswerk en kent daardoor veel mensen uit verschillende dorpen. Zo zijn er veel mogelijkheden ontstaan om voorlichting en vorming te gaan geven. En waar ontmoetingen met mensen zijn, zijn er gelegenheden om het Woord voor te leven en door te geven.

 

Traagheid is een voordeel

ZGG heeft niet het initiatief genomen tot het bouwen van de kliniek in Garama. Dat heeft voordelen. Willemiek: ‘Het werken naast lokale mensen heeft als voordeel dat je als zending wat meer in de luwte opereert. Anders is het gevaar groot, dat mensen je al snel beschouwen als een wonderdokter. In het verband of het pilletje van de blanke zit dan westerse kracht, denkt men.’
Bert vult aan: ‘Een ander groot voordeel van het meewerken is dat je niet belast wordt met allerlei administratieve en organisatorische zaken. Je kunt aanwezig zijn en je richten op de inhoud. Verder is het heerlijk om als vrijwilligers deel te nemen in de activiteiten van de gemeenschap en in de kliniek. Momenteel wordt er gewerkt aan de bouw van een leer- en werkplaats. Daar hopen we over een poosje ook gebruik van te kunnen maken. Omdat we geen formele leidinggevende posities innemen, hoeft er ook niets te worden overgedragen. Vanaf de fase van ideevorming nemen we een adviserende, stimulerende en soms toerustende rol in, zonder formele (bestuurlijke) posities in te nemen.’
Gaat het werk dan eigenlijk wel efficiënt? Bert: ‘We zijn nu al vijf jaar bezig met de bouw van de leer- en werkplaats. Het (schijnbare) nadeel dat dingen dan op lokale wijze en snelheid gebeuren, is om twee redenen juist een groot voordeel.
Ten eerste krijgt de gemeenschap de tijd om mee te groeien met de toenemende verantwoordelijkheden. Bij dit soort projecten is het heel belangrijk dat de dorpsbewoners het als hun eigen project beschouwen. Dan zal het ook op de lange duur blijven bestaan, ongeacht de aanwezigheid van zendingswerkers.
Ten tweede levert de traagheid van het ontwikkelingsproces veel extra kansen op om in gesprek te raken over wezenlijke zaken. Ontwikkelingsorganisaties zijn vaak maar enkele jaren aanwezig om hun projecten af te ronden. Maar voor ons is het juist een kans als dingen traag gaan en diep verankerd raken in de gemeenschap. Dat geeft ons veel mogelijkheden om allerlei soorten mensen te ontmoeten in de gemeenschap: jong en oud, mannen en vrouwen, leiders en heel eenvoudige werkers. Door trouw mee te leven en te werken, hebben we zo in de afgelopen twintig jaar het voorrecht ontvangen om op heel veel verschillende manieren het Woord van God te laten klinken in huizen en harten van de mensen in het Mogofingebied. Dát laatste is ons gebed. Dát is voor ons de grootste zegen van het deelnemen in dit soort projecten.’

Eerder verschenen in Paulus 355 - januari 2017