Alles aan de Heere vertellen

Alie Buijert: Hoe krijg je vrouwen aan het bijbellezen? 


Het begon met een zwartwit foto van een arts in witte jas, onder een typisch Afrikaanse boom. Alie Buijert was toen nog een kleuter, maar de liefde voor de zending was geboren. Al vele jaren mag ze werkzaam zijn in de zending. Eerst in Papoea en vervolgens in Sudan. Sinds een jaar werkt ze in Nigeria en houdt zij zich bezig met het alfabetiseringswerk onder vrouwen. Want als moeders leren lezen gaat het sterftecijfer van de kinderen naar beneden. Maar wat nog veel belangrijker is voor Alie: 'Wat zou er veranderen in kinderlevens wanneer moeders de kinderbijbel kunnen voorlezen?'

Door Corien Nederveen

Bij Alie kriebelde het al heel jong om met donkere mensen te werken. 'Ik was nog een kleuter toen ik bij mijn oma een zwartwit foto op tafel zag liggen van een arts in witte jas onder een typisch Afrikaanse boom, die een heel vieze beenwond van een zwarte man behandelde. Ik had nog nooit iemand met een andere huidskleur gezien en vroeg verschrikt aan mijn oma om uitleg. Die kreeg ik. Ze vertelde dat die blanke man over de Heere Jezus vertelde en mensen beter maakte.
Ook het bezoek van ds. Kuijt tijdens zijn eerste verlof op onze lagere school heeft indruk gemaakt. Toen ik heel veel later in Pass-Valley kwam, wees ik tot verbazing van de Yali’s aan waar vroeger de kerk had gestaan. Ik herkende de plaats aan de vorm van de berg op de achtergrond van een dia.'

Puberteit

'In mijn puberteit ben ik het spoor wat bijster geraakt en mijn belangstelling voor zending had langzamerhand plaats gemaakt voor ontwikkelingswerk. Maar in een vakantie werd ik aangesproken door een jongen van mijn leeftijd die ik nogal oubollig vond. Hij kende me amper, maar ik zag dat hij het echt erg vond dat ik bezig was me van God af te keren. Dat deed de grond onder mijn voeten schudden. Ontwikkelingswerk gaan doen durfde ik toen niet meer en zending ‘mocht’ natuurlijk niet, dus hoorde ik jarenlang bij de meelevende achterban. Ik werkte op de Sara Nevius (nu Hoornbeeck) in Amersfoort, toen ik hoorde van een vacature voor een verpleegkunde-docent op Papoea. Dat liet me niet meer los. Ik mocht solliciteren en werd aangenomen.'

Weer op de rails

'Op Papoea heb ik met heel veel plezier twaalf jaar in het gezondheidsprogramma van de kerk gewerkt. Daarna had de kerk geen zendingswerker meer nodig om dit werk te doen. Na bijna een jaar in Nederland gewerkt te hebben, mocht ik naar Zuid-Sudan. De meeste tijd van de drieënhalf jaar die ik daar geweest ben, heb ik in een alfabetiseringsprogramma gewerkt. Ik leerde daar ook mijn aanstaande man kennen. Jan werkte voor een organisatie uit Zuid-Afrika in hetzelfde dorp waar ik woonde. Helaas overleed hij een maand voor de geplande trouwdatum. Ik kwam toen terug naar Nederland.
In die tijd zag ik een foto van een verongelukte trein in de kreukels naast de rails en ik dacht: ‘Dat ben ik. Die trein komt nooit meer op de rails en ik ook niet.’ Gelukkig bleek dat niet waar te zijn. Ik ben de Heere en de mensen die Hij gebruikt heeft dankbaar voor het leren omgaan met dit verlies.
Van de vier jaar die ik in Nederland geweest ben, heb ik de laatste anderhalf jaar weer op het Hoornbeeck College gewerkt, nu in Kampen, en ik zal die school mijn leven lang dankbaar blijven voor de praktische christenhulp die ik gekregen heb om ‘het licht weer te zien schijnen’!
Dat mijn belangstelling voor zending ook weer tot leven gekomen was, is sommige collega’s niet ontgaan. Nadat op zaterdag de advertentie voor vrouwenwerker in Nigeria in de krant had gestaan, zei een collega op maandag tijdens de weekopening tegen me: ‘Ze vragen een vrouwenwerker voor Guinee.’ ‘Nigeria,’ zei ik direct. Waarop hij antwoordde: ‘O goed, je hebt het dus gezien.’ Dat had ik en het was sindsdien mijn vraag: ‘Heere, mag ik dit doen?’ Ik kon behoorlijk wat redenen bedenken waarom ik het niet zou mogen doen, maar het mocht wel!”

Vrouwen- en alfabetiseringswerk

Alie's belangstelling voor alfabetiseringswerk stamt uit de tijd toen zij op Papoea werkte. En, zoals gezegd, hield ze zich er in Sudan ook intensief mee bezig. 'Hoe vaak ik al gelezen heb dat de beste manier om het kindersterftecijfer naar beneden te krijgen, is door moeders te leren lezen...! Altijd wanneer ik dit lees, vraag ik mezelf af: ‘En wat zou er veranderen in kinderlevens wanneer moeders de kinderbijbel kunnen voorlezen?’ Dit eerste jaar krijg ik ruim de tijd om me te oriënteren, de taal (het Izi) te leren en om naar vormen van alfabetisering te zoeken die passen in het leven van de drukbezette vrouwen hier. De kernvraag is: hoe krijg je iedereen, maar vooral vrouwen aan het bijbellezen? Want het is toch alleen het Woord van God dat door de werking van Zijn Geest echt verandering kan brengen?'

Omgaan met rouw

'De meeste mensen in mijn omgeving weten nu wel dat mijn verloofde overleden is en een enkeling durft zijn foto van de boekenplank te pakken en hem goed te bekijken. De meeste Izi’s vinden het vreemd hoe wij met rouw omgaan en het is ook heel anders dan dat zij het doen. Ik heb moeite met hun manier.
Een jongen uit ons dorp woonde in Lagos, maar is daar overleden. Hij is op z’n vaders compound (erf) begraven. Die is vlak achter de plaats waar ik woon, en de hele dag heeft de omgeving muziek met de nodige decibellen gehoord. Volgens Ben - mijn lokale collega voor het alfabetiseringswerk - helpt dat echt om de pijn te verlichten en hoort dat bij het rouwen. Ben vertelde me hoe hier in Izi met de dood omgegaan wordt, hoe het de naaste familie verteld wordt en hoe mensen elkaar troosten. Nou, dan staat de Izi-cultuur wel mijlenver van de mijne af. De moeder van de overleden jongen stond de vorige dag nog grapjes met mij te maken voor mijn huis, terwijl haar overleden zoon al onderweg was hier naartoe en zij nog nergens van wist. Kort voordat de overledene arriveerde, werd de gemeenschap bij elkaar gefloten met een fluitje. Iedereen wist in no-time wat er aan de hand was en voordat het echt tot de moeder doordrong, was de compound vol mensen en arriveerde de overledene (dankzij de mobieltjes was die aankomst goed gepland). De moeder werd niet meer alleen gelaten en de geluidsinstallatie zorgde ervoor dat we geen tijd hadden om te gaan zitten nadenken. Ik dacht dan weer aan de nacht dat mijn Afrikaanse collega’s me vertelden dat Jan overleden was. Dat ging ook op een Afrikaanse manier, maar gelukkig toch heel anders.'

Dronken

'’s Avonds, toen het hier ook avondmarkt was, kwam er ineens een groep van ongeveer vijftien opgeschoten stomdronken jonge knullen de markt op rennen, allemaal vrienden van de overledene. Iedereen vloog voor ze aan de kant en vrouwen grepen hun spullen bij elkaar. De jongens sloegen met takken op alles wat ze tegen kwamen en renden winkeltjes binnen en iedereen liet ze begaan. Ik vroeg aan een paar oudere mannen waarom ze niets deden om de vrouwen en de kinderen te beschermen. De één zei: ‘Ja, iemand moet ze aanspreken.’ Een ander: ‘Dit is custom (gewoonte)’. En ‘custom’ heeft voor velen het laatste woord. De gezelligheid van de markt was over en ik ging naar huis. Binnengekomen keek ik recht op de foto van pendeta Zeth uit Langda (Papoea), die van hem gemaakt is tijdens het feest ter ere van het gereedkomen van de Bijbel in de stamtaal. De foto laat heel duidelijk zien dat het Woord van God hem heel dierbaar is. Ook hij was eens een liefhebber van alcohol, maar God blijkt mensen te kunnen veranderen. En zo werd pendeta Zeth gebruikt om me ertoe aan te dringen om voor deze Izi-jongens te bidden.'

Niet weglopen

'Korte tijd hierna overleed een oude man uit onze gemeente die op oude leeftijd tot geloof gekomen is. De avond voor zijn overlijden heeft hij van zijn geloof getuigd en vertelde ernaar uit te zien naar zijn Vader te gaan. Ik ging naar de afsluitende bijeenkomst van de begrafenis en was (te) vroeg. Er waren nog maar enkele leden van de gemeente, maar in de hoek waar de niet-gelovigen zaten waren er al een paar zo dronken dat ze er bij waren gaan liggen. Toen de geluidsinstallatie ging werken en niemand elkaar nog kon verstaan, ben ik naar huis gegaan. Ik kon dit niet aan. En ik dacht vanuit mijn Nederlandse cultuur: de vrouw van de overledene kan dit toch niet waarderen?
Een paar dagen daarna kwam een ouderling langs en na eerst over van alles en nog wat gepraat te hebben, vroeg hij: ‘Ben je boos weggelopen van die begrafenis?’ Ik vertelde hem waar mijn moeite lag en hij antwoordde: ‘Maar de geluidsinstallatie heeft wel even gezwegen en het Woord van God heeft toen geklonken, en de compound zat vol met gemeenteleden.’ Hij raadde me op een heel vriendelijke manier aan niet weg te lopen van dingen die ik moeilijk vind, als er ook een gelegenheid is om Gods Woord te laten horen. Ik zal het niet meer doen en een volgende keer aan dit gesprek denken.'

Groeiende buiken

'Dezelfde ouderling is hoofd van een middelbare school van de overheid en de jeugd gaat hem echt aan het hart. Hij stelde voor om met meisjesbijeenkomsten te beginnen. We hadden allebei iets voorbereid en hij zou het eerste deel verzorgen, maar helaas moest hij plotseling met z’n vrouw naar het ziekenhuis en mocht ik het alleen doen. Omdat ik toch nog weinig van de cultuur weet, vond ik dit best spannend. Maar het was voor mij echt een mooie ervaring en ik verbaasde me erover dat ze op een eerste bijeenkomst zo open waren.
Jongens voelen zich nu een beetje gediscrimineerd en willen ook meedoen. Toen ik de meisjes vroeg wat zij daar van vonden, klonk het van alle kanten: ‘Wawa!’, wat een heel duidelijk ‘Nee!’ is. Maar bijeenkomsten voor jongens zouden geen overbodige luxe zijn. Zij hebben ook goede voorlichting nodig. Er zitten bijna altijd meisjes met groeiende buiken op de achterste banken in de kerk (dat betekent dat zij onder censuur staan) en daar zijn ook jongens voor nodig!
Een van de ergste dingen die je volgens de meeste jongeren kan overkomen, is het ongetrouwd blijven en meisjes doen soms wel erg hun best om ‘niet over te schieten’. We hopen en bidden dat ze in gaan zien dat ze niet voor zo’n leven geschapen zijn en dat het een erg slechte voorbereiding op het huwelijk is.'

Alles aan de Heere vertellen

'Er zijn verschillende vrouwen in gemeente waarvan ik weet dat ze zwanger waren voor hun huwelijk. Soms van een man die al getrouwd was, maar die hun schoolgeld betaalde omdat ze zo graag naar school wilden en hun ouders daar geen geld voor (over) hadden. Eenmaal zwanger werden ze gedwongen om de zoveelste vrouw van iemand te worden. Het leven van deze vrouwen en van veel weduwen is niet gemakkelijk. Zij hebben heel wat van (hun) onchristelijke mannen te verduren en ik bewonder hen om hun verdraagzaamheid. Enkelen heb ik wel eens gevraagd hoe ze dat klaar spelen en van allemaal kreeg ik hetzelfde antwoord: ‘Ik vertel alles aan de Heere en dan is het van Hem.’ Daar word ik alleen maar stil van.
Op een bijeenkomst voor weduwen vroeg een predikant wat nu het ergste was van het weduwe zijn. Nadat er verschillende dingen werden genoemd, stond Comfort - een van de oudste weduwen in onze gemeente - op. Ze zei: ‘Voor ons oudere weduwen valt het wel mee, maar onze jonge zusters zijn nergens veilig. Overal worden ze lastig gevallen, zelfs in hun eigen huizen.’ Alleenstaande vrouwen die geen kinderen - en dan vooral zonen - hebben die voor hen opkomen, missen bescherming. Maar er zijn ook mooie voorbeelden, zoals Comfort, die op een prachtige compound woont met een van haar zonen en een Deborah is in onze gemeente. Evenals in Papoea en Sudan zie ik ook hier dat wanneer het hoofd van de familie christen is - en dat niet alleen in naam - de hele familie er wel bij vaart. Maar helaas zijn er hier maar weinig mannen christen. Een mannenprogramma is misschien wel harder nodig dan een vrouwenprogramma!'

Eerder verschenen in Paulus 321 - januari 2011

Alles aan de Heere vertellen

Alles aan de Heere vertellen

  • Download