Als een herder op het veld

Pastorale zorg in de zendingskerken van Albanië en Papoea


Wanneer hebben we weer huisbezoek? Is de dominee al langs geweest? Zomaar twee voorbeelden van pastorale zorg die we in onze gemeenten kennen. Hoe is het pastoraat geregeld in de zendingskerken die nog heel jong zijn of al langer bestaan? We spreken hierover met dominee Maling en ouderling Awom uit Papoea en evangelist Ad de Pater vanuit de zendingsgemeente in Delvinë, Albanië.

Door Liesbeth de Jongste en Wijnanda van Burg 

Annemieke Vader sprak met dominee Maling over het geven van pastorale zorg. Nog niet zo lang geleden is dominee Maling bevestigd als predikant van de GJPI, onze zusterkerk op Papoea. Hij is predikant in Abepura, een stadsgemeente aan de kust van Papua. Ook vroeg Annemieke ouderling Awom uit de gemeente van Wamena om een reactie.
Wat voor pastoraat wordt er gegeven in de GJPI? Dominee Maling: 'Vaak doet de predikant de pastorale bezoeken, maar hij wordt daarin ook bijgestaan door ouderlingen en diakenen. Pastorale zorg wordt gegeven aan mensen die problemen hebben, die in zonde leven en die ziek zijn.'
Ouderling Awom heeft veel ervaring in het pastoraat: 'We leggen bezoeken af, we bidden en lezen uit de Bijbel. Bij ziekte brengen twee ouderlingen een bezoek aan de patiënt in het ziekenhuis. We hopen dat het Woord kracht en troost geeft aan de zieke. Soms zingen we een psalm of een lied. We leggen de situatie in de handen van de Heere. Zeker als er menselijk gezien geen hoop is, weten we dat Hij alle macht heeft. Bij de geboorte van een baby worden we thuis uitgenodigd om een dankbijeenkomst te houden. Dan richt het gebed zich op het gezin en het nieuwe kindje. Als een jongen komt melden dat hij in het huwelijk wil treden, vragen we naar de leefwijze van de jongen en het meisje. Als ze seksueel verkeer hebben gehad, krijgen ze geen toestemming om het huwelijk kerkelijk te laten bevestigen. Wél wordt een dienst bij hen thuis gehouden en wordt er een zegen gevraagd over het huwelijk. Bij een sterfgeval brengt de kerkenraad zo’n vier tot vijf dagen achtereen een bezoek aan de familie. We bidden en lezen uit de Bijbel en kiezen daarvoor passages zoals Psalm 103, over de vergankelijkheid van het leven. Bij alle momenten van pastorale zorg gaat het er uiteindelijk om dat Gods Woord centraal staat. Dat moet spreken.'

Herderlijke zorg

Ad de Pater is evangelist in de jonge zendingsgemeente van Delvinë. Er is nog geen kerkenraad omdat de gemeente nog niet zelfstandig is. Daarom is de evangelist verantwoordelijk voor het pastoraat. 'Zo gauw er enkele schapen bij elkaar zijn, is er herderlijke zorg nodig. Dat is in de natuur zo, maar dat is op het geestelijk vlak precies hetzelfde. Al zijn er nog geen ambten en is er nog geen gemeente, toch is het pastoraat nodig. De mensen hebben vragen, zorgen en problemen. Er is bij een gemeente in wording zelfs meer pastorale zorg nodig omdat er nog weinig bijbelse gewetensvorming is,' vertelt Ad. Omdat de meeste mensen niet van jongs af aan zijn opgegroeid met de Bijbel, weten zij vaak niet wat goed en kwaad is vanuit een bijbels oogpunt. De pastorale zorg beperkt zich niet tot de belijdende leden van de jonge kerk. 'Ik geef pastorale zorg aan alle mensen die de kerkdiensten bezoeken. In het verlengde van het pastorale bezoek ligt het evangelisatiebezoek. Ik bezoek bijvoorbeeld de zieke vader van een kerkganger.'
Al is Ad degene in de gemeente die het meeste pastorale werk verricht, hij krijgt regelmatig hulp van anderen. Veel vragen of problemen die hij tegenkomt, hebben te maken met de lokale cultuur. In zo’n geval vraagt hij advies of informatie aan gemeenteleden. 'Zeker in de Albanese cultuur is het vaak onmogelijk om het pastorale werk alleen te doen. Op bezoek gaan bij een vrouw alleen is bijvoorbeeld niet mogelijk. Ik neem dan mijn vrouw Ilse of een gemeentelid mee.'

Kerkverlating

'De GJPI is een zelfstandige kerk en ook zelfstandig in het geven van pastorale zorg,' vertelt ouderling Awom, 'dat wil niet zeggen dat we de bijscholingen vergeten zijn die aan ons zijn gegeven. Er is in het verleden begeleiding gegeven door Kees van der Maas, Aad van Kranenburg en Gert Guiljam.' Dominee Maling vult aan: 'In het verleden was er wel aandacht voor begeleiding van predikanten, maar nu hoopt de zending dat we hier zelf zorg voor dragen. Ondertussen heb ik niet de moed om te zeggen dat we zelfstandig zijn in dit opzicht. Er zijn veel zorgen. Veel leden lopen weg uit de kerk vanwege het huwelijk met een tweede vrouw, overspelen ongehuwd samenwonen. Kerkleden komen niet trouw op naar de kerkdiensten en predikanten stappen in politieke functies. De GJPI gedraagt zich niet overeenkomstig haar roeping.'
Verder geeft dominee Maling aan dat er verschillende problemen zijn waar mensen zelf mee komen: 'Vervloeking is iets wat typisch is voor de Papoea-cultuur. We verlenen hier pastorale zorg aan mensen die vervloekt zijn. Daarnaast zien we in het gemeenteleven de praktijken van tovenaars.'
Ad de Pater heeft ook te maken met kerkverlating. Het is soms lastig om met iemand die van de kerk dreigt af te raken een gesprek te hebben. 'Je kunt niet blijven wachten tot zo’n bezoeker uit zichzelf terugkomt. Dat gebeurt niet. Een pastoraal bezoek is dan nodig en belangrijk. Dit valt niet altijd mee. Men zwijgt en draait er omheen. Goed luisteren, open vragen stellen en je inleven in de situatie is heel belangrijk. Ik neem bij zo’n gesprek graag een Albanees lid mee, ook in verband met taal en cultuur.' Als de situatie erg moeilijk is, overlegt Ad met het zendingsteam hoe hij moet handelen. Als het team er ook niet uit komt, kan advies gevraagd worden aan het deputaatschap.

Luisteren

Een pastoraal werker moet volgens Ad zijn oren en ogen goed gebruiken. 'Er zijn veel vragen in de gemeente, maar de mensen lopen daar niet mee te koop. Er is een basis van vertrouwen nodig. Pas dan zullen de mensen met hun vragen en problemen voor de dag komen. Nu we hier bijna twee jaar zijn, beginnen we het vertrouwen te winnen van de mensen om ons heen. Ze komen met hun vragen naar ons toe. Dat gaat dan vaak via een vriend of bekende die als het ware bemiddelt. Dat is hier de gewoonte. Dan komt mijn gemeentelid Reni Barjami bijvoorbeeld naar me toe: ‘Ik heb iemand gesproken en heb hem beloofd dat jij ook eens langskomt.’ Dan weet ik dat ik er op af moet gaan en dat Reni de deur al een stukje heeft opengezet. En dan ga ik ernaar toe, eerst maar eens om te luisteren en te kijken. Je moet in het pastoraat goed kunnen luisteren, ook naar die dingen die juist niet worden gezegd.'
Soms kunnen pastorale bezoeken erg moeilijk zijn. Wat moet je zeggen? Hoe moet je de problemen oplossen? 'Het is dan zo belangrijk om contact te houden met de Heere Jezus, Die mij naar deze gemeente zond. We zijn zo afhankelijk van Hem! Dat ervaar ik zeker als het gaat om uitzichtloos lijden of sterfgevallen. Dan weet ik soms niet wat ik moet zeggen of hoe ik de problemen op moet lossen. Maar dan moet de Heere me weer op mijn plaats brengen. Als pastor hoef je geen oplossingen aan te dragen. Wel moet je samen de nood aan de Heere voorleggen.'

Tucht

Een goede herder geeft goede zorg aan zijn schapen. Dat betekent soms ook dat ze terechtgewezen moeten worden. Ook op Papoea zijn er dwalende schapen. Dominee Maling vertelt dat er in de tijd dat hij predikant is nog geen tuchtzaken zijn voorgekomen. 'Wel zijn er jongeren die ongehuwd samenwonen. Als de vrouw in verwachting is, gaat de kerkenraad op bezoek en deelt mee dat de baby niet direct gedoopt mag worden. Eerst moet er schuldbelijdenis zijn en pas daarna kan de baby gedoopt worden.'
Ouderling Awom heeft in de tijd dat hij ouderling is al het een en ander meegemaakt: 'De tucht wordt toegepast bij het huwen van een tweede vrouw, bij moord- en overspelzaken. Als iemand een tweede vrouw trouwt, krijgt hij geen pastorale zorg meer. Er zijn voorbeelden van mensen die dan tot inkeer komen en hun tweede vrouw naar huis sturen.' Hij vindt het wel moeilijk om deze mensen los te laten. 'In geval van moord en overspel wordt wel toenadering gezocht vanuit de kerkenraad. Je hoopt dat mensen tot inkeer komen.' Ouderling Awom maakt zich zorgen over de huidige situatie. 'Het gaat er toch om dat we dicht bij de Heere leven, maar bij velen lijkt het te gaan om een mooie organisatie en om geld.'

Op bezoek

Ook Ad de Pater vindt het pastorale werk soms aangrijpend. 'Vlak bij ons woont een verlamde vrouw. Ze is pas weduwe geworden. Haar man had hartklachten en moest regelmatig naar het ziekenhuis voor nierdialyse. Voordat hij stierf, heb ik het echtpaar bezocht. De vrouw wilde wel luisteren, maar de man zei duidelijk: ‘Bij mij moet je niet zijn. Ik ben en blijf een moslimman.’ Korte tijd later is hij gestorven. Het grijpt je aan dat hij gestorven is in de overtuiging dat hij op het goede spoor zat. Als je bij zijn hulpbehoevende vrouw op bezoek komt, kun je haar grote problemen niet oplossen. Maar ik mag daar wel Gods Woord laten horen en in gebed haar nood aan de Heere voorleggen. Natuurlijk voegen we de daad bij het Woord. Als we haar bezoeken, nemen we eten en drinken mee en bijvoorbeeld een pak met incontinentiematjes.'
Ad herinnert zich ook een bemoedigend bezoek aan de heer Kostaq Xuxi. 'Twee jaar geleden is zijn vrouw overleden. We mogen geloven dat ze bij de Heere is. In het gezin merk je dat de kinderen dicht bij de Heere leven. De eerste tijd was het moeilijk om een gesprek met hen te voeren in het Albanees. Nu gaat dat beter en ervaar ik dat er een band groeit, ook op geestelijk gebied.'
Ten slotte vertelt Ad ons over Feliks, een leergierige jongen die trouw naar de kerk komt. 'Hij heeft zelf om catechisatie gevraagd. Samen met drie jongens uit zijn klas heeft hij afgesproken dat hun taalgebruik netjes zal zijn. Dat raakt je. De vader van Feliks is een islamitische schapenslachter. Hij staat er achter dat zijn zoon naar de kerk komt en catechisatie krijgt. Ook heeft hij aangegeven zelf onderwijs te willen ontvangen. Ik hoop dat dit contact verder mag groeien en dat ook deze man de Heere mag leren kennen.'  

Eerder verschenen in Paulus 323 - mei 2011 

Als een herder op het veld

Als een herder op het veld

  • Download