Beschermende dijken doorgebroken?

Terugkeer van missionkids


Een paar regels uit een artikel in Daniël van evangelist Peter van Olst zijn bij me blijven haken. Vanuit Ecuador schreef hij onder de kop ‘Stille revolutie’ over de huidige Nederlandse jongerencultuur. Het ging deze keer niet over heidenen in buiten- of binnenland. Hij had het over de omgeving die wij hier in Nederland met elkaar vormen, een reformatorisch bevolkingsdeel in een platte cultuur. Uit onderzoek was hem ter ore gekomen dat een toenemend aantal leerlingen uit het reformatorisch onderwijs bij dagopeningen of -sluitingen niet meer meebidt.

Door P. Eikelboom 

Hardop vraagt hij zich af of dit mogelijk een gevolg is van de ‘culturele revolutie die zich aan het voltrekken is’. Iets verder in het artikel legt hij onder het kopje ‘Gevaarlijk’ bij de (jonge) lezers van Daniël een vraag neer die mij heeft aangegrepen. Ik citeer het stukje: 'Als zendingswerker ver van huis merk je hoe Nederland een gevaarlijke omgeving is geworden. Je komt zelfs voor de vraag te staan of je er goed aan doet je kinderen in hun tienerjaren mee terug te nemen. Hun onderwijssituatie kan repatriëring nodig maken, maar wat als het gaat om hun zielenheil? Reformatorisch onderwijs is voor ons ver van huis een mooie droom, echt waar. Maar wat als je ziet dat de dijk het water haast niet meer tegenhoudt?'

Missionkids

Toen ik over deze regels nog wat nadacht, herinnerde ik me verschillende gesprekken met gerepatrieerde zendingswerkers. De vraag hoe het met de kinderen gaat, komt daarbij bijna vanzelf aan de orde. Niet alleen in het eerste gesprek kort na terugkeer, maar ook later. Al een paar keer was het me opgevallen dat voor missionkids (kinderen van zendingswerkers) die net teruggekeerd zijn de kennismaking met Nederland niet meevalt. Het is voor hen soms onbegrijpelijk hoe hun reformatorische leeftijdgenoten op de middelbare reformatorische school vormgeven aan hun christen-zijn. Zij verwachten jongeren tegen te komen die bewust omgaan met de maatschappij waarin zij leven. Maar de kennismaking met gedrag, woordenschat en belangstellingssfeer van hun leeftijdgenoten is voor hen soms schokkend. In díe cultuur passen zij niet. Is de beschermende dijk al doorgebroken?

Natte voeten

Het valt voor kinderen niet mee om met hun ouders terug te verhuizen naar Nederland. Ze zijn er niet opgegroeid en soms zelfs niet geboren. Hun thuisland ligt meer in het zendingsland, terwijl de verlofperiodes in Nederland soms eerder beleefd werden als een lange vakantie in het buitenland dan als een verlofbezoek in hun vaderland. Als de dag van de definitieve terugkeer is aangebroken, betekent dat voor hen afscheid nemen van een vertrouwde leefwereld en gaan wonen in een (gedeeltelijk) nieuwe omgeving. Missionkids hebben dan ook vaak een gewenningsperiode nodig om hier in te voegen. Soms is er deskundige begeleiding nodig om zich in Nederland beter op hun gemak te gaan voelen.
Het is ongetwijfeld zo dat er allerlei factoren een rol spelen. Toch kun je daarmee de negatieve confrontatie met ons ‘reformatorische klimaat’ niet wegredeneren. Van Olst heeft een punt als hij hardop de vraag stelt of je er als zendingswerker goed aan doet om met kinderen in de tienerleeftijd naar Nederland terug te keren. Hoe sterk zijn we met elkaar nog in het concreet en zichtbaar inhoud geven aan het christen-zijn? Naar ‘de wereld’ toe, maar ook onderling?

Leefstijl

Ik durf de stelling wel aan dat in den vreemde meestal bewuster omgegaan wordt met de godsdienstige opvoeding dan in Nederland. Niet dat gezinnen van zendingswerkers beter zijn. Maar door de uitzending en de context waarin men leeft zijn er wel verschillen. De kinderen van een echtpaar dat uitgezonden wordt delen ook in de uitzending. Natuurlijk: pa is zendingswerker, maar het gezin leeft intensief mee op het zendingsveld. Zonder dat ze daar erg hun best voor hoeven te doen, weten zendingskinderen veel over het werk. Zij leven in een context waarin men erop gericht is om de bijbelse boodschap uit te dragen, zeker ook in gedrag en de manier van omgaan met de naaste. Kinderen kunnen op een natuurlijke manier hun christelijke overtuiging en leefstijl laten blijken in de omgeving. Dat doen zij vaak gemakkelijker dan volwassenen. Zou het voor zendingskinderen niet vanzelfsprekender zijn om ‘evangelist’ te zijn dan voor ons, jongeren en volwassenen in Nederland? Laten we oppassen voor idealiseren. Het leven op een zendingsveld is voor kinderen soms geïsoleerd en eenzaam, zeker als zij in de tienerleeftijd zijn. Ze verlangen wel eens naar een klas met jongeren die net als zij denken. In ieder geval hebben ze daar zo hun ideeën of idealen over.
Laten we ook niet vervallen in somberen. In Nederland zijn er veel ouders die veel aandacht besteden aan Gods Woord en levensstijl. Bovendien krijgen kinderen behalve thuis ook op school en in de kerk godsdienstige opvoeding.

Roeien

Op het zendingsveld werkt dit wat anders. Zendingsgezinnen zijn er vaak bewuster en op meer terreinen mee bezig. Reformatorische scholen zijn er niet en catechese verzorgt men meestal zelf. Ouders zijn op het zendingsveld zelf verantwoordelijk voor het onderwijs, ook al zal ZGG waar mogelijk steun bieden. In Albanië en in Guinee werken momenteel twee onderwijsvrijwilligers voor het onderwijs op het niveau van de basisschool. Dat is een grote steun voor ouders. Daarnaast maken lespakketten van de Wereldschool of contacten met reformatorische scholen in Nederland het mogelijk dat kinderen tot hun diploma toe in het buitenland onderwijs volgen, ook zonder leerkracht ter plekke. Verder zijn er soms lokale of internationale scholen. Maar welke vorm er ook gekozen wordt: kinderen en jongeren worden bij het onderwijs intensief begeleid door hun ouders. Het is heel normaal dat ouders helpen bij bepaalde vakken (talen, exacte vakken) of zelf godsdienstonderwijs en catechisatie geven. Net als in Nederland is dat soms roeien met de riemen die je hebt of moet je met elkaar vechten tegen de stroom in. Ook op het zendingsveld puberen kinderen en gaat het niet altijd goed met hen. Ouders en kinderen moeten samen een weg zien te vinden, soms met hulp van andere teamleden. Gelukkig leren de meesten zich op een positieve manier staande te houden.

Branding

En dan komt men op een dag terug naar Nederland. Met een beeld over de reformatorische (jongeren)wereld. Veel daarvan is juist. Er is goed onderwijs, er zijn reformatorische jongeren, we gaan allemaal naar de kerk. Op één belangrijk punt klopt het beeld vaak niet. Missionkids verwachten dat jongeren in de praktijk christen-zijn en beseffen dat het ertoe doet hoe je leeft en wat je uitstraalt naar de omgeving. Die verwachting is niet juist. Jongeren in Nederland hebben lang niet allemaal geleerd om bewust om te gaan met hun christelijke achtergrond en identiteit. Een deel is niet innerlijk betrokken op de Heere en Zijn dienst. Gedrag en taalgebruik kunnen vaak de toets van de Tien Geboden niet doorstaan. Hoeveel jongeren laten de wereld ongefilterd via mobieltjes, internet en films binnenspoelen? Missionkids belanden in Nederland, in onze kring, soms in de branding van deze goddeloze wereld, terwijl zij echt een ander klimaat verwachten in ons land, in de kerk en op de scholen. Het is pijnlijk te ervaren dat het vreemd gevonden wordt als je ervoor uitkomt waar je voor staat.

Spiegel

Van Olst schreef: '…maar wat als het gaat om hun zielenheil?' Hij keert de zaak eens om: wij zijn bezorgd over de geestelijke nood van heidenen, hij over die van zijn kinderen als zij zouden terugkeren in Nederland. Het is niet alleen een verantwoordelijke taak van een kerk om mensen uit te zenden, maar ook een even grote taak om mensen die terugkeren weer goed te ontvangen. We moeten beslist aandacht besteden aan de kinderen van zendingswerkers. Zij moeten zich aanpassen aan de Nederlandse cultuur waar we allemaal deel van uitmaken. Omgekeerd houden zij ons een spiegel voor: hoe staan wij in deze samenleving? Als we die vraag ter harte nemen, is dat winst. Dan hoeven repatriërende zendingswerkers zich wellicht wat minder af te vragen of terugkeer wel goed is voor hun kinderen.

Eerder verschenen in Paulus 321 - januari 2011 

Beschermende dijken doorgebroken?

Beschermende dijken doorgebroken?

  • Download