Een bijzondere herinnering

Izi's herdenken jaarlijks hun doop


Het is een spannende dag! Op zaterdag 21 augustus 1977 zijn in de kerk van het dorp Onuenyim-Agbaja in Izi, Nigeria, twaalf jonge mensen bijeen, samen met twee deputaten uit Nederland, een zendingszuster en een evangelist. Vandaag worden deze twaalf catechisanten bevraagd op hun motivatie om belijdenis te doen en gedoopt te worden.

Door J.M. Commelin

Ds. P. Blok opent op die bijzondere dag het samenzijn met gebed. Natuurlijk zingen ze ook met elkaar. Dan worden de catechisanten een voor een naar voren geroepen om bevraagd te worden.
De eerste die naar voren komt is John Mbam. Hij is drieëntwintig jaar. We vragen hem: ‘Waarom wil je gedoopt worden?’ Hij antwoordt: ‘Ik geloof dat het bloed van de Heere Jezus door de doop voorgesteld wordt. Alleen Zijn bloed kan mij redden.’ John vertelt dat hij in zijn vroegere leven bang was voor de boze geesten. Altijd was hij onrustig. Toen hij naar kerk ging, begon hij zijn zonden te zien en schaamde hij zich erover. Hij begon tot God te bidden. John belijdt dat hij gelooft dat hij niet beschaamd zal worden nu hij op de Heere Jezus vertrouwt. Ook vragen de deputaten hoe zijn leven nu is. Hij vertelt: ‘Ik merk dat de kracht van de zonde vermindert. Nu wil ik graag anderen waarschuwen om niet door te gaan in hun zondig leven.’
Nadat nog enkele vragen zijn gesteld, wordt besloten dat John Mbam gedoopt mag worden.

Juju’s en amuletten

Als tweede komt Immanuel Ede aan de beurt. Hij is de zoon van de bekende Mbam Ede. Zij was een geestelijke moeder in Izi. Ook hem wordt de vraag gesteld: ‘Immanuel, hoe kom je ertoe om gedoopt te willen worden?’ Hij antwoordt: ‘Door de preken die ik hoorde, ontdekte ik mijn zondige leven. Ik ging zoeken naar verlossing. Gelukkig gaf de Bijbel mij licht! Ik mag nu pleiten op het bloed van Christus, dat mij reinigt van mijn zonden.'
We vragen wat hij gedaan heeft met zijn afgoden; zijn juju’s en de amuletten. Immanuel antwoordt: ‘Ze zijn allemaal weg en… ik ben gewoon blijven leven! Vroeger dacht ik dat ik zou sterven, als ik deze afgoden niet zou eren. Dit is een bewijs dat Jezus machtiger is! Ik heb Hem lief met mijn hele hart.’ Ook hij wordt toegelaten tot de doop.
Zo komen alle twaalf een voor een aan de beurt. Zeven van hen worden toegelaten tot de doop; drie anderen zijn reeds gedoopt in de Rooms-katholieke kerk en zullen belijdenis van hun geloof doen. Helaas moeten we twee van hen vragen om zich nog beter voor te bereiden voor de doop. Maar het wonder is groot: tien jonge mensen die zich aan de dienst van de Heere overgeven. We kunnen niet in hun harten kijken, maar bij velen van hen blijkt wel uit hun leven dat ze het van harte menen!

Zichtbare prediking

Dan is het zondag, 22 augustus. De dopelingen knielen een voor een neer voor de tafel en dominee Blok spreekt de doopformule uit en sprenkelt het water op hun hoofd. Het is een zichtbare prediking: zo wast het bloed van Christus eenieder van hen die gelooft schoon van al zijn overtredingen! Het is een feestdag! De dopelingen zullen deze dag nooit eer vergeten. En daarom komen ze elk jaar, als het even kan op 22 augustus, samen om de Heere ervoor te danken.

Herdenking

Op 22 augustus 2017 is het veertig jaar geleden dat ze de Heilige Doop ontvingen. Die dag van hun doop willen ze op bijzondere wijze herdenken. Het lukte niet om allen bij elkaar te krijgen op 22 augustus 2017. Daarom kiezen ze ervoor om het te doen op 2 februari 2018. En wat een mooie dag is het geworden!
Onder de sinaasappelbomen op het terrein van Asaph Nwamkpuma, zijn ze bijeen. Sommigen van hun vrouwen zijn er ook bij. En twee broeders uit Holland, oudgedienden uit die eerste tijd, mogen er ook bij zijn: dr. Peter Scheer en Johan Commelin. Asaph opent de samenkomst met een woord van welkom: wat een wonder dat we hier allen gezond en wel na 40 jaar bijeen zijn! Het is genade van God! Daarna vraagt hij Immanuel om een lied aan te zingen en vraagt dominee Iziogo voor ons Gods zegen. De kola (een welkomstgift) wordt gepresenteerd: het zijn vruchten van de eggplant, een bittere vrucht. Immanuel, de zanger-evangelist, heft weer het ene lied na het andere lied aan. Er worden drie meditaties gehouden, afgewisseld met gebeden, liederen en een maaltijd.

Eerste liefde of hedendaagse afgoden

Ds. Iziogo houdt de eerste meditatie over Jezus’ brief aan de gemeente van Efeze (Openb. 2: 1-7). Hij benadrukt vooral de woorden van de Heere Jezus: ‘Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten’ (vers 4). De meditatie maakt diepe indruk. Na afloop vertelt iemand tegen me: ‘De meditatie van ds. Iziogo sprak me erg aan. Ook ik heb mijn eerste liefde verlaten.’
Daarna spreekt ds. M. Ewogu. Hij is predikant in Lagos en houdt ons de inhoud van de brief aan Thyatire voor (Openb. 2: 18-29). Hij waarschuwt ons dat we geen mensen als Izebel (vers 20) mogen tolereren in de gemeenten. Ze is een valse profeet en verleidt de mensen tot hoererij en afgodendienst. Het is herkenbaar; helaas is er, volgens onze vrienden, veel afval en drang om de mammon en andere hedendaagse afgoden te dienen. De getrouwen worden vermaand om ‘vast te houden wat ze hebben’: het bijbels getuigenis en het ware geloof in de Heere Jezus.
Ondertussen hebben de vrouwen een heerlijke maaltijd van Yam-fufu, een stijve puree, bereid en worden we uitgenodigd die te gebruiken. Samen eten verbindt ons ook als broeders en zusters. Daarna wordt er weer gezongen en gebeden.

Lauwheid

De laatste meditatie gaat over de brief aan Laodicea (Openb. 3: 14-22). Deze meditatie mag ik verzorgen. In het kort komen twee woorden van de Heere naar voren: ‘Zo dan, omdat gij lauw zijt, en noch koud noch heet, Ik zal u uit Mijn mond spuwen.’ Geestelijk lauw zijn is zoiets als: de schijn ophouden. Dat is een van de grootste zonden voor God. Hij kan dat niet verdragen en moet ons ervoor verwerpen. Toch doet Hij dat niet direct! Nee, Hij bestraft en kastijdt ons, omdat Hij ons liefheeft (vers 19). Opdat we ons zouden bekeren en wij Hem weer ijverig zouden gaan zoeken. Hij staat aan de deur van ons hart en wil binnengelaten worden! Zo groot is Zijn liefde!

In het stof

Het Woord raakt ons allen. Na deze drie indringende boodschappen van de Heere Jezus aan ons, voelen we ons beschaamd. We kunnen nu alleen maar neerknielen in het stof. Letterlijk, om onze zonden te belijden en te smeken om weer in genade aangenomen te worden. Zo eindigt onze samenkomst. Asaph Nwamkpuma noemt het een begin van een opleving. Laat dit zo mogen zijn, tot eer van Zijn Naam!
Ondertussen ben ik weer terug in Nederland. Een hoofd en hart vol herinneringen. Zou het ook ons in Nederland niet passen om meer aan onze doop te gedenken en om samen te smeken om een geestelijke opleving? Omwille van Gods eer en tot uitbreiding van Zijn Koninkrijk!

Eerder verschenen in Paulus 362 - mei 2018