Een les in volgen en loslaten

Oorzaken van werkdruk op het zendingsveld


'Het is heel wat als je voor de zending uitgaat. Ik zou het niet kunnen.' Zendingswerkers krijgen dit soort uitspraken nogal eens te horen. De meesten voelen zich daarbij niet op hun gemak. Het is lastig als er tegen hen opgekeken wordt. Zulke bijzondere mensen zijn ze niet. Zij zien toch ook weleens op tegen werken en wonen in een andere cultuur of kunnen zich afvragen waaraan ze begonnen zijn.

Door P. Eikelboom

In de zending worden gewone mensen uitgezonden. Werkers weten dat. Toch is er iets wat hen onderscheidt van veel anderen: er is een innerlijke drang, een roeping om uit te gaan. De Heere heeft hen afgezonderd voor het zendingswerk en daarom wordt de hand aan de ploeg geslagen zonder achterom te zien (Lukas 9: 62). Er is een uitzien om naar het zendingsveld te vertrekken om daar iets te mogen betekenen in het uitdragen van Gods Woord.

Frisse moed

Nieuwe zendingswerkers beginnen met frisse moed aan hun taak. Het is prachtig om in dienst van de Heere gemotiveerd aan de slag te gaan. Een beter ‘dienstverband’ is er niet. Vaak wordt daarbij gesproken over het wonder dat de Heere mensen wil gebruiken, de kleine kracht, de onbekwaamheid en de afhankelijkheid van God. Dat is waar. Toch wordt de praktijk vaak wel anders. Zendingswerkers blijven mensen. Vroeg of laat kunnen ook zij toch wel veel van zichzelf verwachten. Ze willen het goed doen. Dat is begrijpelijk, maar daardoor extra riskant omdat het een hoge druk op de zendingswerker legt. Het gevoel het werk bijzonder goed te moeten uitvoeren is een van de voornaamste oorzaken van de stress die ervaren wordt bij het werk in Gods Koninkrijk. Deze te hoge verwachtingen van de menselijke inspanning kunnen tijdens een verblijf op het zendingsveld chronische overbelastingsproblemen veroorzaken waardoor een zendingswerker niet verder kan of er in ieder geval even tussenuit moet.

Stress

Naast hoge verwachtingen zijn er meer factoren die een druk op zendingswerkers leggen. Karakter, werksituatie, tegenslagen en team zijn stuk voor stuk belangrijke stressfactoren. Daarbij grijpen lichamelijk, psychisch en geestelijk welbevinden op elkaar in. Onrealistische verwachtingen waardoor alles tegenvalt, maken een mens moe en somber en doen de weerstand afnemen. Iemand is vatbaarder voor malaria als er minder weerstand is. Malaria ondermijnt op zijn beurt ook de psychische conditie. Ook als het geestelijk leven ingezonken is, kan dat het psychisch en lichamelijk welbevinden van een zendingswerker aantasten. Al deze factoren spelen mee bij (het ontstaan van) stress.
Wij zijn bij werkdruk geneigd vooral te kijken naar de te grote hoeveelheid werk. Te veel werk hoeft echter niet direct te betekenen dat iemand automatisch stress en overbelasting ervaart. De een kan daar beter mee omgaan dan de ander. Het is maar ten dele waar dat stress veroorzaakt wordt door de hoeveelheid taken die iemand heeft. Bovendien kan juist te weinig werk ook een belasting zijn.

Aanpakken en vergaderen

Waarom ervaart de een in een situatie wel stress en de ander niet? Er is een verband met het karakter en de persoonlijke aanpak van werkers. Het is bekend dat perfectionisten, mensen die hoge eisen stellen aan zichzelf en anderen, vatbaar zijn voor stress. Een andere groep die zeker ook in zendingssituaties risico’s loopt, is de groep ‘aanpakkers’. Zij kunnen niet stil zitten, zijn gericht op dingen doen en doelen bereiken. Praten en vergaderen zijn niet hun sterkste kant. Als zij in Afrika of Azië aan het werk gaan, vraagt dat forse aanpassingen omdat de mensen daar meer tijd voor de dingen nemen dan in het Westen.

Persoon

De situatie waarin een zendingswerker terechtkomt en zijn of haar taak heeft, heeft natuurlijk ook invloed. De een begint als evangelist in een stad waar vanaf het nulpunt alles opgebouwd moet worden of gaat aan de slag in een gebied waar openlijk zendingswerk verboden is. Vaak zijn er wel een paar contacten, maar verder is er ‘niets’. De ander is de opvolger van een bijbelvertaler die al een aantal Bijbelboeken heeft vertaald of neemt het werk over van een vrouwenwerker die al goede contacten heeft gelegd. Het stramien voor het werk ligt dan als het ware al klaar.
Welke situatie zou voor een zendingswerker moeilijker zijn? Dat is niet zomaar te zeggen. Het hangt voor een belangrijk deel van de persoon en de ervaring van de werker af.
Een voorbeeld maakt duidelijk hoe persoonlijke eigenschappen een rol spelen. Tijdens een opleiding bij Wycliffe in Engeland kreeg een vrouw het advies om - bijvoorbeeld - nooit onder Pakistani te gaan werken. Zij was vrijgezel en had een extravert karakter. De mensen in Pakistan zouden haar om die eigenschappen niet accepteren. Bovendien zou zij zelf zich gebonden en beknot voelen door allerlei culturele beperkingen voor vrouwen. Aan de andere kant zou het voor haar misschien geen probleem zijn om te werken in een gesloten land met politieke beperkingen voor zendingswerkers, omdat zij dat met haar karakter wel aan zou kunnen.

Team

In alle situaties speelt een team een belangrijke rol. ZGG kiest ervoor om mensen bij voorkeur in een team te laten werken. Het geeft de gelegenheid om op het veld samen te werken en te overleggen. Op die manier kunnen teamleden elkaar helpen en ervoor waken dat iemand te veel van zichzelf vraagt. Aan de ene kant moeten werkers als ‘kleine zelfstandigen’ hun werk kunnen doen; aan de andere kant voorkomt een teamverband dat zij daarbij alleen komen te staan.
Een team kan ook een stressfactor zijn. Als mensen niet goed bij elkaar passen, conflicten krijgen en respect voor elkaar verliezen, is dat een groot risico voor hun welbevinden en de voortgang van het werk. Een zendingswerker die in deze omstandigheden belandt, zal hoe dan ook druk ervaren in het wonen en werken op het zendingsveld. De stress hoeft dan niet zozeer veroorzaakt te zijn door het werk op zich, maar het werk lijdt er wel onder. En de werker ook.

Te weinig mensen

Hardnekkige, jarenlange vacatures na de terugkeer van collega’s vormen eveneens een risico voor zendingswerkers. Een team werkt samen aan een unieke opdracht. Het vertrek van collega’s kan daardoor harder aankomen. Het is verdrietig afscheid te nemen van mensen met wie je intensief hebt samengewerkt en samengeleefd. Achterblijvers maken vaak een soort rouwproces door.
Ook worden taken die blijven liggen, soms te gemakkelijk ‘erbij’ genomen. Als een werker die plicht voelt, neemt het risico op overbelasting snel toe. Dit risico is in zendingssituaties groter dan in Nederland. Daarbij komt dat de achterblijvende collega’s vaak op afstand wonen en niet goed kunnen inschatten welke taken er voortgezet moeten worden en wat daarbij (on)mogelijk is. In de nieuwe situatie kan het zomaar gebeuren dat in het team verschillen van inzicht ontstaan over het voortzetten van het werk. De één vindt dat het zondagsschoolwerk echt doorgang moet vinden, desnoods vanuit een andere post, terwijl de ander van mening is dat dit beter overgedragen kan worden aan lokale christenen. En wie ziet hoe hard een collega in een andere plaats werkt? Deputaatschap en bureau zitten nog verder weg. Met e-mail wordt over welbevinden niet zo gemakkelijk iets gedeeld. Toch zijn we in Nederland daar wel grotendeels afhankelijk van om te weten hoe het met iemand gaat. Deze factoren bij elkaar kunnen eenzaamheid geven die stress veroorzaakt.

Loslaten

Alle zendingswerkers kunnen vertellen over tegenvallers en tegenslagen. Die horen bij zendingswerk. Satan zal niemand zomaar uit zijn leger laten vertrekken. Hij biedt altijd tegenstand. Soms is die tegenstand tastbaar in de zendingssituatie. Er worden bedreigingen geuit, vervloekingen uitgesproken. Dan komt hij dichtbij. Maar toch, hoewel hij een geduchte tegenstander is, drijven zijn aanvallen werkers uit naar hun Zender. Die biedt een plaats waar geen druk maar rust ervaren wordt.
Vaak zijn het de eigen (te) hoge verwachtingen en aanpak of stijl die de stress doen oplopen. Het is geen schande om daar tegenaan te lopen. Zendingswerkers leren door ervaringen dat het anders moet. Het beschermt als dat geleerd is. Een paar weken geleden vroeg ik een werker in een mail naar de werkdruk. In de reactie stond: 'Werkdruk? Ach. Ja, het vraagt best veel van me. Tegelijkertijd heb ik ook geleerd dat je vaak stress ervaart omdat je zo je eigen gedachten en plannen hebt. Het is een grote les in volgen... en loslaten.'

Eerder verschenen in Paulus 331 - september 2012