Heftige strijd en weinig voorkennis

Belijdenis doen in de jonge zendingsgemeente Buenas Nuevas


'Géén belijdenis doen? Hermanos, hoe kunnen jullie dat nu denken? Als ik zie wie de Heere het afgelopen jaar voor me is geweest, dan kán ik toch niet anders? Bij wie moet ik het dan zoeken? Nee, elke keer dat ik ook maar één stap afwijk, merk ik weer dat het leven buiten Hem een verschrikking is.'

Door Peter van Olst

Verrast kijken we Karen aan. Zó’n vaste overtuiging hadden we zeker niet verwacht. Sofieke en ik, we wilden haar juist nog graag even ontmoeten, omdat we hoorden dat ze aan het twijfelen was. We meenden die twijfel ook zelf bij haar te hebben bespeurd, omdat ze net een paar keer afwezig was geweest in de kerkdienst. Dat is meestal geen goed teken als de eindgesprekken van de belijdeniscatechisatie zich aandienen...
Maar het blijkt dus oud nieuws te zijn. Dat Karen opziet tegen het belijdenis doen was al van meet af aan bekend. Dat heeft voortdurend wel een rol gespeeld. Het valt ook niet mee voor iemand van nog maar 22 jaar om zich voor het leven te binden. Zéker niet voor een alleenstaande moeder als Karen, die pas net haar middelbare school studie aan het afronden is. Daarom zijn we oprecht blij om haar zo vastberaden aan te treffen.
'Hermanos,' vervolgt ze, 'God is de enige Die mij en mijn ouders kan helpen. We komen uit zo’n hopeloze situatie. Natuurlijk zie ik er nog wel tegenop. Ik ben bang dat ik beloften afleg die ik niet waar kan maken. Maar wie anders dan de Heere Jezus kan mij helpen? Hij heeft het gezin van mijzelf en mijn vader en moeder uit de goot willen halen. Hij zal mij ook verder helpen.'

Strijd

Belijdenis doen op het zendingsveld speelt zich nogal eens af in een andere dynamiek dan belijdenis doen in het verband van een gevestigde kerk. Minder voorkennis, heftiger strijd - zo zou je het kunnen samenvatten. Daardoor spreekt niets vanzelf. Het had zomaar kunnen zijn dat op het laatste moment de twijfels het bij Karen toch weer gewonnen hadden. Je weet het nooit van tevoren.
Toen het belijdenisklasje met Karen een jaar geleden begon, waren er zes deelnemers. Slechts drie daarvan konden begin januari uiteindelijk worden toegelaten. Eén vrouw, nog overgebleven van de vorige belijdenisklas, viel gedurende het jaar helemaal af. Eerst zagen we haar steeds minder, toen kwam ze helemaal niet meer. Het rauwe leven won het toch weer. Zou het komen doordat ze zich vroeger met occulte praktijken heeft ingelaten?

Carmen

De man van Carmen begon samen met zijn vrouw vol goede moed aan de belijdeniscatechisatie. Het jaar daarvoor hadden ze samen al de nieuwelingencatechisatie met goed gevolg afgerond. Begin september stelden ze in hun levens verder orde op zaken door met elkaar in het huwelijk te treden. Ze vroegen over hun huwelijk ook een zegen in de kerk. Maar korte tijd later bleek de drank toch sterker dan de man. En het vlees gewilliger dan de geest.
O zeker, hij komt nog wel naar de kerk. Hij was er ook bij in de belijdenisdienst eind januari. Toen de preek al bijna was afgelopen, kwam hij plotseling binnen. Hij zag zijn vrouw (en even later ook zijn vier dochtertjes) voorin staan. Na afloop huilde hij als een kind. 'Help me, hermano, help me alsjeblieft. Ik wil ook veranderen. Ik wil ook wat mijn vrouw heeft. Maar het lukt me niet, het lukt me niet.' Zijn adem stonk naar alcohol.

Isabel

Ten slotte Isabel. Zij was misschien wel de beste catechisant. Overal maakte ze aantekeningen van. Haar vragen leerde ze heel serieus en buitengewoon goed. Geen onderwerp bleek te moeilijk. Maar... háár man wilde nog niet trouwen. Hij kwam haar zelfs eens met veel poeha uit de catechisatie halen omdat hij vond dat ze op dat moment voor hem een maaltijd moest klaarmaken. Voorzichtige weerstand aan hem bieden durft Isabel nog niet zo. Daarom komt ze tot op heden eigenlijk ook nog te weinig naar de kerk.
Het gaat je aan het hart zo iemand toch nog te moeten laten wachten. Rond de eindgesprekken huilde ze dikke tranen, beseffend dat ze niet samen met haar vriendinnen de belijdenis zou afleggen. In de belijdenisdienst was ze er niet bij - dat viel haar veel te zwaar.

Doop

Drie van de zes legden op 22 januari dus uiteindelijk de geloofsbelijdenis af, terwijl de andere drie formeel belijdeniscatechisant blijven, in de hoop dat ze vooral ook door de Heere Zelf op deze weg verder worden geleid. Het is wel een punt van zorg dat dit belijdenisklasje van mensen die wel begonnen zijn, maar het niet hebben voltooid de laatste jaren sterker is gegroeid dan het aantal belijdende leden.
In Karen (22), Carmen (33) en María (60) ontving de gemeente drie nieuwe leden en in hun in totaal vijf minderjarige kinderen nog eens evenzoveel doopleden. Carmen vroeg in het eindgesprek nadrukkelijk gebed voor haar man en Karen sprak de hartelijke wens uit dat haar vader en moeder, inmiddels trouwe kerkbezoekers, volgend jaar haar voorbeeld zullen volgen.

Hooggestemd

De vragen die de drie zusters in de belijdenisdienst voorgelegd kregen, zijn gebaseerd op de vragen uit het formulier voor de volwassendoop. De zending heeft daarvoor gekozen omdat de belijdenisdienst tevens een doopdienst zou zijn geweest, ware het niet dat Karen, Carmen en María alle drie al eens gedoopt zijn. Karen en Carmen als baby in de Roomse Kerk (net als hun kinderen overigens); María in een evangelische gemeente. De vragen zijn daarmee wel heel direct en persoonlijk en soms ook hooggestemd. 'Gelooft u dat u in zonden ontvangen en geboren bent (...) en zijn uw zonden u van harte leed?' En: 'Gelooft u dat Jezus Christus (...) u tot een Zaligmaker van God geschonken is en dat gij door dit geloof ontvangt vergeving van zonden in Zijn bloed, en dat gij een lidmaat van Jezus Christus en Zijn Kerk, door de kracht des Heiligen Geestes zijt geworden?'
Al wordt in de catechese benadrukt dat een uitwendig ja-woord of lidmaatschap niet zaligmakend is: dat is nogal wat! Niettemin hebben we op basis van de eindgesprekken gemeend deze drie zusters de ruimte te kunnen geven hun ja-woord op deze vragen uit te spreken. Dat mag in de jonge zendingsgemeente dan ook gepaard gaan met een kort persoonlijk getuigenis. Zoals dat van María, die nadrukkelijk opriep Gods Woord door te geven aan nieuwe mensen, zoals het ook óns heeft bereikt.
Het is gezien het bovenstaande geen wonder te noemen dat in de jonge zendingsgemeente de sacramentsbediening en het belijdenis doen sterker dan in de gevestigde kerk in elkaars verlengde liggen. Een week na de belijdenisdienst namen Karen, Carmen en María voor het eerst deel aan het Heilig Avondmaal. Overigens is dit ook in de zendingsgemeente geen automatisme. Het komt voor dat gemeenteleden niet kunnen deelnemen. Vaak heeft dat dan te maken met concrete zonden.

Gebed

Zo is er veel in de jonge zendingsgemeente dat overeenkomt met wat in de gevestigde kerk in Nederland gebeurt. Maar ook veel dat zich in een andere context en met een andere dynamiek voordoet. De gemeente is vooral veel jonger, soms misschien puurder, maar op andere momenten weer veel minder volwassen dan de gemeenten in Nederland. Minder voorkennis, minder beschermende traditie, heftiger en rauwer strijd. Het mag bij de kerkelijke moeder wel voortdurend leiden tot gebed voor de jonge dochter.

Eerder verschenen in Paulus 328 - maart 2012