Eenzaamheid in Ecuador

'Ik heb niemand'

Grote zalen en volle kerken. Dat zijn, laat ik eerlijk zijn en het dicht bij mezelf houden, de dingen waar ik naar verlang. Naar veel, en alles in overvloed. Naar Pinksterdag en opwekking. Naar volle velden en weidse galerijen, naar de tijden van Edwards, Whitefield, Spurgeon. 

Cristian Dekker

Een man van veertig, sinds een enkele maand een bezoeker. Verliefd, verloofd, getrouwd en... gescheiden. De ex-vrouw heeft een ander, hij begint een wild leven met mannen, de oudste dochter trekt het niet meer en neemt twee keer een overdosis. Huilend zit hij op een dag naast me in het park. 'Hermano, alsjeblieft, help me, want ik heb niemand.'

Een jonge vrouw van vijfentwintig, de oudste van een gezin van acht broers en zussen en het driedubbele aan ooms en tantes. Moeder van een knulletje van vijf. Samenwonend met een man die haar slaat, haar misbruikt, haar uitscheldt, haar uitbuit en haar bedreigt met een mes. Ze oogt dapper, altijd vrolijk, maar als ik haar vraag: 'Hoe gaat het?' breekt de dam. Of ze iemand heeft die haar helpt? 'Hermano, ik zou niet weten naar wie ik toe moet...'

Bijna iedere woensdag zit ik een paar uur in de kerk met open deur, vrije inloop voor wie behoefte heeft aan een gesprek, een kop koffie of een gebed. M'n goede vriend komt eigenlijk altijd wel even. Soms met een vraag, nog vaker 'voor de zomaar'. Zijn leven telt zo'n twintig jaren en op het oog lijkt hij gelukkig. Ouders heeft hij niet meer, een broer is met de noorderzon vertrokken. Op een dag zegt hij vanuit het niets: 'Niemand houdt van mij.'

'Ik zag uit ter rechterhand, en zie, zo was er niemand die mij kende, er was geen ontvlieden voor mij; niemand zorgde voor mijn ziel' (Ps. 142: 5). Via een familielid uit Nederland kreeg ik een mooi foldertje met de slogan: 'Doe het werk van een evangelist... op zoek naar die éne.' Daar heb ik mijn handen meer dan vól aan. 

Deze column is verschenen in de Paulus van november 2022.