Geen leeg huis!

‘Mama Fennie, Marlies gaat naar Coliah hè? Samen met Hanneke, nietwaar? Zij zijn hun huis aan het klaarmaken? Hoe zit het met het huis waar de familie De Wit in heeft gewoond? Hebben jullie daar al mensen voor gevonden?’

 ‘Vader, we zoeken echt al heel lang mensen, maar ze zijn er niet. We vragen er de Heere steeds om, maar ze zijn er niet.’

 ‘Nee? Waarom dan niet? O, dat is erg, dat is om bang van te worden.’

 ‘Ee, vader, waarom is dat om bang van te worden?’

 ‘Ee, als een huis een, twee of drie weken niet wordt bewoond, dat komt voor, dat kan. Maar als een huis heel lang niet wordt bewoond, dat is om bang van te worden.’

 ‘Maar vader, waarom dan?’

 ‘Ah, dan kan er van alles in dat huis gaan wonen.’

 ‘Vader, wat dan?’

 ‘Slangen bijvoorbeeld, en allerlei ongedierte. Jij moet zeggen tegen jouw mensen dat er gauw mensen moeten komen om dat huis weer te gaan bewonen.’

 Komt u? We, team Guinee en bevolking, we wachten op ú!’