Nederland: 29 april 2020
Ons team, ik en Nederland
‘Mijn’ team in Guinee zit in vergelijkbare omstandigheden. Ik moet even denken of het wel klopt; in vergelijkbare omstandigheden? Het is waar. En het is niet waar.
Wij hebben veel genoten van het lieflijke voorjaarszonnetje. In Guinee heeft de zon een bijna gewelddadige kracht. Wij zitten in een ‘intelligente quarantaine’. Geen handen schudden, zoveel mogelijk in huis blijven, niet met meer dan drie mensen in dezelfde ruimte. In de huizen waar corona is, blijft men thuis. Mijn teamgenoten zitten echt in quarantaine. En wel de omgekeerde quarantaine. Zij zijn gezond en willen dat graag blijven. Zeker nu in Guinee ook corona is uitgebroken. En dat kan zich ontwikkelen tot een regelrechte ramp! Het is daar vrijwel onmogelijk om ver bij elkaar uit de buurt te blijven; elkaar geen hand geven voelt in deze samenleving als een klap in het gezicht.
Wanneer ik verhalen hoor van gezinnen in Nederland zie ik zomaar beelden van Guinee oplichten in mijn hoofd. Op zondag zijn wij en u in Nederland (wij – uhm, dat moet zijn: zij in Guinee) op dezelfde manier in de kerkdiensten aanwezig. Zowel zij als u en ik proberen via internet, scan of kerktelefoon verbinding te maken met onze gemeente. Als ik in gedachten naar Guinee floep, zie ik mijn collega’s zitten, de kinderen erbij. Pennen, potloden en papier liggen in de aanslag op de salontafel. Na het grote gebed en het zingen gaan ze vaak zitten tekenen, kleuren of wat opschrijven over wat ze horen.
In Guinee lopen veel verschillende werkzaamheden door elkaar heen, niet zomaar even, maar de hele dag, en alle dagen. Nu hoor ik Nederlandse mensen datzelfde zeggen. Een juf zegt: ‘Ik ben de hele dag bezig geweest, maar ik heb het gevoel dat ik niets gedaan heb.’ Thuiswerkende ouders zeggen: ‘Ik word er gek van, ik kan niet gewoon mijn werk doen.’ Ik hoor velen zeggen: ‘Het is toch wat, je kunt niet eens even naar elkaar toe.’ Maar: opmerkelijk! Zendingsgezinnen die weer in Nederland wonen zeggen: ‘We gaan gewoon weer op standje Guinee.’
Normale escape-mogelijkheden zijn in Guinee ongewoon. We wonen en werken daar temidden van mensen met heel andere gewoontes; onze collega’s vormen ons hele Nederlandse sociale netwerk, we vormen voor elkaar een stukje ‘thuis’. Even naar de supermarkt gaan om je zinnen te verzetten is er niet bij. Zomaar een eindje rijden, om even je gedachten op nul te zetten, is er niet bij. De chaos in het verkeer betekent dat ik mijn aandacht er heel goed bij moet houden en voorbereid moet zijn op onverwachtigheden; geiten, schapen, slingerende chauffeurs, overbeladen vrachtwagens die voor je gevoel zo gaan kantelen, auto’s zonder remlicht die stil gaan staan, enzovoorts. Even iets anders doen is in Guinee simpelweg niet mogelijk. En, omdat het niet mogelijk is, denk je er steeds minder aan en ebt dat verlangen weg.
Heel veel mensen in Nederland, en ik dus ook, kunnen nu ook niet ‘even iets anders doen’. En: ik vind dat moeilijk, net als de anderen. Het is blijkbaar moeilijk te verhapstukken als dingen niet meer kunnen die normaal gesproken vanzelfsprekend zijn. Ik mis ook de kerkgang. Ik was ronduit teleurgesteld: ben ik in Nederland en dan kan ik nog niet naar de kerk!
In Guinee gaat het kerkelijke leven zijn gewone gang. Er is nooit franje of opsmuk. Christelijke feestdagen zijn daar ontdaan van alles. Er is geen muziek in de winkels die erop wijst dat het Kerst is. We worden niet overladen met folders vol aanbiedingen die onze begeerte opwekken. De bakkersjongen komt gewoon met zijn brood zoals hij altijd komt, hij heeft geen paaseitjes bij zich. Alleen het Woord blijft over.
En al gaat nu alles zó anders, de levende Woordverkondiging van het opgestane Paaslam gaat door, zowel hier als daar en wereldwijd! En daar gaat het om.
Fennie Haase
Lees hier alle ervaringen van ZGG-medewekers in de coronacrisis.