Hoor ik er nog eens iets op terug?

Werker opent Gods Woord in onzekere omstandigheden


Ook in Oost-Azië trekt de dood zijn sporen. Enerzijds zijn er rituelen waarbij de rillingen over je rug lopen. Anderzijds ontroert het wanneer je hoort over gelegenheden die de Heere bij tijden in gesprekken wil geven.

Door Jeanet Zuidweg

Leah woont en werkt al meer dan 15 jaar in Oost-Azië. De laatste jaren is ze werkzaam als psychosociaal hulpverlener. Daarnaast biedt ze als vrijwilligster in de kerk een luisterend oor. Degenen die willen, kunnen dan hun hart bij haar luchten.

Verlies

In haar praktijk ontmoet ze mensen met allerlei psychosociale problemen: ‘Wanneer mensen niet krijgen waarnaar ze verlangen is dat net zo goed een vorm van verlies. Ook rouw na overlijden kom ik tegen in de gesprekken. Ik denk aan een vrouw die bij me kwam. Zeven jaar geleden is haar vader vermoord. Dat was heel heftig. Ze kon er niet overheen komen. In een ander gesprek ontmoette ik een jonge vrouw. Haar man was ernstig ziek. Zij droeg een ontzettende last omdat ze leefde met grote geheimen. Haar schoonouders mochten niets weten van haar ernstig zieke man.’

Opening

'Tijdens de gesprekken zijn er soms momenten om iets te vertellen over de Heere. Bijvoorbeeld wanneer mensen hun zorgen vertellen. Een vraag kan zijn: ‘Zou je willen weten wat ik zelf in zulke situaties doe?’ Vaak willen ze dat dan horen. Dan mag ik vertellen dat ik tot God bid en ervaren heb dat God mij steunt en dat Hij hulp geeft. Soms komt er opening om daarna te vertellen: ‘Ik geloof ook dat God jou kan en wil helpen. In andere situaties vraag ik: ‘Vind je het goed dat ik vanavond thuis voor jou bid tot mijn God? Een derde keer is er opening om te zeggen ‘Jij mag ook bidden.' Op de ja-maars die dan soms volgen mag in eenvoudigheid gezegd worden: Al deed je het gisteren niet, je mag er vandaag mee beginnen!’

Echt betrokken

Vorig jaar mei kwam er rouw rondom het overlijden van een oude man. ‘Rond 2005 ontmoette ik hem voor het eerst. Al meer dan vijftig jaar geleden had hij van andere zendingswerkers over Jezus gehoord. Tussen ons was dit altijd een aanknopingspunt, want hij wist dat ik in Jezus geloof. Hij kreeg destijds een Bijbel van mij die hij kon beluisteren. Hij was echt betrokken op Gods Woord, zelfs zo dat kleinkinderen zeiden: ‘Opa, waarom luistert u daarnaar? Wij zijn toch boeddhist?' Maar hij was bereid om te luisteren en zijn andere familieleden ook, door hem. Ik vertelde regelmatig Bijbelverhalen. Toen ik hem vorig jaar bezocht, wist ik dat hij terminaal was. Ik zei tegen hem: ‘U bent in een hele ernstige situatie.’ Toen merkte ik dat mensen deze woorden niet in de lokale taal wilden vertalen.’

Hoop ontnemen

Leah vertelt verder: ‘Het kan gebeuren dat de hele familie weet dat iemand ernstig ziek is, terwijl de persoon zelf dit niet weet. Deze situaties kom ik heel vaak tegen. In deze cultuur is het de gewoonte dat de arts niet tegen zijn patiënt vertelt dat hij ernstig ziek is. Men leeft vanuit de gedachte dat je, wanneer je dit wel vertelt, iemand hoop ontneemt. Meermalen merkte ik dat omstanders van een zieke een dergelijke boodschap die ik wilde brengen niet vertaalden. Wat ik dan achteraf weleens vraag, is: ‘Wat zou jij zelf willen als jij ziek was? Zou je het willen weten?’ Dan zeggen ze: ‘Ja’. Dan vervolg ik: ‘Zouden we het dan nu ook niet moeten zeggen? Hierop krijg ik vaak als antwoord dat dit eerst met de familie besproken moet worden. Het blijft voor mij de vraag of de persoon in kwestie de ernstige boodschap te horen krijgt.’

Geen hoop meer

Het is een van de moeilijke dingen voor haar dat mensen zelf een ernstige situatie niet onder ogen mogen zien. ‘Ik merk dat ik hierdoor vaak geen gelegenheid heb om iets te zeggen. De vraag houdt me vaak bezig of de duivel de cultuur gebruikt om mensen onwetend te houden.’
Toch zijn er gelegenheden die Leah kan en mag benutten. ‘Als ik hoor dat er lichamelijke zorgen zijn en iemand bijvoorbeeld naar het ziekenhuis moet voor onderzoeken, probeer ik zo snel mogelijk op bezoek te gaan. In onzekere omstandigheden zijn mensen op zoek naar waarheid en zekerheid. Het zijn goede gelegenheden om met hen te praten over levensvragen. Op zulke momenten kan ik met mensen van gedachten wisselen over hoe ze in het leven staan. Ik kan vragen hoe het met hen gaat. De vraag kan ook zijn: ‘En wat als er geen hoop op genezing meer zal zijn?’'
In het werken onder een bepaalde bevolkingsgroep loopt ze in situaties van rouw en verdriet tegen meer muren aan. ‘Binnen deze bevolkingsgroep vragen woorden als God, zonde en genade om uitleg. Zonder uitleg vullen mensen deze begrippen in vanuit hun eigen religieuze achtergrond. Om bijbels te leren denken, is het nodig om veel uit te leggen.’

Spijt van abortus

‘Onverwachts geeft de Heere momenten waarop ik gelegenheid krijg om over kernbegrippen te vertellen. Dat gebeurde ook in gesprek met een vrouw die ontzettend veel spijt had van een late abortus. We spraken samen over schuld en vergeving en over genade. Ik mocht wijzen op de Heere Jezus Die voor zondaren geleden heeft. Ik mocht wijzen op Hem Die de schuld van Zijn kinderen op Zich nam. Ik kon haar het hele scheppingsverhaal vertellen, haar wijzen op Gods belofte van Zijn Zoon. Ze heeft geluisterd. Dan is ’s avonds het gebed: Heere, wilt U het zegenen?’

Zaaien

'Het is een voorrecht om te zaaien in gesprekken. Maar er is bij tijden ook verlangen om vrucht te zien. Dan bid ik: Heere, hoor ik er nog eens iets op terug? Tegelijk besef ik dat het niet belangrijk is dat ik vrucht zie. We mogen zaaien en het aan de Heere overgeven. De Heere doet ermee wat Hem behaagt. Het is voor mij belangrijk dat ik trouw ben aan Hem.’

In verband met de veiligheid is de naam van de werker gefingeerd

Eerder verschenen in Paulus 360 - januari 2018