Leren van de zusterkerk

Drie lessen uit Nigeria


‘De kerken op het zendingsveld moeten nog veel leren’ is een uitspraak die ik regelmatig voorbij hoor komen. En ik denk dat veel lezers van de Paulus ermee zullen instemmen. Zendingskerken zijn immers nog jong. Het is als met kinderen: ze moeten nog veel leren voor ze volwassen zijn!

Door Jan van Doleweerd

Op bovenstaande gedachte is genoeg af te dingen. Het eerste is dat stiekem verondersteld wordt dat oudere kerken het automatisch ‘beter doen’ dan jongere kerken. Maar er zijn genoeg voorbeelden in het Nieuwe Testament te vinden waaruit het tegendeel blijkt. Laat ik er één geven. Van de nog jonge gemeente te Rome schrijft Paulus in zijn brief dat hun geloof verkondigd wordt in de gehele (toenmalige) wereld. Van de oudere gemeente te Jeruzalem weten we dat er verdrukking nodig was om haar roeping te volbrengen uit te gaan en getuigen te zijn tot het uiterste van de aarde. Het tweede dat er tegenin te brengen is, is dat heel de zendingsgeschiedenis ons leert dat oude kerken verdwijnen en nieuwe kerken haar plaats innemen. Het stemt tot diep nadenken als we de zendingsgeschiedenis op ons in laten werken en zien hoe het oude kerken is vergaan. Een derde tegenwerping is dat de uitspraak veronderstelt dat er een rangorde onder de kerken is, waarin oudere kerken meer te zeggen hebben dan jongere kerken. De Schrift en de kerkorde bieden geen ruimte voor dergelijke gedachten. Kerken zijn leden van hetzelfde lichaam.

Van jonge zendingskerken kunnen wij leren en we hopen dat zij ook van de kerken blijven leren die middel in Gods hand waren om hun het Evangelie bekend te maken. Tijdens mijn laatste bezoek aan onze zusterkerk de Nigeria Reformed Church had ik het voorrecht samen met Dick Korpel een dag en een nacht op te trekken met de gemeente in Ogbala Izialeli. De gemeente heeft ongeveer zestig gedoopte leden en wordt geleid door evangelist Emmanuel Ede en gesteund door een kleine kerkenraad. Om er te komen moet je diep het Izi-gebied intrekken. De gemeente is alleen te bereiken met de motor, te voet en door diverse rivieren over te steken. Drie diensten woonde ik bij, goed voor drie lessen.

Eerste les

De eerste les had te maken met de ochtendpreek over Rom. 3: 9. Indringend bond de evangelist de gemeente de noodzaak van het gerechtvaardigd worden op het hart. Tegelijkertijd hield hij ons voor dat om te begrijpen hoe nodig dat is, onze ogen geopend moeten worden. Hoe ellendig is het met de mens gesteld. Evangelist Ede sprak over de noodzaak om Christus te leren kennen, door het geloof, Christus Die rechtvaardig voor onrechtvaardigen naar de wereld was gekomen. Hij wees daarbij op de liefde van de Zoon tot Zijn Vader en gebruikte het volgende voorbeeld: 'Er was een man die een huis bouwde met vier verdiepingen. Op de bovenste verdieping sliepen zijn kinderen. Samen met zijn vrouw sliep hij beneden. Op een dag was hij met zijn vrouw naar de markt en toen brak er brand uit. Toen hij terug kwam, hingen zijn kinderen boven uit het raam. Ze konden niet weg. Wijd spreidde de man zijn armen uit en riep: ‘Spring maar!’ Dat was een bijzonder iets. Maar toch had deze man zijn kinderen niet ten volle lief. Anders had hij zijn kinderen niet boven in het huis laten slapen, maar beneden.'
'Daarentegen', zo vervolgde de evangelist, 'is Christus' liefde volmaakt. Hij verliet Zijn troon en kwam naar deze aarde om Zichzelf te vernederen tot de dood van het kruis, om zo gerechtigheid te verwerven voor al Zijn kinderen. Kent u daar iets van?'
Dat was de eerste les: je bent wel lid van de kerk of je noemt je christen, maar onderzoek jezelf eens: Ben je door genade alleen gerechtvaardigd door het geloof in Jezus Christus? Heb je door Woord en Geest kennis gekregen aan die gerechtigheid?

Tweede les

In de middag startte de dienst om vier uur. Nu mediteerde evangelist James Okpucha, die mij en Dick Korpel als begeleider van de evangelisten vergezelde, over Mattheüs 28: 19: 'Gaat dan heen, onderwijst al den volken.' Daarna liepen we met ongeveer 120 personen, mannen, vrouwen, jongeren en kinderen al zingend en zwetend - het was ruim boven de dertig graden - naar de rijke boer Nwobo Missiogo, een heiden die nog diverse afgodentempels aan de ingang van zijn boerenbedrijfje had staan. Bij aankomst bleek hij niet aanwezig, maar zijn drie vrouwen wel. Na een toespraak van de evangelist mochten de vrouwen antwoorden. Waarom komen ze niet naar de kerk? Waarom houden ze zich op met de afgoden? Weten ze dan niet van het oordeel? Waarom willen ze zich niet bekeren? De vrouwen lieten weten dat hun man het hun verbood. Ze zouden de kinderen sturen. Er werd nog met de vrouwen gebeden. Net op dat moment kwam de man met zijn motor de compound op. Ook hij werd aangesproken en erop gewezen dat zijn afgoden hem nooit kunnen helpen. Hij zal de enige ware God moeten leren kennen. De evangelist maakte handig gebruik van de aanwezigheid van twee blanken: 'Zelfs de witte mannen zijn met het vliegtuig naar Nigeria gekomen, en met de motor en lopend door de bush naar deze plaats gekomen om deze middag u te verzoeken naar de kerk te komen.' De man zwichtte. Hij beloofde te komen en ook zijn vrouwen en kinderen. De hele gemeente was getuige. Deze middagdienst verborg een tweede les in zich: oog hebben voor het lot van degenen die geen deel hebben aan het geloof in Christus. Bewogen zijn met de onbekeerde naaste.

Derde les

Dan was er nog een derde les. De gemeente werd om vier uur in de ochtend van de maandag weer in de kerk verwacht. We sliepen die nacht in de kerk, met de kerkenraad om ons heen. Alle banken waren zo’n beetje bezet. Vanaf drie uur schuifelde de kerk vol. Strikt om vier uur was het grootste deel van de gemeente weer aanwezig. Een olielampje verlichtte de ruimte. Er werd gemediteerd over Mattheüs 22, het hoofdstuk dat aan de beurt van behandeling was. Vervolgens werd er gebeden en boog de hele gemeente, met de knieën in het zand van de kerk, om zich in die nederige houding te verheffen tot de hoge en almachtige God. Er werd gebeden voor kerk en samenleving, voor de zieken en behoeftigen, voor het boerenwerk van deze week en ook voor de bekering van de rijke boer Nwobo Missiogo. De gemeente lag meer dan drie kwartier op haar knieën. Om zes uur werd de bijeenkomst afgesloten. Het was de derde les: het zoeken van Gods aangezicht en Zijn Sterkte. Wat een ijver en hoogachting voor de dienst van God sprak er uit de houding van deze gemeente.

Het bezoek aan de gemeente te Ogbala Izialeli, daar midden in Afrika, was goed voor drie lessen. Allereerst het belang van het naar binnen zien in eigen hart en leven. Vervolgens hoe nodig het is om ons heen te zien naar hen die ten dode wankelen. Als laatste het onmisbare van het naar boven zien, van Wie alleen onze hulp en verwachting komen kan. Ik dacht maar zo dat hier voor ons in het Westen wel genoeg uit te leren valt.

Eerder verschenen in Paulus 317 - mei 2010

Leren van de zusterkerk.pdf

Leren van de zusterkerk.pdf

  • Download