Moslims in Azië

‘Er zijn hier maar weinig christenen met een islamitische achtergrond’


Vol spanning houdt de wereld haar adem in. De ogen zijn gericht op de verrichtingen van Islamitische Staat (IS). Wat gaat er gebeuren als IS terrein wint en nog meer macht krijgt? Moslims worden met andere ogen bekeken. Zijn ze allemaal zo radicaal? Wat is de islam eigenlijk voor godsdienst? In het zendingswerk komen ook moslims in aanraking met Gods Woord. Twee zendingswerkers uit Oost-Azië vertellen.

Door Leendert-Jan de Visser

Niet alleen in Guinee of Nigeria, moslimlanden bij uitstek, komen zendingswerkers in aanraking met moslims, maar ook in bijvoorbeeld Oost-Azië. Ze leven in hun eigen gesloten cultuur. Door de selectieve berichtgeving van de overheid, is IS in het Midden-Oosten iets wat ver bij hen vandaan staat. Veel van deze moslims zijn nog niet bereikt met het Woord. ‘De Heere heeft beloofd dat eens een grote schare voor Zijn troon zal staan uit alle natie, geslachten, en volken en talen. Deze belofte geeft hoop, ook voor de onbereikte moslimvolken hier’, vertellen twee zendingswerkers uit Oost-Azië.

Doelgroep

Ook de moslimminderheid in het land is een van de doelgroepen voor de zendingswerkers. Ze vertellen: ‘Naast de andere minderheidsgroepen waar we mee te maken hebben, zien we de moslims ook als doelgroep. Veel van de moslimgroepen zijn nog niet of nauwelijks bereikt met het Evangelie. Hoewel er veel christenen zijn en de kerk in veel delen van het land groeit, zijn er slechts heel weinig christenen met een islamitische achtergrond. Ze hebben veel te maken met tegenstand van hun familie als ze alleen al een Bijbel in huis hebben.’

Contact met moslims

De beide werkers zien het als hun taak om met moslims in contact te komen. Een van de werkers vertelt: ‘Er wonen verschillende moslimgezinnen bij ons in de buurt. Hun kinderen komen vaak bij een van ons thuis en daardoor zijn er ook gelegenheden om met de ouders te spreken.’ Daarnaast gaan zij bewust vriendschappen aan met moslims en bouwen vriendschapsrelaties met hen op. Een van de werkers studeert aan de universiteit. Veel medestudenten zijn moslim die vaak uit omliggende oosterse landen komen. De universiteit is een groot zendingsveld. ‘Maar heb je eenmaal contact met hen, dan is het nog uiterst moeilijk om over wezenlijke zaken te spreken. Veel moslims zeggen al bij de eerste kennismaking dat ze moslim zijn. Niet zelden introduceren ze zichzelf als volgt: ik heet… en wij zijn moslim. Dit is al een mooie gelegenheid om door te praten over wat dit inhoudt. Vaak vertellen ze dat ze vijf keer op een dag moeten bidden, geen varkensvlees eten enzovoorts. Maar over de diepere betekenis, de achterliggende redenen, weten ze vaak weinig. Het is vaak moeilijk om tot een diepgaand gesprek te komen.’

In een goed blaadje

Toch zijn er soms opmerkelijke openingen die gelegenheid bieden om door te dringen naar de kern van de Bijbelse boodschap. Een voorbeeld: ‘Het was een zonnige dag en ik ging in het park mijn Bijbel lezen. Toen kwam er een oma met haar dochter en kleindochtertje naast me zitten. Aan hun hoofddoekjes zag ik direct dat ze moslim waren. Al snel raakten we in gesprek. De oma vertelde me dat ze bidt en vast en zoveel mogelijk goede dingen wil doen om zo in een goed blaadje bij Allah te komen. Op deze manier hoopt ze dat ze straks het oordeel kan ontlopen. Op mijn vraag of ze hier ook weleens wakker van lag, antwoordde ze instemmend. Ja, ze is vaak bang. Toen mocht ik vertellen dat ik zoveel herken in wat ze zegt. Bang voor het oordeel van de almachtige God, Die met minder dan een volmaakt leven niet tevreden is. Dat is zeker iets om heel bang voor te zijn. Maar dan mag ik ook haar vertellen dat er rust te vinden is door het werk van Jezus Christus, Zijn Zoon. We praten samen hierover door. En dan vertrekken de drie dames weer.’

Bijbellezen

Nog een voorbeeld: ‘Een meisje van twintig jaar, ik noem haar Alica. Ze groeide op in een klein bergdorpje waar iedereen moslim is. Haar meeste klasgenoten hebben de lagere school nooit afgemaakt en zijn al getrouwd met een jongen die ook uit een moslimgezin komt. Maar Alica kon doorstuderen omdat anderen haar financieel ondersteunden. Nu is ze twintig jaar en zit ze op de universiteit in de stad, ongeveer twee uur rijden van haar geboortedorp vandaan. Op een dag komt ze bij mij om mij de lokale taal te leren en ik zal haar wat Engels leren. Ze is nog maar net binnen en ziet de Bijbel op m’n eettafel liggen. ‘Hé,’ zegt ze, ‘dat is echt goed zeg dat je iedere dag de Bijbel leest. Onze docent zegt dat we die ook moeten lezen.’ Verwonderd luister ik naar haar en zeg dan: ‘Alica, dat is een goed advies van je docent. Zullen we samen de Bijbel in de lokale taal en in het Engels lezen?’ Dat vindt ze ook een goed idee. Een bijzonder moment…’ Zo wordt op eenvoudige wijze gezocht naar mogelijkheden om het zaad van Gods Woord te strooien.

Weerstand

Deze ontmoetingen zijn eerder uitzondering dan regel. Want door de naar binnen gerichte houding van de moslimgroepen, stuiten de zendingswerkers vaker op weerstand. ‘Onder de moslimbevolking zijn veel verschillende groepen die een eigen invulling geven aan hun geloof. In de dorpen zijn de mensen behoudend, traditioneel. Daarbij speelt de sociale controle ook mee. Moslims die meer onderwijs hebben gehad (en dus vaak in de stad wonen) geven hun eigen invulling aan het moslim zijn. Dat kan zich beperken tot het houden van een paar regels, zoals halal eten (eten dat voldoet aan religieuze regels van moslims), geen alcohol drinken en niet roken. Omdat er in het land zoveel verschillende minderheden zijn, is men gewend aan het omgaan met andere minderheden of andere religies. In alle lagen van de bevolking zijn moslims te vinden en zij herkennen elkaar ook gelijk. Men is naar binnen gericht. Daarom zijn ze voor ons moeilijk te bereiken. We zijn buitenstaanders, vreemdelingen. En de boodschap van het Evangelie die wij graag willen delen met hen, raakt het hart van de moslim. Dat is confronterend en pijnlijk. Daarom is vijandschap niet onwaarschijnlijk. Zie de geslotenheid als een soort zelfverdediging’.
Leeft de situatie in het Midden-Oosten en IS onder deze moslims? ‘Het is de vraag wat lokale moslims en andere inwoners van dit land weten van het Midden-Oosten. Meningen over het buitenland worden gevormd door ontvangen informatie in het nieuws die vaak heel selectief is. We komen niet veel mensen tegen die geïnteresseerd zijn in politieke onderwerpen uit het buitenland.’

Toegankelijk

Zijn moslims toegankelijker voor het Woord van God dan de seculiere inwoners? De beide werkers ervaren het tegenovergestelde. ‘Helaas zien wij eerder het tegendeel. Een minderheidsgroep, die zichzelf als ‘zonder religie’ beschrijft, ervaart een leegte in het hart en lijkt daardoor meer open te staan voor een gesprek over wezenlijke dingen. De moslimmedemens heeft de ingeschapen Godskennis ingevuld en beantwoord met zijn moslimgeloof. Wij ontmoeten moslims die je tegemoet treden met een houding van zelfingenomenheid en zelfbewustheid. Er zijn echter ook ontmoetingen waarin we het schrijnende verdriet in de ogen lezen van moslimvrouwen die zich gevangen voelen in hun dorp, in de cultuur en religie. Zij zoeken soms naar antwoorden op levensvragen, maar weten niet dat hét Antwoord in Gods Woord te vinden is. Zij kennen de Waarheid en het Leven niet. Nog niet. Het is ons gebed om deze mensen te ontmoeten en hun over dé Weg te vertellen.'

Eerder verschenen in Paulus 347 - mei 2015