Niet weggaan, maar heengaan

Ds. W. Harinck spreekt voor ouders van zendingswerkers


Al zesenvijftig jaar zendt het deputaatschap voor de zending werkers uit naar de zendingsvelden. Dat betekent dat er ook al zesenvijftig jaar ouders zijn die hun kind of kinderen daarvoor afstaan. Het is een voorrecht als kinderen mogen uitgaan voor het zendingswerk, maar dat wordt niet altijd zo ervaren. Ds. W. Harinck ging tijdens de laatste bijeenkomst voor ouders van zendingswerkers op dit thema in onder de titel: ‘Uit het oog… meeleven met kinderen op het zendingsveld.’

Door Just van Toor

Ds. Harinck wijst erop dat tijdens de huwelijksdienst van de ouders van zendingswerkers al is gebeden of de Heere hun kinderen, als Hij ze hen geven zou, zou willen gebruiken in Zijn dienst (zie onderaan) Ds. Harinck: ‘Op onze trouwdag klinkt een zendingsgebed: het doel van de opvoeding van onze kinderen is drievoudig: Gods Naam, Zijn gemeente en Zijn Evangelie.’ Bij de doop wordt de Naam van de drie-enige God verbonden aan de naam van onze kinderen: ‘De Heere Jezus gaf het doopbevel in nauwe samenhang met de zendingsopdracht.’

Verootmoediging

Ouders van zendingswerkers die terugblikken, mogen vaak zien hoe de Heere hun kind geleidelijk aan heeft ingewonnen voor Zijn dienst. Het is verootmoedigend om zo terug te zien. De predikant uit Utrecht: ‘Wat is het groot om in het hart en leven van je eigen kinderen te zien en te merken dat zij de Heere en Zijn dienst hebben lief gekregen en dat er een verlangen kwam om uit te gaan in het zendingswerk. Wat een verootmoedigende gedachte dat de Heere uw kind wilde afzonderen voor Zijn dienst.’

Meestrijden

Als een kind naar het zendingsveld is vertrokken, houdt de taak van zijn of haar ouders bepaald niet op. De zendingsdeputaat roept de ouders in zijn lezing op om veel te bidden voor de uitgezonden kinderen. Het is het krachtigste middel dat de Heere heeft gegeven: ‘Het gebed is de beste manier om mee te leven met uw kinderen op het zendingsveld.’

Negatieve gevoelens

Ouders zullen niet altijd hun kinderen met blijdschap afstaan. Het gemis van kinderen kan soms leiden tot negatieve gevoelens. Ds. Harinck: ‘Ouders kunnen kampen met aanvechting en denken: waarom moeten mijn kinderen gaan? En waarom is het werk zo zwaar en de vrucht zo gering? Ouders kunnen zelfmedelijden krijgen. Ze zien dat anderen genieten van opa en oma zijn, terwijl hun kleinkinderen ver weg zijn. Zie toch veel op de Heere! De Vader gaf Zijn eniggeboren Zoon, de Heere Jezus Christus. Hij zond Hem naar deze wereld verloren in zonde en schuld. Wat een grote liefde. Wat een offer!’

Niet weggegaan

Uitgezonden kinderen zijn wel uit het oog, maar ze zijn niet weggegaan. Ds. Harinck: ‘Ze zijn niet weggegaan, maar heengegaan in opdracht van de Koning van de Kerk. Hij klemde de opdracht heilig samen tussen de hand van Zijn macht aan ene kant: ‘Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde’ (Matt. 28: 18) en hand van Zijn nabijheid aan de andere kant: ‘En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding van de wereld’ (Matt. 28: 20). Hij houdt ze in het oog… Daar ligt de rust en de troost voor een onrustig ouderhart. Zijn zorg voor hen die uitgaan is veel groter en beter dan de zorg van ons als ouders.’


Gebed voor zendingswerkers

  • Om volharding
    Werkers ervaren teleurstellingen en tegenslagen.
  • Om bescherming van gedachten
    Werkers kunnen negatief gaan denken door moeilijke omstandigheden.
  • Om eensgezindheid
    Onderlinge verhoudingen op het veld kunnen onder druk komen te staan.
  • Om nederigheid
    De kerk van Christus is gediend met leiders die nederig zijn.
  • Om de Heilige Geest
    Alleen een werker die vol is van de Heilige Geest kan vruchtbaar dienen.
  • Om de geestelijke wapenrusting
    Alleen als werkers de hele wapenrusting van God opnemen, kunnen ze staande blijven.
  • Om meer arbeiders
    Lang openstaande vacatures kunnen leiden tot moedeloosheid bij zendingswerkers.
  • Voor de kerk wereldwijd
    Werkers zijn maar tijdelijk aanwezig. Gebed voor lokale christenen is nodig.

Zendingsgebed op trouwdag

‘Wil ze alsdan ook zegenen, gelijk Gij de gelovige vaderen, Uw vrienden en getrouwe dienaren, Abraham, Izak en Jacob, gezegend hebt, opdat zij, als mede-erfgenamen des verbonds (hetwelk Gij met die vaderen opgericht hebt), de kinderen die het U belieft hun te geven, godzalig opbrengen mogen, tot eer Uws heiligen Naams, tot stichting Uwer gemeente, en tot verbreiding van Uw heilig Evangelie.’

Eerder verschenen in Paulus 364 - november 2018