Schakeltjes en druppeltjes

Werkers in Delvinë moeten het vrouwenwerk begeleiden en loslaten


‘Om 15.45 uur doe ik de deur van de kerk open en leg ik de Bijbels en zangbundels klaar. Oma ‘Dudo’ komt als eerste binnen gesloft met een lege waterfles in haar hand. Terwijl ik voor haar een kopje koffiezet, komt de volgende al binnen: Tina. Zij is van mijn leeftijd. Zo vult de zaal zich met twintig vrouwen.’

Door Evelien Smit

Het is ruim dertien jaar geleden dat Nellie Keijzer en haar zus Ineke in Delvinë in Albanië vrouwenwerk hebben opgezet. Momenteel begeleidt Willemien van Schothorst het werk in Delvinë. In Tepelenë is helaas nog geen vrouwenwerk opgestart omdat daar de capaciteit voor ontbreekt. Willemien vertelt hoe het werk zich in de loop van de tijd heeft ontwikkeld in Delvinë. ‘Het is begonnen als evangelisatiewerk onder vrouwen. Nu is het uitgegroeid tot een vrouwenclub voor evangelisatie én bijeenkomsten met verdiepende Bijbelstudie voor belijdende en trouw meelevende vrouwen. Sinds ongeveer drie jaar zijn twee vrouwen zelfstandig verantwoordelijk voor de organisatie en de uitvoering van de activiteiten (zie onderaan Een hoge roeping). Zij denken zelf na over een jaarplan met een bijbehorend budget voor het komende jaar.’

Relatie

Op allerlei manieren wordt geprobeerd zoveel mogelijk vrouwen bij het werk te betrekken. Willemien: ‘Buurvrouwen, collega’s van het werk, de kapper, enzovoorts. Iedereen wordt uitgenodigd om te komen. We zien dat nieuwe vrouwen makkelijker komen wanneer zij al een relatie hebben met iemand uit de kerk. Dan kun je makkelijk een keer samen komen en als je je schaamte overwonnen hebt en er relaties gelegd zijn, kun je daarna op eigen gelegenheid komen.’
De achtergrond van de vrouwen is divers zowel qua religie, opleiding en leeftijd. Deze varieert van 22 tot 70 jaar. Er zijn vrouwen die lid zijn en de Heere al lang kennen; anderen hebben nog bijna nooit uit de Bijbel gehoord. In de praktijk is er een keer in de twee weken een bijeenkomst voor alle vrouwen en eens per maand een verdiepende Bijbelstudie.
De twee leiders van de vrouwenclub worden bijgestaan door een groepje van zo’n vijf vrouwen die allen belijdend lid zijn. Zij geven ook de bijbellessen en krijgen verantwoordelijkheid in het bezoekwerk en het organiseren van activiteiten en de schoonmaak van de kerk.

Impressie

Willemien geeft een impressie van een bijeenkomst: ‘Op woensdagmorgen even voor vieren zet degene die de verantwoordelijkheid voor de les heeft, de koffieketel aan. Zij zet het dienblad met koffie en thee alvast klaar. Vanaf vier uur druppelen de eerste vrouwen binnen. Ze genieten ervan als zij een kopje koffie of thee geserveerd krijgen. En dan geldt zeker dat de jongere vrouwen de oudere vrouwen bedienen. Ook de vrouwen die uit hun werk komen, vinden het heerlijk als zij worden bediend. Na het gezellig bijpraten, beginnen we met het zingen van enkele liederen en met gebed. Daarna lezen we het Bijbelgedeelte waar de les over zal gaan. Vervolgens geeft een van de vrouwen een Bijbelles. Ongeveer een keer per twee maanden doen we ook een bijpassende creatieve verwerking. De oude vrouwen kijken dan toe en laten de jonge vrouwen ook voor hen een werkstukje maken.
Aan het einde van de les sluiten we af met gebed en dan haasten de vrouwen zich weer snel naar huis om het eten klaar te maken en de zorg van de kinderen weer op zich te nemen. Het bereiken van de vrouwen is vaak ook het bereiken van de gezinnen. Door hen kan het Woord ook ingang vinden in hun gezinnen en in de opvoeding van de kinderen.’

Man-vrouwverhouding

Het vrouwenwerk is ook een middel om de echtgenoten bij de gemeente te betrekken. Willemien: ‘Het lijkt voor vrouwen makkelijker om de eerste stap naar de kerk te zetten. Ik ken verschillende vrouwen die voor hun mannen gebeden hebben of ook zij God zouden mogen vinden. En de Heere heeft daarin gewerkt. De Albanese man-vrouwverhouding is anders dan in Nederland. De mannen zijn vaak op straat te vinden terwijl de vrouwen voor het gezin zorgen. De jongere generatie vrouwen werkt zoveel mogelijk ook buitenshuis, al is er in het zuiden weinig werk te vinden. Verder speelt hun dagelijks leven zich thuis en in de huizen van hun bekenden af.
De vrouw is degene die de opvoeding van de kinderen zoveel als mogelijk op zich neemt, maar uiteindelijk is het de man die de beslissingen neemt. Dat is bijvoorbeeld ook te zien in zakelijke transacties. Tegelijkertijd is er ook in de Albanese cultuur een verschuiving op gang gekomen. Zeker in de hoofdstad Tirana wordt de man-vrouwverhouding westerser en worden de vrouwen onafhankelijker en minder volgend.’

Loslaten

Willemien is vaak blij verwonderd als ze merkt dat de Albanese vrouwen beseffen hoe verantwoordelijk hun taak is. Ze ziet hoe zij op een goede manier leidinggeven aan het vrouwenwerk, terwijl dit eerst door de Nederlandse zendingswerkers werd gedaan. ‘Het is zo mooi om te zien dat een les met een duidelijke boodschap ook mensen raakt. Ik besef dat het in Gods Koninkrijk altijd vele schakeltjes en druppeltjes zijn die God wil gebruiken. Als je daar getuige van mag zijn, geeft dat moed en blijdschap! De Heere gaat door in de gemeente van Delvinë en geeft dat ook jonge vrouwen zich geroepen voelen om te dienen en te evangeliseren. Als zendingswerkers en als Nederlanders komen we op deze manier een stukje op de achtergrond te staan. Wij zijn hier maar tijdelijk. Maar de Albanese mensen niet en zij staan veel dichter bij hun stadsgenoten in taal en cultuur. Geleid door de Heilige Geest zijn zij de zendingswerkers van nu én van de toekomst van de gemeente. Soms is het lastig als je merkt dat er keuzes gemaakt worden waarbij je zelf vragen hebt. Maar bij zelfstandig worden, hoort ook loslaten. Tegelijkertijd kan ik heel dankbaar zijn als ik zie dat het echt de begeerte van iemand is om de vrouwen rond haar heen te bereiken met het Evangelie.’

Aan God overlaten

Ze weet ook van teleurstellingen. ‘Het moeilijkste vind ik het om te merken dat vrouwen nog niet geraakt worden door het Woord. Dan kan het heel gezellig zijn, maar je kunt hen niet ‘zomaar’ tot geloof brengen. Het zijn momenten waarop ik zo heel duidelijk ervaar dat wij mogen zaaien, maar dat alleen de Heilige Geest harten kan veranderen. Het geeft strijd als mensen met wie je goed contact hebt, de waarde van Gods Woord en genade nog niet kennen en eigenlijk ook niet nodig (lijken te) hebben. Dat doet pijn. Ik zou mensen soms wel beet willen pakken en hen wakker willen schudden. Dat bepaalt mij bij mijn eigen kleinheid. Tegelijkertijd geeft het ook rust. Wij mogen en moeten het Zaad strooien, maar dan mogen we ook aan God overlaten hoe het verder zal gaan.'

Tepelenë

In Tepelenë is nog geen sprake van structureel vrouwenwerk. Willemien: ‘Omdat mijn taken verspreid zijn over Delvinë en Tepelenë, moeten we keuzes maken. Dat is moeilijk, zeker omdat er in Tepelenë zoveel mensen zijn die nog nooit gehoord hebben van de ene Naam tot zaligheid. We zijn van plan in 2017 de ouders van de kinderen van de kinderclub te bezoeken. Daarnaast organiseren we een open les op de kinderclub. Dan mogen ze aan de ouders laten zien wat we op de club doen. Verder willen we vrouwen uitnodigen voor een themabijeenkomst met een preker over een gezondheidsthema of een actueel thema. Het zijn allemaal mogelijkheden om de relatie met de vrouwen te leggen of te versterken en de drempel naar de kerk te verlagen.
Kinderen zijn een goede ingang om de ouders te bereiken. Tijdens de kerstbijeenkomst kwamen ouders om naar hun kinderen te luisteren, maar tegelijk luisterden ze ook met aandacht naar het kerstevangelie dat door de evangelist werd gebracht. Het zijn allemaal zaadjes die gestrooid worden. In mijn ogen is het soms moeilijk om deze vrouwen te bereiken. Maar we mogen groot denken van onze God. Hij is de Almachtige en Zijn werk gaat door. Onverhinderd, zoals we in Handelingen lezen. Voor mij is dat niet altijd helder. Maar de zekerheid ligt in Hem.’

 

Een hoge roeping

Rajmonda (38 jaar) en Blerta (27 jaar) zijn de twee dames die leidinggeven aan het vrouwenwerk in Delvinë. ‘We hebben elkaar in de kerk van Delvinë leren kennen. Het is niet onze passie of onze hobby die ons samenbindt, maar het is hetzelfde doel: samen met onze families de Heere Jezus Christus dienen.

Rajmonda is docent Albanese taal en Blerta is econoom. We hebben een verschillende vooropleiding, een verschillende leeftijd, maar de Heere verbindt ons aan elkaar om Hem te dienen in het werk onder de vrouwen in Delvinë. We danken de Heere dat we hierin worden geholpen door een groepje vrouwen uit de gemeente. Het is ons gebed dat we zo veel mogelijk verloren vrouwen bereiken, zodat zij de Heere Jezus leren kennen als hun Zaligmaker.
Vrouwen hebben heel vaak te maken met moeiten. Maar de vasthoudendheid in het gebed en het ontvangen geloof zijn - ondanks tegenstand van familie - vaak een getuigenis geweest, waardoor ook gezinsleden tot bekering kwamen.
Het is onze hoge roeping om niet tevreden te zijn met de groep die we hebben. We zien ernaar uit en we bidden dat we door de Bijbelstudies en het gebed onderwijs ontvangen en ook geestelijk ontwaken en wakend blijven. Want alleen zo kunnen we zelf meer onderwijs ontvangen en ook anderen bereiken en over Christus vertellen. Dan zijn onze werken en onze woorden één en kunnen we echt tot hulp zijn in de kerk en in de gemeenschap van Delvinë.
Er is een geestelijke strijd en we worden beproefd. Maar levend bij het Woord van God kunnen we deze dingen aan. Jezus Christus heeft ons Zelf in Zijn eigen Woord beloofd: ‘Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten’. Mooie lessen hiervan zien we in de geschiedenissen van vrouwen in de Bijbel, die we de laatste tijd met elkaar bestudeerd hebben. En dan is het goed om je te herinneren hoe God je bijvoorbeeld kracht geeft wanneer je voor je dementerende moeder moet zorgen die jou bijna niet meer herkent. Dan mag je de last elke dag weer in Zijn handen leggen.
We zijn God dankbaar dat het Evangelie in onze stad jaren geleden is gebracht door de Nederlandse zendingswerkers. En God gaat door met Zijn werk. Het is ons gebed voor 2017 dat de Heilige Geest ons leidt en gebruikt in deze stad waar moslims op de belangrijke posten de leiding hebben. Maar laten wij blijven in de liefde van Christus, de wil van God uitdragend, zodat ook in deze stad Zijn Naam verheerlijkt wordt.’

Eerder verschenen in Paulus 355 - maart 2017