Steeds nieuwe vragen

Toerusting blijft nodig voor de gemeenteleden in Ecuador en Nigeria


Hoe moet je het boek Ruth lezen? Wat moet je doen als sommige familieleden christen zijn geworden maar anderen niet? Hoe ga je binnen een christelijke gemeente met elkaar om? Voor toerusting van gemeenteleden is op de zendingsvelden veel aandacht. Vanuit Ecuador en Nigeria horen we hoe deze toerusting vorm krijgt.

Door Jacoline van den Dool en Julian van der Veer

Ook in het Nieuwe Testament blijkt de toerusting van de gemeente belangrijk te zijn. In de brief van Paulus aan Titus betreffen de vermaningen bijvoorbeeld de leer en het leven. In het zendingsbevel van Jezus Christus Zelf wordt de inhoud van het onderwijs genoemd: 'Alles wat Ik u geboden heb.' Onderwijs is dus niet alleen nodig bij de doop, maar ook daarna. En vanuit deze opdracht ontvangen gemeenteleden nog steeds toerusting. Dat blijkt uit ons gesprek met Kees van der Maas vanuit de zendingskerk in Ecuador en Dick Korpel vanuit de zustergemeente in Nigeria.

Antwoorden zoeken

Wat betekent de hemelvaart van Christus voor de gelovigen? Wat kun je zeggen tegen iemand van de sekte van de Mormonen? Hoe kun je een goede leidinggevende zijn? Zomaar enkele mogelijke vragen waarop gemeenteleden in Guayaquil, Portoviejo en Machala antwoorden zoeken.
Neem bijvoorbeeld Pedro, lid in een van de gemeenten. Hij is iemand van de Mormonen tegengekomen, waarmee hij een gesprek over geloof heeft. De man zegt dat je door het geloof je zonden kunt overwinnen en door goed te leven tot God kunt opklimmen. Pedro raakt in de war. De evangelist zegt het altijd heel anders. Wat is nu waar? Zondag vraagt Pedro aan de evangelist hoe het nu eigenlijk zit. Die geeft een kort antwoord, maar merkt dat er bij meer mensen behoefte is aan onderwijs over goede werken en de enige grond voor de zaligheid. Hij belooft Pedro binnenkort een cursus te beginnen over dit onderwerp.
In de jonge zendingsgemeenten in Ecuador komen steeds nieuwe vragen naar voren. Daarom worden cursussen aangeboden aan belijdende leden. Kees van der Maas: 'Op zondagmorgen worden de bijeenkomsten afgekondigd, zodat iedereen zich welkom weet.' Het cursuswerk heeft als doel dat de leden ‘tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust’ zullen worden (2 Tim. 3: 17).
Een cursus gaat over één onderwerp van de geloofsleer of het leven als christen. De cursisten lezen thuis een gedeelte uit een Spaanstalig boek en maken de bijbehorende vragen. In het cursusboek of in gesprekken met elkaar zoeken zij naar antwoorden op de vragen die hen bezighouden.

Stimulans

Het belangrijkste van de cursus is het bespreken van de vragen in groepsverband. Van der Maas: 'De mensen in Ecuador vinden het fijn om op cursus te gaan, want in de sloppenwijken krijgt lang niet iedereen onderwijs. Velen hebben niet de gelegenheid gehad een studie te volgen. Bovendien heerst er geen leescultuur. Het regelmatig lezen van een gedeelte uit een boek vraagt dan wel discipline. Toch blijven de meesten trouw naar de cursus komen. We stimuleren de mannen en vrouwen om te studeren door samen de les bespreken. Na afloop is er altijd iets te drinken en te eten. Als zij aan het eind van de cursus hun diploma in ontvangst mogen nemen, zijn ze daar heel blij mee. Meestal krijgen de cursisten als beloning een mooi studieboek.'

Opdracht

De mensen in de Ecuadoraanse gemeenten volgen voorafgaand aan het afleggen van geloofsbelijdenis eerst twee jaar een basiscursus en de belijdeniscatechisatie bij de plaatselijke evangelist. Wanneer iemand belijdend lid is geworden, blijven de zendingswerkers toerusting geven. Van der Maas: 'Als iemand bijvoorbeeld in contact komt met een sekte, is leiding nodig in de gesprekken, zodat hij staande kan blijven. De opdracht tot onderwijs, ook na de geloofsbelijdenis, is verwoord in Mattheüs 28: 19. Eerst lezen we ‘onderwijst al de volken’, daarna ‘dezelve dopende in de Naam...’, en daarna ‘lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb’. Dat laatste wijst dus op een voortgaand proces.'

Heidelbergse Catechismus

Ook in Igweledoha Ishieke in Nigeria, de gemeente van familie Korpel, worden gemeenteleden verder onderwezen na hun belijdenis. Denk bijvoorbeeld aan Grace, die een paar jaar geleden belijdenis heeft gedaan. Grace is getrouwd en heeft vier kinderen. De belangrijkste punten uit de geloofsleer kent zij. Maar hoe moet zij haar kinderen een christelijke opvoeding geven? Zij weet soms niet hoe ze dat moet doen en ze wil graag weten hoe andere vrouwen uit de gemeente ermee omgaan. Bij een Bijbelstudie over het gebed hoort zij dat ze alle dagelijkse zorgen, ook over de opvoeding, aan de Heere mag voorleggen. Op de vrouwenvereniging kan Grace erover praten met de andere vrouwen.
Dick Korpel: 'Natuurlijk wordt het onderwijs in de eerste plaats gegeven tijdens de kerkdiensten, tweemaal per zondag. Bovendien is er op woensdagmiddag een gebedssamenkomst waarin het Woord opengaat. Dan nemen we de tijd voor een Bijbelstudie, vaak aan de hand van een thema. Dat kan een Bijbelboek zijn, zoals de Psalmen, Handelingen of Genesis. Afgelopen jaar hebben wij de Heidelbergse Catechismus behandeld.'

Wijsheid nodig

Daarnaast worden lessen gegeven om mensen beter te leren lezen en schrijven. In Nigeria is het voor velen onmogelijk om in hun moedertaal te lezen en te schrijven. Leren met behulp van het schrift is daarom in de Izi-cultuur niet gebruikelijk en daarmee moet je rekening houden bij het toerusten van gemeenteleden. Wanneer je dat niet doet, komt de boodschap van het Evangelie niet over. Als je de boodschap laat aansluiten bij de cultuur, loop je echter het risico dat je tekortdoet aan de inhoud van de Schrift.
Een belangrijke vraag is dus: Hoe past het geschreven woord in de Izi-cultuur? Korpel: 'Het vraagt veel wijsheid van de voorgangers om de Bijbelse boodschap van zonde en genade onverkort te brengen op zo’n manier dat het past binnen de leercultuur van de Izi’s. Onze Nigeriaanse broeders hebben daarom het voortdurende gebed van de kerk in Nederland en de andere zusterkerken nodig.'

Maatwerk

De Izi-gemeente heeft activiteiten voor verschillende doelgroepen. De jongeren organiseren hun eigen bijeenkomsten. Er is een vrouwenvereniging en maandelijks vinden er vergaderingen plaats met de mannelijke lidmaten. Korpel: 'Eigenlijk wijkt het dus niet zoveel af van de Nederlandse situatie.' Anders is de traditie dat de gemeente een speciale week organiseert voor degenen die belijdenis zullen afleggen. In deze week worden nogmaals de kernpunten van het reformatorisch gedachtegoed en het leven als christen behandeld. Verder is er veel aandacht voor gebed, Bijbelstudie, zingen en samenzijn.
De belijdeniscatechisanten kunnen zowel jongeren als ouderen zijn. In de catechisatielessen bespreken zij de geloofsleer aan de hand van vijf calvinistische leerpunten. Dit gebeurt op een eenvoudige manier. Er wordt rekening gehouden met de verschillende gaven van de catechisanten. De ene catechisant kan beter leren dan de andere, maar allemaal moeten zij de wezenlijke punten uit de gereformeerde geloofsleer kennen.
Toerusting is altijd maatwerk, ook in Ecuador. Kees van der Maas: 'Het beginniveau van de gemeenteleden in een zendingssituatie is niet gelijk en het eindniveau hoeft ook niet per se voor iedereen hetzelfde te zijn. Bij de cursussen leren sommigen er veel van, anderen misschien iets minder.'

Leidinggevenden

Van der Maas noemt het toerustingswerk onmisbaar voor de vorming van leidinggevenden in de gemeente. Soms is er een gewone cursus voor een bepaalde doelgroep, zoals leidinggevenden van de gemeentezang, de zondagsschool of een jeugdgroep. In Guayaquil en Portoviejo is onlangs een andere cursus gestart voor leidinggevenden binnen de gemeenten. Deze cursus is vooral bedoeld voor degenen die al wat verder zijn in hun ontwikkeling. De cursisten kunnen op verschillende niveaus meedoen: zij kunnen een certificaat behalen, kandidaatsexamen doen of een masteropleiding volgen. Van der Maas: 'Er zijn leidinggevenden bij met slechts één talent, maar toch worden ze door de Heere gebruikt met de gaven die ze hebben gekregen. Als ze dat ene talent goed gebruiken, krijgen ze toch het loon van een getrouwe dienstknecht. Dus niet het vele is goed, maar het goede is veel.'

Krachtige werking

De Nigeria Reformed Church heeft een eigen theologische opleiding, vergelijkbaar met andere zusterkerken, zoals op Papoea en in Noord-Amerika. De Nigeriaanse predikanten en evangelisten worden opgeleid en mogen in de gemeenten en evangelisatieposten voorgaan. Korpel: 'Toen evangelist Johan Commelin voor het eerst in Izi voet aan land zette, werd er in het noordelijke deel hoegenaamd geen christelijk geloof gevonden. Alleen een van de eerste bekeerden was rooms-katholiek gedoopt. Nu, na veertig jaar, mag op meer dan honderd preekplaatsen iedere zondag de boodschap van de dood in Adam en het leven in de tweede Adam klinken. Dat is mogelijk door de krachtige werking van de Heilige Geest en daarom kunnen we alleen maar zeggen: Soli Deo Gloria. Alleen de Heere komt de eer en dank toe.'

Leren van elkaar

De toerusters brengen kennis van de geloofsleer en van het leven als christen over op de gemeenteleden in Nigeria en Ecuador. Wat kunnen gemeenteleden in Nederland hiervan leren? Van der Maas: 'Bij de cursussen kunnen ook mensen meedoen die moeite hebben met lezen en schrijven. Daarover doen de andere gemeenteleden nooit lacherig. Het is mooi te merken dat door een cursus niet alleen de theologische en praktische kennis van de geloofswaarheden toeneemt, maar dat iemand ook vlotter leert lezen. De toerusting is dus breed en heeft als doel de vorming van alle gemeenteleden, zonder uitzondering.'
Korpel: 'De gebedssamenkomst is iets waarvan de kerk in Nederland zou kunnen leren. Een keer per week komt een behoorlijk deel van de Nigeriaanse gemeente bij elkaar voor Bijbelstudie en gebed. Mensen kunnen dan hun noden en zorgen, maar ook hun dank uitspreken. Zo deel je op heel praktische wijze lief en leed met elkaar en is de onderlinge betrokkenheid groot.'
De eerste christenen volhardden in de leer van de apostelen. Daarvoor was Gods genade nodig. Dezelfde genade om te volharden is nodig voor Pedro uit Ecuador en Grace uit Nigeria.

Eerder verschenen in Paulus 343 - september 2014