Ten dienste van de verkondiging

Een kerkelijk bureau in Woerden en Wamena


Bescheiden staat het kantoor iets weggescholen achter een paar hoge bomen. Een klein geel bordje langs de weg wijst de bezoekers van het Centraal Bureau van de Gereformeerde Gemeenten in Woerden het parkeerterrein naast het gebouw. Ook in Papoea staat er een kerkelijk bureau. Eigenlijk zijn er zelfs twee. Eveneens bescheiden. Anders van vorm weliswaar. In een andere omgeving en in een andere cultuur, maar het dient geen ander doel: beiden zijn dienstbaar aan de verkondiging van Gods Woord. We spreken hierover met de heer P. Verweij, directeur van het Kerkelijk Bureau van de Gereformeerde Gemeenten (KBGG), en Annemieke Vader, die gewerkt heeft als begeleider op Papoea.

Door Leendert-Jan de Visser 

Sinds jaar en dag zijn ZGG en het KBGG gehuisvest in het Centraal Bureau in Woerden. Ook andere organisaties en deputaatschappen vonden er onderdak. Hoe zou het moeten als er geen kerkelijk bureau was? Toch was er een tijd, zeg maar tot zo’n 45 jaar geleden, dat onze gemeenten het zonder een kerkelijk bureau moesten stellen. De heer Verweij: 'Verschillende predikanten en ouderlingen die een taak in een deputaatschap vervulden moesten, ondanks vele andere werkzaamheden, administratief werk verrichten. Daar was eigenlijk geen tijd voor beschikbaar. Daarom kwam men op de Generale Synode van 1965 tot het besluit tot het opzetten van een kerkelijk bureau. Aanvankelijk werd er gewerkt vanuit het huis van de administrateur. In 1983 verhuisde het Kerkelijk Bureau naar het Centraal Bureau in Woerden. Inmiddels zijn er bijna zeven voltijdsmedewerkers nodig om het werk te verrichten.'

Abepura en Wamena

Maar waarom ook een kerkelijk bureau in Papoea? Annemieke Vader, die inmiddels teruggekeerd is naar Nederland, vertelt: 'Begin negentiger jaren is er een kerkelijk bureau in Abepura opgezet dat zich richtte op contacten met de provinciale overheid en de administratieve zaken voor de deputaatschappen binnen de GJPI. Daarnaast werden er immigratiezaken behartigd van de zendingswerkers. Ook werden statistische gegevens bijgehouden, zoals het aantal leden en doopleden. Kerkenraden konden er blanco doopbewijzen en huwelijksakten opvragen. Door allerlei ontwikkelingen binnen Papua en de ligging van het GJPI-gebied in het centrale bergland werd Wamena meer en meer een centrale plek. Jongeren, afkomstig uit het binnenland, volgden hier middelbaar onderwijs. In 1994 werd in deze plaats ook een gemeente geïnstitueerd. Activiteiten werden steeds meer gecoördineerd vanuit Wamena. In 1997 werd daarom hier het kerkelijk bureau geopend. Het kantoor in Abepura doet nog wel steeds dienst voor de contacten met de provinciale overheid en immigratiezaken, maar alle andere ondersteunende taken zijn verhuisd naar het kerkelijk bureau in Wamena.'

Mensen van het eerste uur

Op Papoea werd de oprichting van het kerkelijk bureau destijds begeleid door de plaatselijke zendingswerkers. In Abepura waren het de heren Jan Lock en Ton ten Hove die zich daarvoor ingezet hebben. Het bureau in Wamena werd in 1984 opgericht door de heer Leen Stok. Annemieke nam daar de begeleiding van het kantoorpersoneel over. Vanaf het begin was men erop gericht dat het kerkelijk bureau op den duur door de lokale bevolking ‘gerund’ moest kunnen worden. Dit doel mocht in 2005 worden behaald toen de heer E. Yare als hoofd van het bureau werd aangesteld. Ook andere Papoea’s nemen inmiddels een grote plaats in bij het kerkelijk bureau. 'De heer S.L. Awom is degene die het langst gewerkt heeft op het kerkelijk bureau in Wamena. Hij is de uitvoerder die contacten onderhoudt met andere kerken en met de lokale overheid. De heren N. Awaki en N. Loho zijn vanaf het begin betrokken bij de financiële administratie. Zij zorgen voor de correspondentie rond geldzaken, ook met het zendingsbureau in Woerden en voor het opstellen van een jaarbegroting,' vertelt Annemieke.

Wat dat betreft was het in Woerden wel wat eenvoudiger. Wie waren daar de gezichten achter de oprichting van het kerkelijk bureau? De heer Verweij: 'De deputaten van het eerste uur waren ds. H. Rijksen en ir. H. van Rossum. Zij zijn de motor geweest achter het opzetten van het Kerkelijk Bureau. Vervolgens kunnen we de eerste administrateur noemen, de heer H. de Deugd uit Zeist. Hij is zeer betrokken geweest. Aanvankelijk mocht er niemand worden benoemd die fulltime in dienst was. Dit resulteerde daarin dat de heer De Deugd soms tot in de nacht voor het Kerkelijk Bureau bezig was. Verder kunnen de heren T.P. van Vliet en G.H. Verweij worden genoemd. Zonder anderen tekort te doen hebben zij veel gedaan aan de uitbouw en het functioneren van het bureau.'

Hoogte- en dieptepunten

De geschiedenis van beide kerkelijke bureaus kent zowel hoogtepunten als dieptepunten. Annemieke noemt beide: 'Hoogtepunt was het aanstellen van een coördinator voor Yakpesmi, het deputaatschap Diaconale Zaken, en later van het hoofd kerkelijk bureau. Dieptepunten concentreren zich enerzijds op het gebied van financiën, anderzijds op de mutatie van personeel. Moeilijk is het als mensen jarenlang begeleiding hebben ontvangen van zendingswerkers, maar vervolgens besluiten te solliciteren naar een andere baan.'
Hoe ligt dat in Woerden? De heer Verweij: 'Als hoogtepunt zou ik willen noemen de centrale huisvesting in het Centraal Bureau in Woerden, dat in 1983 in gebruik werd genomen. Soms is het functioneel dat medewerkers van verschillende deputaatschappen in één gebouw samenwerken. De onderlinge lijnen zijn daardoor erg kort. Een dieptepunt was de ontdekking dat er een nieuw Kerkelijk Jaarboek verscheen waarin één gemeente niet was opgenomen. Alle jaarboeken moesten terug: er moest een pagina worden ingevoegd. Dat was een erg arbeidsintensieve klus.'

Bescheiden

Beide bureaus willen niet méér zijn dan ze zijn. De heer Verweij vat de plaats die het KBGG in het kerkelijk leven inneemt samen: 'Het Kerkelijk Bureau staat niet in de frontlinie in het verbreiden van Gods Woord. Dat maakt bescheiden. Immers, het gaat er om dat Gods Woord gepredikt mag worden in Nederland en tot aan de einden der aarde. Daarbij is er de bede dat de Heere de prediking daarvan wil zegenen en toepassen in de harten van de hoorders. God is ook een God van orde. Daarin mag het Kerkelijk Bureau een bedrage leveren en op de achtergrond ten dienste staan van de verkondiging van het Woord des Heeren.'
Dat is tegelijk dé overeenkomst met Papoea. 'Het kerkelijk bureau van de GJPI is ondersteunend van aard,' vertelt Annemieke. 'Meer is het niet en mag het ook niet zijn. De deputaatschappen binnen de GJPI zijn belangrijke organen, maar het eigenlijke werk moet gebeuren op het gemeenteniveau. De prediking is van belang, pastoraat, toerusting van de jeugd en het evangelisatiewerk. Als dat voorop staat, komen bijbelvertaalwerk, diaconaat en andere zaken ook aan de orde, maar opkomend vanuit de plaatselijke gemeenten. Het gevaar bestaat dat deputaatschappen binnen de GJPI teveel de dienst uitmaken en dat het kerkelijk bureau te belangrijk wordt. Uiteindelijk gaat het er om dat mensen op Papoea die ene Naam ter zaligheid leren kennen.'  

Eerder verschenen in Paulus 325 - september 2011 

Ten dienste van de verkondiging

Ten dienste van de verkondiging

  • Download