Zending in de Bijbel
Heb je een atlas in huis? Of kun je met Google Maps overweg? Zoek dan eens Oezbekistan en Turkmenistan op. De apostel Judas is hier geweest om de mensen te vertellen over de Heere Jezus. Petrus is naar Rome gegaan. Johannes preekte het Woord in Turkije. Andreas vertrok richting Armenië, Thomas en Bartholomeus zouden zelfs helemaal richting India zijn gegaan. Mattheus en Simon Zelotes hebben in Afrika verteld over de Heere en Paulus is naar Spanje en Portugal zijn gereisd.
Waarom is er zending?
Wat de apostelen deden, is zending. Het bereiken van nieuwe volken. De apostelen zijn door God gezonden ‘tot een getuigenis, om van het Licht te getuigen’ (Joh. 1: 6, 7). In die tijd wisten de meeste volken niets van de Heere Jezus. Nu zijn veel landen en volken al bereikt. Denk aan Indonesië en Nigeria.
Net als de apostelen hebben werkers op het zendingsveld goed naar de Heere geluisterd. Hun Meester zei in Mattheüs 28 vers 19: 'Gaat dan heen, onderwijst al de volken.' In Guinee en Ecuador, in Albanië en Cambodja.
Een meisje als zendeling
Je kunt op meer plaatsen in de Bijbel lezen over zending. Zoek 2 Koningen 5 maar op. Je ontmoet daar een Joods meisje dat haar zieke meester wijst op de profeet Elise die hem kan genezen. Haar meester Naäman wordt beter en zegt: 'Zie, nu weet ik dat er geen God is op de ganse aarde dan in Israël!'
Zo ontmoeten alle mensen die de Bijbel lezen de Heere. Hij laat Zichzelf zien in het Evangelie. En dat heeft gevolgen, want ‘alle einden der aarde zullen het gedenken, en zich tot de HEERE bekeren; en alle geslachten der heidenen zullen voor Uw aangezicht aanbidden’ (Psalm 22: 9). Deze tekst voorzegt mooie dingen. Heidenen zullen zich bekeren, de gemeente van de Heere zal uitgebreid worden en allerlei soorten mensen veranderen in kinderen van God.
Het hoogste doel van zending is dat God de eer krijgt en de onbekeerde een nieuw hart. Wat een prachtig werk, vind je niet?