Zending in de evangeliën

Door Just van Toor

Wie denkt aan teksten over zending in de vier evangeliën komt in gedachten snel bij de veertig laatste dagen van Jezus’ omwandeling op deze aarde. De elf discipelen kregen toen meerdere keren de opdracht om uit te gaan, te onderwijzen en te dopen. Toch komen we ook voor Christus’ opstanding voorbodes tegen van het heil waarin de heidenen zullen gaan delen.

In Johannes 4, dus aan het begin van de drie jaren dat Christus rondging, lezen we van de ontmoeting met de Samaritaanse vrouw. In twee opzichten is het bijzonder dat de Heere bij de waterput van Sichar een gesprek met haar heeft. Het is een vrouw met een zondig verleden én het is een Samaritaanse, een heidin dus. Dat neemt niet weg dat de Heere haar zeer persoonlijk aanspreekt. Hij ontdekt haar niet alleen aan haar zondige bestaan, maar wijst ook op het levende water. Hij openbaart Zich zelfs als de Messias aan haar (Joh. 4: 26). De vrucht is dat vele Samaritanen in Hem geloven (Joh. 4: 41-42).

Een vergelijkbare geschiedenis is de ontmoeting tussen Christus en de Kananese vrouw (Matt. 15: 21-28). Ze roept Zijn hulp in omdat haar dochter ernstig van de duivel is bezeten. De Heere lijkt haar geen blik en woord waardig te keuren. Hij zegt zelfs onomwonden tegen Zijn discipelen: 'Ik ben niet gezonden dan tot de verloren schapen van het huis Israëls' (vers 24). De vrouw houdt echter aan en Jezus geeft haar waar ze om bad. Hij roemt zelfs haar geloof.

Overigens is Jezus’ reis naar Gadara (Dekapolis) ook haast een zendingsreis te noemen. Weliswaar behoorde deze streek feitelijk nog tot het Joodse gebied, maar Hij kwam daar wel in aanraking met heidenen. Bij de genezing van de bezetene (Mark. 5: 1-29) lezen we van zwijnenhoeders. Ook is het een gebied waar satan duidelijk zijn macht toont. Maar Christus ontrooft de machtige zijn buit (Jes. 49: 24-25).

Toch moeten deze drie geschiedenissen ons niet de indruk geven dat de Heere Jezus vooral uitging tot de heidenen. Integendeel. Zijn werkgebied was vooral Judea en Galilea. Ook gaf Hij, bij de eerste uitzending van de twaalf discipelen, nadrukkelijk aan dat zij niet heen mochten gaan op de weg der heidenen en dat zij zich niet mochten begeven in steden van de Samaritanen (Matt. 10: 5-6). We kunnen dus zeggen dat deze geschiedenissen als het ware voorbodes waren van iets wat nog komen zou.

Maar daarvoor moest nog iets zeer ingrijpends gebeuren. In Efeze 2 spreekt Paulus van de middelmuur des afscheidsels. Het bloed van Christus moest vloeien om hen, die voorheen van ver stonden, nabij te brengen (Ef. 2: 13). We zien na de beschrijving van Zijn lijden, sterven en opstanding dan ook een bijzondere wending in het onderwijs aan Zijn discipelen.

Na Zijn overwinning op dood en hel spreekt Christus tijdens de laatste veertig dagen voor Zijn hemelvaart herhaaldelijk over de taak die Zijn discipelen zullen moeten uitvoeren na de uitstorting van de Heilige Geest. Al op de eerste Paasdag zegt de Heere tot Zijn discipelen wat hun opdracht zal worden: 'En in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden, onder alle volken, beginnende van Jeruzalem' (Luk. 24: 47).

Het is opvallend hoe in het evangelie naar de beschrijving van Johannes een nauwe samenhang wordt aangegeven van het zendingsbevel en het komen van Christus in de wereld (Joh. 20: 21). Dit geeft de zendingsopdracht een bijzondere lading. Maar ook een bemoediging. Zoals Christus, naar de beloften van het Oude Testament, is gekomen en alles heeft volbracht, zal ook de uitkomst van het zendingswerk niet ongewis zijn. Het ligt vast in het borgwerk van Christus.

Daarom mogen zendingswerkers ook vandaag bemoedigd de wereld ingaan. Wetend dat de Koning van de Kerk gezegd heeft: 'En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen' (Matt. 28: 20).

Eerder verschenen in Paulus 334 - maart 2013

Lees ook de andere Bijbelstudies in deze serie
Zending in Genesis
Zending in de psalmen
Zending in de profeten
Zending in Handelingen
Zending in de apostolische brieven
Zending in Openbaring

Zending in de evangeliën.pdf

Zending in de evangeliën.pdf

  • Download