Zending omringd door de islam

Verslag van visitatiebezoek aan Guinee


Jong en oud zit bij elkaar onder een grote palmboom. In een van de dorpen in de buurt van Garama bezoeken deputaat Hogendoorn en missioloog Kooijman een alfabetiseringsklas. Opeens klinkt tijdens de les de oproep tot gebed vanaf de moskee. De les wordt onderbroken. Eerst moeten de deelnemers bidden. Aangrijpend.

Door Marianne Thomassen en Evelien Smit

Ieder zendingsteam krijgt eens per twee jaar een visitatie door een of twee deputaten en iemand van het zendingsbureau. We spreken met deputaat C.J. Hogendoorn en missioloog J.H.C. Kooijman over hun bezoek aan Guinee, dat zij samen met ds. J.M.D. de Heer aflegden. Hogendoorn en Kooijman waren beiden voor het eerst in Guinee.

Eerste indruk

Gevraagd naar hun eerste indruk vertelt Hogendoorn hoe ingrijpend hij de enorme geestelijke nood vond: ‘Zeker in de grote steden met grote mensenmassa’s wordt zichtbaar hoeveel mensen leven zonder enig besef van Gods Woord. Velen zijn verstrikt in de volksislam.’ ‘Dat is dan ook de reden waarom ZGG in Guinee werkt’, vult Kooijman aan. ‘Ook op het platteland zijn er overigens honderden dorpjes die al generaties lang leven zonder het Evangelie.’

Opening

Het was beiden tot verwondering om te merken dat de Heere nog steeds opening geeft, zodat het team het werk mag doen te midden van de lokale gemeenschap. De visitatoren werden officieel welkom geheten door de dorpsoudsten in Garama. ‘Jullie zijn bij jullie aangekomen’, was hun welkomstwoord. Dat wil zeggen dat de visitatoren welkom waren en zich thuis mochten voelen.
Kooijman merkt op dat ZGG bereid is zich ergens lang te vestigen als de situatie dat vraagt. Het is belangrijk om binnen een gemeenschap relaties op te bouwen om het Woord te verbreiden: ‘We hebben in het Mogofin-gebied echt een plaats ontvangen. Terwijl we toch heel duidelijk zijn in de verkondiging dat Jezus de enige Weg is. Pas is nog in een openingstoespraak van het gezondheidscentrum gewezen op het feit dat degenen die gezond zijn de Medicijnmeester niet nodig hebben, maar die ziek zijn. Zo is Jezus gekomen, niet om rechtvaardigen te roepen tot bekering, maar zondaars. Deze boodschap mag in vrijheid gebracht worden.’

De strik van de islam

Hogendoorn en Kooijman vertellen dat het werk van de Heere nodig is om mensen een nieuw hart te geven: ‘Ook in Guinee is het werk van de Heilige Geest nodig om mensen te bevrijden. De islam is in Guinee gemengd met volksgeloof. Wereldwijd wordt echter een geestelijke strijd gevoerd, die Guinee niet voorbijgaat. Verschillende groeperingen proberen de zuivere islam steeds meer invloed te laten krijgen. Het team merkt ook iets van deze invloed. In steden zie je op straat tegenwoordig de uitstraling van de islam in uiterlijke zaken zoals vrouwen met een nikab, een sluier die het gezicht bedekt.’
Kooijman herinnert zich de zondag in de stad Boké. Daar komt wekelijks een groepje mensen samen onder leiding van Gabriel, die een meditatief woord spreekt. Hogendoorn was onder de indruk van de wijze waarop deze voorganger in zijn meditatie Bijbelse lijnen trok. ‘Het ging die zondag over Ezechiël 37, het visioen van de dorre doodsbeenderen. Gabriel benadrukte dat de beenderen dood waren, zelf niet tot leven konden komen. Dus dat de levendmaking door de Heilige Geest noodzakelijk is en mogelijk is. Dat waren herkenbare en Bijbelse klanken!’
Een andere man uit die groep is nog niet zo lang christen. Ontroerend hoe hij zijn bekering tegen zijn familie verteld heeft met de woorden van Zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus. Zijn enige troost ligt niet meer in de islam, maar in Jezus Christus.

De woestijn zal bloeien…

Wat de bezoekers heel duidelijk merkten, is dat het werk van bekering een soeverein werk van God is. ZGG mag al jaren werken in Guinee. Het Woord wordt vertaald en verspreid. Inmiddels zijn meer dan vijfhonderd SD-kaartjes verkocht met ingesproken Bijbelboeken. Toch is er niet vaak sprake van zichtbare vrucht. Hoewel verschillende bewoners van Garama vragen om het Woord met hen te lezen. Natuurlijk doen de uitgezondenen dit graag. Maar Gods Geest is nodig. En als Hij gaat werken, wie zal Hem dan keren? Op zaterdagochtend vroeg namen de twee oudste kinderen De Wit beide visitatoren mee de natuur in. Op een gegeven moment kwamen ze op een plek die de kinderen ‘de woestijn’ noemen. Een grote droge open vlakte. Wat deputaat Hogendoorn ontroerde was het feit dat deze vlakte vol met zaad lag. ‘Op het moment dat het zou gaan regenen, zou de woestijn gaan bloeien en helemaal groen worden. Zo is er heel veel zaad gestrooid in Guinee. De regen van de Geest is nodig om tot bloei te komen.’
‘Wij moeten ons drukker maken om de opdracht, het zaaien, dan om de vrucht,’ vult Kooijman aan. ‘Dat uitzien naar de vrucht is er bij de visitatoren en bij het team.’
Beiden benadrukken hoe ze hebben ervaren met hoeveel bereidwilligheid en liefde er wordt gewerkt. ‘Onder beproeving en moeilijke omstandigheden probeert ieder teamlid dienend bezig te zijn. Men klemt zich vast aan het Woord en ervaart blijdschap in het werk.’

Vertaalwerk

Het vertaalteam werkt met lokale mensen. Er is een leesgroep waarvan tevens een imam deel uitmaakt. Deze groep test de vertaling. Het bijbelvertaalwerk zelf wordt op deze manier ingezet als evangelisatiemiddel. Vertaler Peter de Niet blijft er wel scherp op dat geen invloed van de islam in de vertaling sluipt. Hogendoorn vertelt hoe ze hebben gezien dat de Heere geen mensen nodig heeft om het werk in stand te houden. ‘Dat is verootmoedigend. In Boké zijn al een tijdje geen werkers. Maar bij een bezoek aan de leeszaal bleek dat in toenemende mate Bijbels en SD-kaartjes met ingesproken Bijbelboeken verkocht worden door de Guinese beheerders van de leeszaal. De Heere heeft ZGG echt niet nodig. Er wordt overigens nauwkeurig bijgehouden aan wie iets wordt verkocht en van welke religie mensen zijn.’

Team

Naast een uitgebreide teamvergadering wordt er tijdens een visitatie tijd ingeruimd waarin het team laat zien waar het mee bezig is. Als werkers met verlof zijn, hebben ze altijd een gesprek met de deputaten van het betreffende veldoverleg. Toch is dat anders dan wanneer deputaten een veld bezoeken vertelt deputaat Hogendoorn: ‘Als je er bent, zie en ervaar je de lokale context waardoor eventuele misverstanden worden voorkomen. Dan is het belangrijk om dit in een verslag vast te leggen. Op die manier kunnen de andere leden van het deputaatschap er kennis van nemen en goed op de hoogte blijven.’
Het team had gevraagd om een bezinningsmoment met het gehele team, inclusief de vrouwen en kinderen. Dat is verzorgd door ds. De Heer. Daarnaast hebben alle teamleden een pastoraal gesprek gehad met ds. De Heer en deputaat Hogendoorn. Missioloog Kooijman heeft met iedereen afzonderlijk een gesprek gehad over het persoonlijk welbevinden.

Coliah

Kooijman vertelt nog iets over Coliah: ‘Het team in Garama is heel klein en de teamleden zijn ook regelmatig in Boké, omdat daar op dit moment geen werkers zijn. In Coliah heeft een periode een evangelist van ZGG gewoond en gewerkt. Maar mensen leven en sterven daar nog steeds zonder kennis van de Zaligmaker. Daarom ziet ZGG er naar uit om weer een werker naar Coliah te kunnen uitzenden. Te meer nu de gelegenheid er nog is om daar te zijn omdat ZGG er welkom is.’

 

Impressie visitatiebezoek

Nuttig, nodig en aangenaam

Door Bert de Wit

Nuttig is zo’n bezoek voor de bevolking, omdat zij heel concreet ziet en ervaart dat we niet voor ons eigen plezier in hun midden wonen. Ons werk is uitvoering van de opdracht die God aan Zijn gemeente gaf. Daar vormen de bezoekers het gezicht en bewijs van. Dat geeft onze woorden en daden een zwaardere betekenis. Dat de zending hier nu al ruim twintig jaar aanwezig is, dat bezoeken vanuit Nederland regelmatig plaatsvinden, geeft niet alleen veel stabiliteit aan de relaties en het werk, maar schenkt ook meer mogelijkheden om Gods Woord te laten spreken in het publieke leven.

Nodig is zo’n bezoek om deputaten de gelegenheid te bieden in de praktijk van ons dagelijkse leven ons en onze buren met open oren en harten te ontmoeten. Besturen op hoofdlijnen is een prima bezigheid, maar we zijn daarnaast allemaal mensen die het nodig hebben om elkaar van hart tot hart te ontmoeten voor ons persoonlijk en 'deputaatschappelijk' welbevinden.

Aangenaam was de sfeer tijdens de visitatie. Aangenaam was het ook om heel wat harde noten te kraken met de deputaten; walnoten die een van onze gasten cadeau gekregen had van een gemeentelid uit Middelburg. Wat ons betreft voor herhaling vatbaar!

Eerder verschenen in Paulus 353 - september 2016