Zingen met je hart

Muziek op het zendingsveld


Er is geen land op de wereld waar geen muziek gemaakt wordt. Er is ook geen religie op de wereld waarin muziek geen belangrijke rol speelt. Wanneer je op diverse plekken op de wereld kerkdiensten bijwoont, kom je erachter dat per werelddeel, land en soms zelfs per regio de vorm van muziek in de kerk erg kan verschillen. Gaat u even mee naar Ecuador en Papoea? In beide landen zijn uit het zendingswerk gemeenten ontstaan. Laten we zien hoe daar muziek een rol heeft in de eredienst.

Door Just van Toor 

Net als in Nederland vormt de Woordverkondiging in de gemeenten op de zendingsvelden natuurlijk het hart van de dienst. De Heere spreekt tot de gemeente. En ook in de kerken daar mag de gemeente als het ware terugspreken in gebed, maar ook in zang. De verschillen die opvallen, liggen vooral in de vormgeving van de dienst (de liturgie) en de manier waarop gemeenteleden bij de dienst betrokken zijn.

Middelmatige dingen

Wanneer op het zendingsveld een kerk ontstaat, is het heel belangrijk dat er een liturgie komt die past in de plaatselijke situatie. De kerken daar hoeven geen kopie te worden van de ‘moederkerk’ in Nederland, maar mogen zich op hun eigen manier ontwikkelen. Al tijdens de Synode van Dordrecht (1618-1619) was men zich daarvan bewust: 'In middelmatige dingen zal men de buitenlandse kerken niet verwerpen, die ander gebruik hebben dan wij' (Art. 85 DKO). Daarom is door zendingswerkers juist altijd geprobeerd om de bezinning op liturgie te stimuleren in de plaatselijke situatie. Zo moeten de mensen daar zelf nadenken over wat wel en niet in een dienst thuishoort. Op die manier kan er een liturgie ontstaan die ook in gebruik blijft als de zendingswerkers weer vertrekken.
Een liturgie ontwikkelt zich niet binnen een paar jaar. Ook de liturgie zoals wij die kennen in onze erediensten is ontwikkeld en inmiddels heel anders dan in de tijd dat zendelingen als Willibrord en Bonifatius voor het eerst Gods Woord lieten horen in de lage landen bij de zee. Dat moeten we goed voor ogen houden als we naar gemeenten op de zendingsvelden kijken. Het gaat er niet om wat wij er van vinden, maar of de dienst een invulling krijgt tot eer van God en tot zegen van de gemeente. Want dat doel moet overal ter wereld hetzelfde zijn.

Muziekinstrumenten

Als wij aan muziek in de kerk denken, denken we al vanzelf aan het orgel. Orgelspel heeft immers een vanzelfsprekende plaats. Dat is niet altijd zo geweest. Pas vanaf de dertiende eeuw deed het orgel zijn intrede in de Westerse kerk. De kerkvaders, en later overigens ook diverse (nadere) reformatoren, waren fel gekant tegen het gebruik van muziekinstrumenten. Johannes Calvijn (1509-1564) bijvoorbeeld moest niets weten van meerstemmige koorzang en het gebruik van een orgel in de eredienst. Hij zei: 'Muziek is een goede gave van God die maar al te gemakkelijk misbruikt wordt om mensen in een roes te brengen en kwalijke hartstochten in hen te wekken.' De tegenwerping dat toch in verschillende psalmen wordt opgeroepen om muziekinstrumenten te gebruiken (Psalm 92, 149, 150) overtuigde daarbij niet. Men moest dit figuurlijk opvatten, zo was de heersende opvatting. Ondanks deze tegenstand kreeg het orgel langzamerhand een plaats in de eredienst. Dat duurde echter wel tot de zeventiende eeuw.

Muziek in Ecuador

In Ecuador is het meest gebruikte instrument de gitaar. Ook in de kerkdiensten wordt daar gebruik van gemaakt. Daarnaast heeft men ook een keyboard ter begeleiding. Dit instrument wordt dan op dezelfde wijze gebruikt zoals wij het orgel kennen. Omdat verzorgde gemeentezang is gebaat bij goede begeleiding, is hier op het zendingsveld de nodige aandacht voor. Zo wordt door zendingswerkers muziekles gegeven aan diverse gemeenteleden zodat zij tijdens de dienst hun bijdrage kunnen leveren. Nog belangrijker is natuurlijk wát er gezongen wordt. ZGG heeft dat als volgt verwoord in haar beleid: 'In de gemeente wordt gezongen wat de Heilige Geest in de mond legt (Calvijn). We denken hierbij aan berijmde psalmen of andere schriftgedeelten.' Deze psalmen en gezangen moeten dan natuurlijk wel beschikbaar zijn. Daarom besteedt de zending hier veel zorg aan. Zo wordt op dit moment in Ecuador het Spaanstalig gezangboek (Himnario) herzien. Welke gezangen sluiten aan bij Gods Woord en de belijdenis? Welke gezangen kunnen niet gezongen worden tijdens de dienst? Ook worden meer psalmen vertaald in het Spaans, zodat die een nadrukkelijker plaats kunnen krijgen in de eredienst. Op het zendingsveld in Albanië is overigens een vergelijkbaar project aan de gang. Ook daar worden de laatste tijd meer psalmen vertaald in het Albanees.

Voorzanger op Papoea

Op Papoea, ons oudste zendingsveld, valt in vergelijking met Ecuador op dat er nooit echt sprake geweest is van het gebruik van lokale instrumenten tijdens de eredienst. In kleine gemeenten in gesloten gebieden is het vaak de predikant, evangelist of ouderling die de dienst leidt en ook als voorzanger optreedt. Meestal wordt op hele noten gezongen, al zijn er ook plaatsen waar het ritmisch gebeurt. Soms ontstaat er een variatie die daar tussenin zit. In sommige grote gemeenten, zoals in de stad Wamena, wordt, net zoals we in Ecuador zagen, een keyboard ter begeleiding gebruikt. Soms wordt de begeleiding verzorgd door middel van meerdere gitaren. De kerk van Pass-Valley had al vroeg een harmonium dat gebruikt werd. Op beelden van de bevestiging van de eerste predikanten in 1982 is dat harmonium te zien. Ondertussen is het instrument door de tand des tijds (en door het klimaat) zo aangetast dat het niet meer wordt gebruikt.
Op Papoea is vanaf het begin veel aandacht geweest voor het zingen van psalmen en bijbelliederen in de stamtaal. Aan het begin werden psalmen in het Indonesisch gezongen, de zogenaamde Mazmurs. Echter: het zingen met je hart is haast onmogelijk wanneer je in een andere taal dan je moedertaal zingt. Daarom is veel werk verricht aan het vertalen van psalmen in de lokale taal. Zo heeft Dick Kroneman zich ingezet voor een psalmbundel in de Una-taal. Deze psalmbundel is gebaseerd op de melodieën van de Mazmurs. In Nipsan, een ander gebied met een andere taal, hebben ambtsdragers van de GJPI zich hiermee bezig gehouden. In dit gebied wordt weer op een andere manier gezongen. De voorzanger zingt een regel en de gemeente het refrein. Dat refrein komt tussen elke regel door. De tekst wordt door de voorzingende ouderling of dominee ten gehore gebracht. Overigens wordt in veel diensten ook nog geregeld gezongen uit het Indonesische psalmboek, vooral als de voorganger uit een ander taalgebied komt.

Zingen met je hart

In het buitenland valt vaak op dat er meer emoties in de dienst getoond worden. In de dienst uiten de mensen spontaniteit. Wanneer een lofpsalm gezongen wordt, kijken mensen in Nederland bijna precies hetzelfde als wanneer ze een boetpsalm zingen. Diepere ervaringen worden naar buiten toe niet getoond. In veel culturen is dit ondenkbaar. Wanneer na het voorlezen van de Tien Geboden Psalm 51 wordt gezongen, worden er bijvoorbeeld geen muziekinstrumenten gebruikt en klapt men niet in de handen. Een duidelijk verschil met het zingen van een lofpsalm dus, waarbij dit wel gebeurt. Culturen verschillen, maar ook hierbij geldt dat overal gelijk moet zijn dat de psalmen vooral met het hart worden gezongen tot eer van God.

Een koor, een lied

Zoveel gebruiken, zoveel verschillende uitingen. Deze diversiteit is een wonder van de schepping. Eens zullen allen die écht zingen hebben geleerd, in één groot koor aan de glazen zee staan. Met citers zullen zij zingen het gezang van Mozes, waardoor Mozes God heeft gedankt na de doortocht door de Rode Zee (Openb. 15: 2 en 3). En nog worden er zangers voor dat koor gezocht in Nederland, op Papoea, in Ecuador en op alle plaatsen waar Gods Woord verkondigd wordt.  

Eerder verschenen in Paulus 324 - juli 2011 

Zingen met je hart

Zingen met je hart

  • Download