Het is de waarheid

In de meeste huizen hier zijn geen boeken, misschien een paar. Aan de muren hangen geen schilderijen, hooguit een kalender met foto’s en teksten. In de raamkozijnen staan geen bloemen en andere decoratie, simpelweg omdat er nauwelijks ramen zijn en vensterbanken ontbreken.
Nergens vind je een lichtschakelaar of stopcontact. Of je huis moet een oplaadpunt voor mobieltjes zijn; in dat geval bezit je een generator of een zonnepaneel. Computers ontbreken. Over speelgoed struikel je niet en voor de deur staat geen auto.
Het toilet is buiten achter een afscheiding van palmtakken. De keuken is een hutje naast het huis met een vuurtje en een paar pannen. De maaltijden zijn elke dag, ’s morgens en ’s avonds rijst met olie of pindasaus. Soms met een stukje vlees of vis erbij. Water haal je bij de dorpspomp.

Het is de waarheid.
Het leven is anders hier. Wat in Nederland verleden is, vastgelegd in geschiedenisboeken, is hier het heden. Mensen wassen zich in de rivier, de vuile kleding gaat in de wastobbe en over het schrob-bord, kinderen lopen gerust een uur naar school, op het land gaat alles met de hand en ‘oude ambachten’ zijn hier de meest gangbare beroepen. Het dorp heeft een timmerman en een smid, die het vuur warm houdt door een blaaspijp. En bij geboorte, trouwen en rouwen komt de hele gemeenschap samen.
Op vrijdag is dat ook zo. Vrouwen in fleurige Afrikaanse kleding en mannen in lange gewaden. Hoofden bedekt. En bij aankomst op het moskee-plein spoelen ze de mond, wassen het gezicht, boenen de blote voeten schoon en gaan daarna door de knieën richting Mekka. Precies zoals hen is geleerd. Want dat is de waarheid, al generaties lang. De oude mannen weten het, de imams onderwijzen het en de medicijnmeesters mengen het in hun rituelen.
Ja, de verschillen zijn groot. Twee werelden die niet bij elkaar te krijgen zijn. En dat is niet erg. Ik hoef geen Mogofin te worden en een Mogofin hoeft geen Nederlander te worden. Dat kan ook niet. En daarom ben ik hier ook niet.

Toch is dat niet de hele waarheid.
Juist als je mensen beter leert kennen en je ogen en oren goed openhoudt, ontdek je een waarheid die niet het verschil blootlegt, maar de overeenkomst. Dat gebeurt als je bij elkaars hart komt. De plek waar gedachten leven, vragen opkomen, tranen zijn verborgen, pijn ligt verankerd, angst gevangen wordt gehouden en duisternis heerschappij voert. De plek waar zonde scheiding brengt, schaamte wordt bedekt, schuld wordt verzwegen en de vinger naar de ander gaat. Het gaat dan over gestolen rijst, een verdwenen hamer, ruzie bij de waterpomp, onenigheid tussen familieleden, vervloekingen enzovoort. Die waarheid is universeel, overstijgt culturen, is eeuwenoud en generatie-onafhankelijk. De Bijbel benoemt die waarheid al duizenden jaren, eerlijk en confronterend. En voor die waarheid helpt het niet als we iedereen een eigen waterpomp geven, tractors op het land laten rijden, wastobbes vervangen door wasmachines en computers de tijd laten vullen. Het probleem van ons hart blijft.
De Bijbel bevat gelukkig de hele waarheid. Ja, sterker nog, de Bijbel gaat over dé waarheid. Jezus Christus is in de wereld gekomen om zondaren zalig te maken en vijanden met God te verzoenen. En of we nu een Nederlander zijn met boeken, gevulde vensterbanken, computers en auto's of een Mogofin. We hebben samen nodig wat Mac Cheyne zong:

Nu ken ik die waarheid, zo diep als gewis,
dat Christus alleen mijn gerechtigheid is.

En daarom zijn we uitgezonden met niet meer dan het Woord.
Daarom delen we aan het begin van het jaar bij de mensen eenvoudige kalenders uit, die ze kunnen ophangen aan een kale muur. Want daarin staan teksten die gaan over dé Waarheid.
En daarom gaan we door de knieën bij het geopende venster richting Jeruzalem. Biddend of Gods Geest hen door deze woorden overtuigt en Jezus de vervulling van hun hart wordt. Want dan alleen zijn we echt en voor eeuwig gelukkig.

Wat een waarheid!

Jos Kardol
Zendingswerker in Guinee