Weerbare werkers

Zendelingen dienen anderen door goed voor zichzelf te zorgen

Serie Zelfzorg deel 1

Een ervaren zendingsapostel zegt het tegen zijn jongere zendingsbroeder: ‘Heb acht op uzelven’ (1 Tim. 4: 16a). Aandacht en zorg voor jezelf is nodig om anderen te kunnen dienen. Hoe gaat dat in de praktijk? Jan-Kees Kooijman, missioloog en toeruster bij ZGG, gaat hier graag over in gesprek.

Door Elbert Lindhout

Eerder verschenen in Paulus 376 - maart 2021 

‘Van zendingswerkers wordt veel gevraagd’, geeft Jan-Kees Kooijman aan. ‘De periode van solliciteren, opleiding, uitzending en ingroeien in een andere cultuur is intensief. Ook het beschikbaar zijn voor de plaatselijke bevolking kan zwaar zijn. Zendingswerkers hebben voortdurend een dienende houding. Om lichamelijk, psychisch en geestelijk stabiel te blijven is zorgen voor jezelf van belang.’

Weerbaarheid

De opleiding bij ZGG bestaat uit een aantal lesblokken. Een van de blokken gaat over weerbaarheid en veiligheid. Jan-Kees: ‘Hier komt aandacht voor jezelf aan de orde. De toekomstige werkers moeten een aantal boeken over dit onderwerp lezen. Ze maken vervolgens een weerbaarheidsplan. Daarin beschrijven ze hoe ze met hun sterke en zwakke kanten omgaan. Dat heeft tot doel om goed voor zichzelf te zorgen. Ik vind het belangrijk dat zij hier bewust mee bezig zijn. Het weerbaarheidsplan in de praktijk brengen is de verantwoordelijkheid van de zendingswerker.’

Christelijke discipline

‘De geestelijke en materiële nood is groot op het zendingsveld’, legt Jan-Kees uit. ‘Het werk is nooit af. Dit zorgt voor een zekere druk. Christelijke discipline is nodig om staande te blijven. Het is belangrijk om tijd in te plannen voor bijbellezen en gebed. In de landen en culturen waar onze uitgezondenen zijn, is privé en werk moeilijk te scheiden. Het huis van de werker staat vaak midden in het werkgebied. Mensen lopen in en uit. Het is moeilijker om momenten van alleen zijn en bezinning te vinden.’

De ander

Jan-Kees: ‘Zeker zendingswerkers die net zijn uitgezonden moeten goed op zichzelf letten. Vaak moeten zij een nieuwe taal leren en hun plek vinden in een andere cultuur. Bij werkers die al langer op een zendingsveld verblijven, zie ik meer stabiliteit. Zij kennen de taal en de cultuur beter. Maar’, vervolgt de missioloog, ‘om anderen te voeden met Gods Woord, is het belangrijk dat je zelf ook voeding ontvangt. Laten zij daarom de oproep van Paulus aan Timotheüs ter harte nemen: ‘Heb acht op uzelven en op de leer; volhard daarin; want dat doende, zult gij en uzelven behouden, en die u horen’ (1 Tim. 4: 16).’

Lees ook de andere artikelen in de serie Zelfzorg.

Deel 2 | Het lichaam als basis
Deel 3 | Hoofd zaken
Deel 4 | Ontvangen om te delen