Ervaring met cultuurstudie

Werken als ander soort mens


Serie: in opleiding (4)

Hoe kan ik de mensen groeten? Begin ik met groeten of moet ik wachten tot de ander begint? Welke antwoorden kan ik geven als me iets gevraagd wordt? Hoe kan ik me het beste kleden? Kan ik als vrouw zomaar met iedereen praten of kan dat eigenlijk niet? Net aangekomen in Guinee borrelen er nogal wat vragen in mij op.

Door Janneke de Bel en Wijnanda van Burg

Eind september 2012 ben ik uitgezonden als gezondheidswerker naar Guinee. Eenmaal aangekomen in Guinee kwam ik er al heel snel achter dat ik heel veel moet leren. Wat is het leven anders dan in Nederland. Vanuit een wereld waar je alles weet en begrijpt, land je in een wereld waar bijna alles anders lijkt. Groeten, praten met mensen, kleding die je draagt. Pas nu besef ik echt wat cultuur met je doet. Dat cultuur diep in je zit, zelfs zo dat cultuur een stukje van jezelf is en een groot deel van je leven, je doen en je laten bepaalt.

Kijken, luisteren en leven

Hoe leer je terwijl je de taal van de mensen niet begrijpt en zij ook jou niet verstaan en begrijpen? Dat was en is ook voor mij nog dagelijks de vraag. Ik ben uitgezonden als gezondheidswerker, maar hoe kan ik aan het werk gaan als ik niet met mensen kan praten? Daarom zijn de eerste twee jaar van mijn werk in Guinee vooral bestemd voor taal- en cultuurstudie. Wat ik op dit moment veel doe, is kijken, luisteren en leven met de mensen hier. En vooral niet te snel conclusies trekken. Soms denk ik dat ik iets heb begrepen, maar dat blijkt later toch weer anders te zijn. Elke dag leer ik weer meer en sommige dagen lijkt het wel alsof ik helemaal opnieuw moet beginnen.

Nieuwe ‘ouders’

De taalstudie ben ik begonnen in Boké. De eerste maanden ging ik bijna dagelijks op stap naar een vrouw die me hielp om de eerste woorden en zinnen in het Soso eigen te maken. Daarnaast bezocht ik ook regelmatig andere families in de buurt om contacten te maken en ook de aangeleerde zinnen in de praktijk te brengen. In Boké is het niet zo heel makkelijk om de taal te leren. Er wonen veel mensen van andere stammen in de stad. Het Soso is voor de meeste mensen de tweede taal. Zij verstaan het Soso wel, want het is de handelstaal, maar veel mensen hebben geen goede uitspraak. Natuurlijk kan ik wel Soso met hen praten, maar om het goed te leren is het nodig om met men sen van de Soso-stam zelf te spreken.
Daarom verblijf ik sinds enkele maanden door de week in Kibola, een echt Soso-dorp. Daar kan ik tegelijkertijd heel goed cultuurstudie doen. Ik woon bij een familie in huis. Het is de familie van de dorpschef. Deze man heeft vier vrouwen. Al deze vrouwen hebben samen met hun (kleine) kinderen een kamer in hetzelfde huis. Ook ik heb een eigen kamer in dit huis gekregen. De dorpschef is nu mijn ‘vader’ en een van zijn vrouwen is aangewezen als mijn ‘moeder’. Nu hoor ik helemaal bij deze familie mét bepaalde rechten en plichten van een familielid. Op deze wijze zie, hoor en beleef ik ontzettend veel van het dorps- en familieleven en de cultuur van de Soso’s. Mijn ‘vader’, de dorpschef, weet ook veel van de geschiedenis af en kan me er dus over vertellen. Ik leer zo heel veel.

Blanken en geesten

Mijn naaste collega op het veld, Ineke Troost, is mijn begeleider met betrekking tot de taal- en cultuurstudie. Ook leer ik veel van de andere teamleden. Tijdens een werkoverleg komt bijvoorbeeld iets naar voren over de geschiedenis van ZGG in Guinee. Informatie over de rollen en taken die zendingswerkers in het verleden hebben gehad helpt mij bij de oriëntatie op mijn eigen taak. Dat houd ik steeds in gedachten: ik ben hier niet zomaar zelf gekomen, maar uitgezonden in teamverband. Dat betekent dat ik nu al, in mijn huidige studie en bij het zoeken naar geschikte werkzaamheden voor de toekomst, onderdeel ben van het zendingswerk van het zendingsteam in Guinee.
Mijn levenshouding is van groot belang. De mensen hier zien alles van me. Vooral in het dorp waar ik heel dicht bij de mensen leef, moet ik goed nadenken over hoe ik me gedraag. Door het grote cultuurverschil is het voor hen vaak moeilijk te begrijpen waarom ik doe zoals ik doe. Daar is voor hen ook uitleg bij nodig en sommige dingen blijven ‘vreemd’. Een blanke is toch echt een ander soort mens… De mensen in het dorp zijn bijvoorbeeld heel bang dat boze geesten, geesten van overleden familieleden, zich willen wreken of de mensen kwaad willen doen. Kwaad, zoals diefstal, gebeurt meestal via zo’n familielid. Ook ziekte of een ongeval wordt vaak toegeschreven aan de geesten. Om deze reden durven de mensen ’s nachts amper over straat te gaan. Maar ik kan dat gerust wél doen is mij gezegd, want ik ben blank dus de boze geesten doen mij niets…

Zendingswerker

Ik ben uitgezonden als zendingswerker en niet als ontwikkelingswerker. Hoe geef ik dat vorm, nu tijdens mijn studietijd in Guinee? Ik heb verschillende klinieken en gezondheidscentra bezocht en heb meegedaan aan vaccinatieprogramma’s in de dorpen. Als verpleegkundige heb ik bij de mensen wel een duidelijke taak en ingang. Dat helpt om een plekje te vinden in het maatschappelijk leven in Guinee. Het daadwerkelijk iets kunnen doen voor de mensen is een mooie manier om hier bezig te zijn. Voor mij is het vooral belangrijk dat ik op deze manier veel contacten met mensen kan leggen. Als verpleegkundige kan ik iets voor de mensen betekenen door ze te helpen, maar ook door iets te laten zien van mijn levenshouding, de manier waarop ik het werk doe. Daarbij is er zeker mogelijkheid voor gesprek en uitleg, vooral richting lokale collega’s. Het is in Guinee erg belangrijk om een goede relatie met mensen te hebben en hen zo te bereiken met Gods Woord. Dat is uiteindelijk het doel: mensen bereiken met het Woord van God. Als zij dit Heilige Woord niet horen, en God niet kennen, zullen ze immers verloren gaan?

Opnieuw beginnen

Deze periode vind ik heel intensief. Het is niet altijd makkelijk. Als ik in Nederland begon met een nieuwe baan was het de eerste dagen soms best lastig. Dan vond ik al dat ik opnieuw moest beginnen en veel moest leren. Dat is hier nog veel sterker het geval omdat er zoveel dingen anders zijn. Alle zekerheden die ik in Nederland had vallen hier weg. Alles is anders: de taal en het eten, het dagelijks leven, het gaan naar de markt en zelfs het omgaan met de mensen. Hier moet ik als het ware helemaal opnieuw beginnen en alles opnieuw leren.

Eerder verschenen in Paulus 336 - juli 2013

Lees ook de andere artikelen in deze serie
Ervaringen met taalstudie (1)
Emigreren met kinderen (2)
Afscheid van Nederland (3)
Zoeken naar verblijfslegitimatie (5)
Kennis van en omgaan met andere godsdiensten (6)