Flesjes verkopen op je tachtigste

Oud zijn in Oost-Azië en Ecuador


Serie: levensloop (4)

'Probeer zo lang mogelijk jong te blijven!’ Deze boodschap komt via de reclame tot ons. Veel Nederlanders zijn bang voor aftakeling en eenzaamheid in de ouderdom. Tegelijkertijd wordt er goed voor ouderen gezorgd. Hoe is dit in Oost- Azië en Ecuador? Daar verkoopt een vrouw op haar tachtigste flesjes om nog iets te verdienen.

Door Liesbeth de Jongste

Peter Fris is evangelist in Quevedo, Ecuador. Hij vertelt dat er in Ecuador een groot verschil is tussen arm en rijk in de manier waarop mensen tegen de ouderdom aankijken. ‘De rijkere mensen doen hun best om er zo jong mogelijk uit te blijven zien. Bij de armere mensen zien we juist veel mensen die nog ouder lijken dan ze in werkelijkheid zijn. Dit komt door hun slechte levensomstandigheden.’
In de rijke families is er veel respect voor de grootvader. Peter: ‘Hij heeft een belangrijke stem als er beslissingen moeten worden genomen. Ook beheert hij het geld van de familie. De rest van de familie moet bij hem aankloppen als ze iets willen kopen.’ In de armere gezinnen is er vaak wel respect voor ouderen, maar soms worden ze enigszins als ballast gezien: ‘Veel ouderen komen bij één van hun kinderen in huis wonen. Dit betekent dan natuurlijk een extra mond te voeden en extra kosten voor bijvoorbeeld medicijnen en doktersbezoek.’ Het heeft ook een voordeel als opa en oma bij het gezin komen wonen. Veel oma’s zijn betrokken bij de opvoeding van de kleinkinderen. De moeder, vaak alleenstaand, werkt dan de hele week.

Zware taak

Anita werkt onder de mensen in Oost-Azië. Daar ziet men het als een eer om oud te zijn. Anita vertelt: ‘Ik zie dat mensen hier eerder accepteren dat ze oud zijn dan in het westen. Het is in deze cultuur heel belangrijk om ouderen te respecteren en voor hen te zorgen. Dit wordt kinderen van jongs af aangeleerd. Een bekend gezegde geeft aan dat je kinderen opvoedt om later voor je te zorgen. Daarom wordt het vaak als een schande gezien om je ouders naar een zorgcentrum te brengen.’
Volgens de traditie blijft de zoon als hij trouwt samen met zijn vrouw bij zijn ouders wonen. Vanaf de eerste dag na het huwelijk neemt de schoondochter het huishouden op zich. Dit valt niet altijd mee. Anita hoort regelmatig verhalen over schoonmoeders die niet tevreden zijn met het werk van hun schoondochter. Anderzijds kunnen kinderen de lichamelijke zorg als een belasting ervaren. Anita: ‘Zo zorgt mijn vriendin al jaren voor haar dementerende schoonmoeder. Ze vindt dit een zware taak naast haar voltijdbaan. Ze mag echter ervaren dat Gods genade elke dag genoeg is.’
In de stad gaan steeds meer jonge stellen apart wonen. Pas als de ouders niet meer zelfstandig kunnen wonen, komen ze bij hun zoon in huis. Het eren van de ouders gaat zelfs na hun dood door. Op bepaalde dagen verbranden de mensen wierook en geld voor hun overleden ouders. Ze denken dat hun ouders dit kunnen gebruiken in een andere wereld. Ook spreken zij dan tot de overleden ouders. Anita: ‘Mijn vriendin werd christen. De eerste reactie van haar moeder was toen: ‘Wie zal er dan wierook en geld voor ons verbranden als we overleden zijn?’

Op bezoek

Er zijn ook oudere mensen die geen kinderen gekregen hebben. Langzamerhand neemt de overheid initiatieven om voor deze mensen te zorgen. Anita: ‘Zo worden in onze omgeving zorgcentra gebouwd waar kinderloze ouderen gratis kunnen wonen. Ik ben vaak op bezoek geweest in deze huizen. De ouderen moeten grotendeels voor zichzelf zorgen. Er is meestal maar één verzorger per groep van twintig ouderen. Toch zie ik dat deze eenzame ouderen vaak genieten van het samenzijn met andere mensen. Ze zorgen samen voor de groentetuin of praten met elkaar. Ook wordt voor hen gekookt.’
Anita vertelt dat ze samen met anderen drie keer per jaar activiteiten voor deze bewoners organiseert. Ze gaan dan met studenten van de universiteit bij hen op bezoek. De studenten zingen een lied, delen verzorgingsproducten uit en praten met de ouderen. Anita: ‘Dit soort activiteiten wordt hier heel weinig georganiseerd. Wij vinden het belangrijk om juist jongeren aan te moedigen om oude mensen te bezoeken. De ouderen genieten van zo’n dag!’
Is Peter als evangelist in Quevedo ook betrokken bij het organiseren van activiteiten voor ouderen? ‘Er zijn in onze gemeente geen speciale activiteiten voor ouderen,’ zegt Peter. ‘Eigenlijk ontvangen ze dezelfde pastorale zorg als de gemiddelde kerkganger. Wel kan het zo zijn dat ze vaker diaconale hulp nodig hebben, bijvoorbeeld voor medische zorg. Een voorbeeld van praktische hulp die wij tijdens de kerkdienst geven, is het aanbieden van grote-letter-Bijbels.’

Aangrijpend

In Ecuador is het afhankelijk van je sociale status of de overheid voor je zorgt als je oud geworden bent. Rijke mensen zijn vaak verzekerd. De mensen uit de middenklasse hebben meestal een legale baan gehad. Zij ontvangen een pensioen en hebben een basiszorgverzekering. Veel arme mensen werken echter zwart en ontvangen daarom dus geen uitkering. Peter: ‘Je ziet daardoor dat veel ouderen zelfs op hoge leeftijd nog werken. Andere oudere mensen zie je bedelen. Zeker als er geen familie is die voor hen kan zorgen.’
Peter vindt het aangrijpend om met zulke situaties geconfronteerd te worden: ‘In het centrum zien we vaak een oudere vrouw die drinkflesjes verkoopt bij het stoplicht. Verder is er een winkel waar een echtpaar op zeer hoge leeftijd gevlochten manden verkoopt. Zo proberen ze genoeg geld te verdienen om in leven te blijven. Het is schrijnend om dit soort situaties te zien. Je vraagt je af hoe het verder moet als ze echt niet meer kunnen werken vanwege hun gezondheid.’
Ook Anita ervaart aangrijpende momenten in het contact met ouderen. ‘Als ik met ouderen spreek die moslim zijn, merk ik bij hen vaak een grote angst voor het oordeel. Bij de andere bevolkingsgroepen zie ik meestal juist een afgestomptheid met betrekking tot eeuwigheidszaken. Beide zaken raken me diep.’
Het dringt de zendingswerkers om door te gaan met hun werk, ook onder hun oudere naasten. De zaak van de Koning heeft haast!

Eerder verschenen in Paulus 363 - september 2018

Lees ook de andere artikelen in deze serie
Belijdenis in een baby-oortje (1)
Huwelijk als oudedagsvoorziening (2)
Een (on)vervuld verlangen (3)
Het einde van de levensloop (5)