8 Dagen lopen of 22 minuten vliegen

Vliegdiensten onmisbaar voor zendingswerk


Serie: onderweg (5)

Op sommige plaatsen is er heel wat voor nodig om het Woord van God bij de mensen te brengen. Sommige volken leven in afgelegen gebieden, ver van de rest van de bewoonde wereld. Wegen naar hun dorpen zijn er niet. Om ze te bereiken moet er dagen door de gevaarlijke jungle getrokken worden. Gelukkig is er een andere optie. MAF zet zich in om zendingswerkers naar deze afgelegen gebieden te vliegen.

Door Martin van Emous

Pieter van Dijk is piloot. Al op jonge leeftijd werd hij aangesproken door het werk van MAF: ‘Toen ik op elfjarige leeftijd een zendingsavond van ds. Vreugdenhil in Middelburg-Zuid bijwoonde, liet hij beelden zien van vliegtuigen die ingezet werden voor het werk in het Koninkrijk. Dat fascineert me nog steeds.’ ZGG heeft een samenwerkingsverband met MAF-Nederland. Mensen die vanuit de Gereformeerde Gemeenten voor MAF werken, kunnen een deel van de benodigde financiering van ZGG krijgen.

Luchtverbinding

Waarom MAF van zo’n grote betekenis is voor het zendingswerk op Papoea? Dat kan Van Dijk snel duidelijk maken: ‘In ons gebied zijn op dit moment ongeveer vijftien zendingsgezinnen actief. De dichtstbijzijnde wonen tweeëntwintig minuten vliegen bij ons vandaan. Zouden deze zendelingen dat te voet en per boot moeten doen dan komt dat neer op een reis van acht dagen. Nog afgezien van het feit dat je dan waarschijnlijk maar één of maximaal twee tassen kunt dragen. En hopelijk krijg je onderweg geen malaria of wonden aan je voeten van scherpe dingen. Je zou ook blaren kunnen oplopen vanwege de lange reis.'
Een vliegreis heeft dus veel voordelen. Hiervan geeft Van Dijk een praktisch voorbeeld: ‘Vanmorgen is het vliegtuig vertrokken met zo’n driehonderd kilo verse groenten, andere boodschappen en bouwmaterialen voor een zendingsgezin. Toen het weer terugkwam, waren er twee patiënten aan boord die een operatie moeten ondergaan in het ziekenhuis in de stad waar we wonen. Als MAF er niet was, zouden zij een andere, duurdere luchtverbinding gebruiken. Als die er ook niet zou zijn, moesten ze het met een grote groep lopend doen. Dan moet er ook goed gepland worden, omdat er dan voor een jaar aan boodschappen meegenomen zou moeten worden.

Vliegdag

Veel mensen zien het werk van een MAF-piloot als fascinerend. Wanneer iemand van MAF een presentatie houdt, spreken de foto’s tot de verbeelding. In de praktijk blijkt het zwaar werk te zijn. Op Papoea betekent het onder andere dat je vroeg uit bed moet: ‘Op een vliegdag meestal kwart voor vijf. Je moet het echt van de vroege morgenuurtjes hebben vanwege het dikwijls onstuimige en onvoorspelbare weer. Dan zijn er twee langere of drie kortere vluchten vanuit onze basis in Nabire. De lokale werkers hebben het vliegtuig geladen en de passagiers klaargemaakt. Aan het einde van iedere vliegdag moet de motor van het vliegtuig een speciale spoeling ondergaan tegen zout, omdat onze basis dicht bij de oceaan ligt. Voordat de spoeling mag worden gedaan, moet de motor eerst afkoelen tot honderd graden Celsius. Dat duurt meestal een dik half uur, waarin ik even pauze kan houden. Daarna taxiën we naar het hoofdgebouw van het vliegveld om de tanks helemaal vol te tanken voor de vluchten van de volgende dag (meestal twaalfhonderd liter per vliegtuig). Eenmaal terug op de basis wordt dan de overtollige brandstof weer uitgeladen en tijdelijk opgeslagen, zodat we de volgende dag niet steeds naar het hoofdgebouw moeten. Op een vlucht wordt namelijk alleen de nodige brandstof meegenomen, plus een extra hoeveelheid als veiligheidsmarge. Als dat allemaal klaar is, is het meestal rond half vier. Dan wacht nog papierwerk, zoals het financieel overzicht van de vlieguren, tickets en vrachtbrieven van de vliegdag.’
Niet elke dag wordt er gevlogen. Eén van de veiligheidseisen van MAF is dat de piloten een beperkt aantal uren per maand mogen vliegen. Sommige dagen blijft de piloot dus aan de grond. Dat betekent niet dat er niks gedaan wordt. Op het kantoor en in en rond de hangar is altijd werk genoeg.

Gevaren

Het werk van MAF is niet zonder gevaren. Pieter vertelt: ‘Het weer is erg onvoorspelbaar en de bergen zijn tot vijf kilometer hoog. De strips zijn veelal onverhard en zijn vaak maar net lang genoeg om op te kunnen stijgen. Daarmee moet je goed rekening houden. Zo moet je bijvoorbeeld bij strip X tweehonderdvijftig kilo afhalen van het maximaal toelaatbare voor het vliegtuig om te voorkomen dat je de boomtoppen aan de andere kant van de grasbaan zou raken. Veel andere commerciële luchtvaartorganisaties doen dat anders en er gebeuren mede daardoor relatief veel (dodelijke) ongelukken op Papoea. Een klassiek voorbeeld daarbij is het in de wolken vliegen, te dicht bij bergen. Dat is relatief makkelijk te voorkomen. Mede daarom hebben wij als MAF veel regels. Ook mogen wij een vastgesteld maximaal aantal werk- en vlieguren per maand niet overschrijden. Gebeurt dat wel, dan is je volgende maand gelimiteerd.’

Voldoening

Van Dijk is blij dat hij door zijn werk het werk van zendelingen en bijbelvertalers kan ondersteunen: ‘Zulk mooi werk! En dat mogen wij dan ondersteunen! Als we iemand op tijd in het ziekenhuis hebben kunnen krijgen, geeft dat ook veel voldoening. Deze voldoening is ook een gevaar. Het gevaar is dat je het jezelf toestaat iets te worden met de dingen die je doet voor Gods Koninkrijk. Het is nu eenmaal de goede zaak die je dient. Dat merk je dan vooral op de dagen dat je geen zendelingen of zieken vliegt. Alsof dat werk dan veel minder belangrijk is. Alsof je dan ineens niets meer betekent. Dat is natuurlijk absoluut niet zo. Dagelijkse onderwerping aan het Woord door lezen, overdenking en een leven dichtbij de Heere is ook hier hard nodig om geestelijk staande kunnen te blijven en je roer recht te houden.’

Eerder verschenen in Paulus 357 - mei 2017

Lees ook de andere artikelen in deze serie
Gevaren op de weg (1)
Een Toyota zonder geheimen (2)
Reizend verhalen (3)
Grauwe wijken en statige huizen (4)
Het hoort er gewoon bij (6)