Grauwe wijken en statige huizen

Serie: onderweg (4)

Net als in veel Zuid-Amerikaanse landen is er in Ecuador veel armoede. Toch leeft niet iedereen in armoede. Er is een groep rijke mensen die profiteert van bijvoorbeeld de handel in olie. Daarnaast ontstaat er een groeiende middenklasse met mensen die het wat beter beginnen te krijgen. Corruptie blijft ook een groot probleem. Twee personen vertellen over hun ervaringen in Ecuador.

Door Martin van Emous

Timo van Doleweerd

Timon van Doleweerd woonde ongeveer 6 jaar in Guayaquil. Zijn vader was evangelist. Ze woonden in een beveiligde wijk die door de Ecuadoranen als rijke wijk werd gezien, een groot contrast met de sloppenwijken. Hij denkt terug aan zijn kindertijd.

'De dag na mijn zevende verjaardag was een zondag. Het licht van de opkomende zon verlichtte mijn ruime kamer. Ik kleedde me snel aan en sloop de trappen af naar de speelkamer beneden in het huis. Arco en Joas waren daar al. Tot het eten vermaakten we ons met de lego. Na een zondagse maaltijd met melk en cornflakes hees ik me in mijn zondagse pak. Ik had een blauw T-shirt, de kleur van mijn jeugdgroep. Arco droeg een geel T-shirt en Joas een rode.
Pa deed de voordeur op slot. Er zaten verschillende sloten op de deur. Hij sloot het hek met een grote ketting. Dit hek was de enige toegang tot ons ommuurde huis. Onderweg naar de kerk keek ik uit het raam. We reden eerst door een rustige en schone buurt met grote, statige huizen. Hier en daar zat een wachter met een geweer tussen zijn benen en een tijdschrift op schoot. Een stukje verder kwamen we langs onze school. Een groot terrein, helemaal ommuurd met hoge hekken. Bij het stoplicht naast de snelweg was de McDonalds. Op de parkeerplaats naast de Mac stonden slecht geklede kinderen te bedelen. Ik herinnerde me dat wij daar een keer geparkeerd stonden. De kinderen gingen toen ongevraagd onze ramen wassen. Toen ze klaar waren wilden ze daarvoor geld hebben.
De plotselinge overgang van de groene natuur buiten de stad naar de grauwe sloppenwijk deed bijna pijn aan mijn ogen. Ergens halverwege sloeg mijn vader linksaf. We verruilden het asfalt met af en toe wat kuilen, voor kuilen met hier en daar wat asfalt. Links en rechts kon je door de kieren in de houten wanden van de huisjes naar binnen kijken. Overal op straat lag plastic en her en der lagen hoopjes afval. Toen we bij de kerk arriveerden, had een van de ouderlingen het hek al opengemaakt. Snel stapte ik uit, gaf de ouderling een hand en samen met mijn broers hielp ik papa met de voorbereidingen voor de dienst. Druppelsgewijs kwamen de mensen binnen. Er kwam nog een auto aan met de familie Paans. Wij waren de enigen die met de auto kwamen, de rest van de gemeente kwam lopend. Jaloers keek ik naar het schoeisel van mijn vriend. Hij had zijn doordeweekse sandalen aan. Ik moest het doen met strak gepoetste zondagse schoenen. Dat gaat straks warm worden, dacht ik. Het is niet eerlijk verdeeld in deze wereld.’

Bertine Vermeer

Bertine Vermeer is projectcoördinator voor het deputaatschap Bijzondere Noden. Hiervoor is ze ook regelmatig op reis. Ecuador is één van de landen die ze bezoekt. Ze vertelt over haar ontmoeting met Josefina, een arme vrouw uit Portoviejo.

‘Tijdens een werkbezoek in 2015 gingen we op een ochtend langs bij een leeskring. Deze leeskring werd geleid door een lid van de kerk in Portoviejo. Terwijl we aan kwamen lopen, was één van de vrouwen hardop aan het lezen. Ze las langzaam, onzeker als een kind dat net heeft leren lezen, hoewel ze minstens vijftig jaar oud moet zijn. Toch las ze foutloos en met de juiste intonatie. Terwijl we luisterden, vertelde de zendingswerker fluisterend haar verhaal.
Josefina komt uit een erg armoedig milieu. Ze kreeg nooit de kans om naar school te gaan. Al jong ging ze zwaar, ongeschoold werk doen om het hoofd boven water te kunnen houden. Door het zware werk kreeg ze veel gezondheidsklachten. Ondertussen probeerde ze voor haar omgeving te verbergen dat ze niet kon lezen en schrijven. Zelfs in de relatief arme omgeving van de sloppenwijk is analfabetisme een grote schande. Door de alfabetiseringscursus van de kerk heeft ze, met veel doorzettingsvermogen, op haar vijftigste nog leren lezen en schrijven. Door deze cursus kon ze meedoen in de samenleving, voor het eerst van haar leven haar eigen formulieren invullen én zelf de Bijbel lezen. Gedurende de vele alfabetiseringslessen is het kunnen lezen van de Bijbel uiteindelijk haar belangrijkste doel geworden.
Toen we vertrokken uit de wijk, liepen we nog even langs haar huis. Een simpel rieten huisje, met de nodige gaten in de muren en het dak. In de deuropening stond haar man. Hij was minimaal vijftien jaar ouder dan Josefina, maar hij werkte nog elke dag hard op het land. Ondanks hun inspanningen moest dit echtpaar rondkomen van nauwelijks meer dan één dollar per dag.
Voordat de volgende bijeenkomst zou beginnen, gingen we even lunchen. Daarvoor reden we door naar het strand, iets verderop. Te midden van Ecuadoraanse dagjesmensen aten we aan het strand. Heerlijk, even ontspannen en genieten van een goedkope lunch. Goedkoop? Nou ja, voor Nederlandse begrippen dan. Toen we afrekenden, realiseerde ik me ineens dat Josefina en haar man van de kosten van mijn lunch wel een week moeten rondkomen.’

Eerder verschenen in Paulus 356 - maart 2017

Lees ook de andere artikelen in deze serie
Gevaren op de weg (1)
Een Toyota zonder geheimen (2)
Reizend verhalen (3)
8 Dagen lopen of 22 minuten vliegen (5)
Het hoort er gewoon bij (6)